‘Vreselijk, die leugens. Maar de waarheid vind ik erger’
Een moeder vertelt, Dr. Does geeft advies
Ze wilden trots zijn op hun kind. Zó graag. Maar dat waren ze verre van: ze waren teleurgesteld, voelden zelfs schaamte. Drie moeders doorbreken in Zin 11 het taboe. Zoals het verhaal van Nora.
Crimineel kind
Nora (1957) schaamt zich voor haar criminele zoon. Naar de buitenwereld houdt ze de schone schijn op.
“De fotoboeken staan hier gewoon in de kamer. Regelmatig heb ik ze in m’n handen. Ik kan me er helemaal in verliezen, een soort tijdreis naar een heerlijk leven. Mijn man en ik kregen één zoon dus we hadden een overzichtelijk gezin. Dat stelde ons onder meer in staat om veel met z’n drieën te reizen. Onze zoon had een onbezorgde jeugd, kon goed leren en zat lekker in zijn vel. Tot hier klinkt het fijn, vind ik altijd. Voor sommige mensen is het raar maar hoe pijnlijk ook: ik vertel graag over de jaren van mijn gelukkige gezin.
De dood van mijn man kwam totaal onverwacht. Hij verongelukte een paar dagen na het afstuderen van onze zoon. Mijn wereld stortte in. Onze zoon kwam weer thuis wonen en samen krabbelden we langzaam weer op. Ik begon weer rustig met werken en hij besloot een tussenjaar te nemen. Dat snapte ik. De dood van zijn vader had erin gehakt. Als ik naar mijn werk ging, lag hij nog in bed en als ik thuiskwam, was hij de deur uit. Naar vrienden, de sportschool of chillen in de stad, zei hij dan. Ik twijfelde nooit aan hem. Tot een vriendin bij me informeerde hoe het nu écht met hem ging. Ik hoorde mezelf stuntelend antwoorden en realiseerde me dat ik eigenlijk geen idee had wat hij precies deed. Maar ook: hoe hij aan geld kwam. Een baan had hij niet dus soms gaf ik hem wat geld voor een nieuw shirt of een pizzaatje in de stad.
Nieuwe schoenen
Er begonnen me wat dingen op te vallen en ik stelde meer vragen. Maar overal had hij een antwoord op: de auto waarin hij reed was van een vriend en die gloednieuwe sneakers? ‘Gewonnen met een weddenschap, mam.’ Hij gedroeg zich steeds schichtiger en vermeed oogcontact. Vaak ging hij laat op de avond nog weg, zonder duidelijk verhaal. Op een avond hield ik hem staande in de hal; ik had hem wat onder z’n jas zien verstoppen. Eerst ontkende hij een paar keer maar uiteindelijk ritste hij toch zijn jas open. Op zijn lijf, gestoken tussen zijn riem, zat een ijzeren koevoet. Ik wist niet wat ik zag, mijn zoon ging rond middernacht de deur uit met een breekijzer? Toen hij de voordeur achter zich dichttrok, ben ik verstijfd blijven staan. Vanaf dat moment was het me duidelijk: mijn zoon is een crimineel. Hoe heeft het toch zo ver kunnen komen? Inmiddels zijn we twee jaar verder en zie ik hem nog maar nauwelijks. Waar hij woont weet ik niet. En wat hij allemