‘Ik ga door, tot het bittere einde’
Het leven van Madeleine Albright heeft veel van een klassiek Amerikaans succesverhaal.
Ze vindt dat elke fase in haar leven opwindender moet zijn dan de vorige. Nú in Zin: Madeleine Albright (1937), de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Amerika (1997-2001). Drie kanten van een uitzonderlijke vrouw.
1. Ze is de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Amerika
Het leven van Madeleine Albright heeft veel van een klassiek Amerikaans succesverhaal. Ze wordt in 1937 in Praag geboren als Marie Jana Korbelová als dochter van een diplomaat, vlucht als peuter met haar ouders voor de nazi’s naar Londen en keert na de Tweede Wereldoorlog terug naar Tsjechoslowakije, zoals haar land destijds heet. In die tijd zit ze op een Franse school en laat ze zichzelf Madeleine noemen. Na de communistische machtsovername in 1948 moeten de Korbels weer vluchten. Ditmaal komen ze in Denver, Colorado terecht en daar blijven ze: in 1957 wordt Madeleine genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger. Meteen na het afronden van haar studie in 1959 trouwt ze met krantenman Joe Albright. Daarna wijdt ze zich aan de opvoeding van hun dochters Anne, Alice en Katie, en aan vrijwilligerswerk in hun woonplaats Washington. Intussen haalt ze door ’s ochtends heel vroeg op te staan haar doctoraal politicologie. Doel: docent worden aan de universiteit, net als haar vader. Haar politieke activiteiten – ze steunt bepaalde Democratische kandidaten, organiseert fundraisers voor hen – leiden echter in eerste instantie tot een baan achter de schermen in het Witte Huis. Ook leuk. Het wordt allemaal anders als ze op een ijskoude winterdag in 1982 als 54-jarige de wacht krijgt aangezegd door haar man. Hij is verliefd geworden op een ander die jonger en knapper is dan zij, zegt hij. Het is een enorme klap voor Madeleines toch al niet grote zelfvertrouwen. Maar ze raapt zichzelf op en werpt zich op haar carrière: dat kan nu zonder schuldgevoel over het thuisfront. Ze gaat inderdaad lesgeven maar de politiek blijft de buitenlanddeskundige trekken. In 1993 benoemt president Bill Clinton haar tot ambassadeur bij de Verenigde Naties; van 1997 tot 2001 is ze de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Amerika. Ze weet: ‘Als ik niet was gescheiden, zou ik dat nooit zijn geworden.’ Bijeffect: tijdens haar ministerschap moet haar ex-man verslag doen van haar persconferenties. ‘Geen wraak, gewoon grappig,’ zegt ze in een interview.
2. ‘Er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen’
Madeleine Albright heeft het begin van haar imposante carrière voor een deel te danken aan de vrouwenbeweging en op haar beurt zal ze andere vrouwen steunen waar ze kan. ‘Er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen,’ heeft ze ooit gezegd – ze noemt het nu haar belangrijkste uitspraak. Als minister zet ze vrouwenkwesties centraal in haar beleid. ‘Niet alleen omdat ik feminist ben, maar omdat ik geloof dat de maatschappij beter af is als vrouwen politiek en economisch macht hebben.’ Net zoals ze dat bij de VN deed, begint ze ook als minister een clubje van vrouwelijke ministers van Buitenlandse Zaken. Ze spreken af dat ze altijd zullen opnemen als ze elkaar bellen. ‘Als mannelijke ministers van Buitenlandse Zaken klaagden dat ze me niet zo snel te pakken konden krijgen als hun vrouwelijke collega’s uit Barbados en Liechtenstein, zei ik dat ze zich moesten laten vervangen door een vrouw. Er volgden geen klachten meer.’ Na haar ministerschap doet ze haar best om van jonge vrouwen effectieve leiders en voortrekkers te maken. Het begint met je uitspreken en ze weet zelf nog maar al te goed hoe moeilijk het is om je mond open te trekken, zeker in een gezelschap van alleen mannen. ‘Je bent de enige vrouw aan de vergadertafel, je wilt iets te berde brengen maar in je achterhoofd klinkt een stemmetje: het zal wel stom overkomen. Dus zeg je maar niks. En dan maakt een man wel die opmerking en vindt iedereen aan tafel dat een briljante gedachte. Waarna je heel kwaad bent op jezelf. Op de universiteit leer ik mijn studenten, vooral de vrouwelijke: interrumpeer.’ Zelf kost het haar inmiddels geen moeite om haar mening te uiten. Haar teleurstelling dat haar vriendin Hillary Clinton, voor wie ze actief campagne voerde, in 2016 niet tot president van de Verenigde Staten werd gekozen, is groot. ‘Ik denk dat ze een opmerkelijke president zou zijn geweest.’
3. In haar woordenboek is ‘pensioen’ een ‘vies woord’
Madeleine Albright vindt dat elke fase in haar leven opwindender moet zijn dan de vorige. Die instelling levert nadat ze in 2001 afscheid heeft genomen van de baan van haar leven best een uitdaging op want: hoe kun je dit overtreffen? Van rustig afbouwen – ‘pensioen is een vies woord in mijn woordenboek’ – is geen sprake. ‘Ik was nog maar 63 en nog niet toe aan een schommelstoel. Wanneer interviewers me vroegen hoe ik herinnerd wilde worden, antwoordde ik dat ik niet herinnerd wilde worden. Ik was er nog.’ Bovendien: het heeft zolang geduurd voordat ze haar stem vond dat ze niet van plan is om de rest van haar leven haar mond te houden. Tot op de dag van vandaag werkt Madeleine Albright dus keihard door. Driemaal per week gaat haar wekker om kwart voor vijf ’s ochtends om te trainen met een personal coach; elke dag is er werk te doen. Al haar professionele activiteiten moeten te maken hebben met het bevorderen van de democratie en het mondig maken van vrouwen, heeft ze zich voorgenomen. Aan deze doelen werkt ze als consultant bij haar eigen internationaal opererende bedrijf, als distinguished professor aan de universiteit van Georgetown, Washington (‘Nu ik oud ben, zijn de jongeren mijn docenten,’ citeert ze met instemming Robert Frost, om daaraan toe te voegen: ‘Gelukkig is jong zijn van geest besmettelijk’) en door middel van de talrijke lezingen die ze geeft. En dan zit ze ook nog in allerlei besturen en clubjes. Een daarvan is het Aspen Ministers Forum, in de wandelgangen ‘Madeleine en haar exen’ genoemd, waarin ze met andere oud-ministers van Buitenlandse Zaken, onder wie haar ‘goede vriend’ Jozias van Aartsen, nu vrijuit de wereldpolitiek bespreekt. Ze is onverzadigbaar. ‘De balans van mijn leven opmaken? Nog niet, ik ben nog aan het tellen. Ik ga door, tot het bittere einde.’
Zin in meer? Lees het hele artikel in Zin 10. Nú in de winkel. Of bestel hem hier.
Memoires vol levenslust
In De hel en andere bestemmingen, het nieuwe boek van Madeleine Albright, voormalig minister van Buitenlandse Zaken in de VS eind jaren 90, lees JE haar boeiende memoires. Het is een inspirerende autobiografie geworden van een uitzonderlijke vrouw met een weergaloze levenslust. Madeleine Albright schreef veel boeken. Ze werkte als ambassadeur bij de Verenigde Naties en was minister van Buitenlandse Zaken van 1997 tot 2001 onder president Clinton. Ze woont afwisselend in Washington en Virginia.
Madeleine Albright: De hel en andere bestemmingen (Ambo Anthos, € 26,99) Lezen? Klik hier en maak kans op een gratis boek!
Illustratie: Esther Mols, Tekst: Liddie Austin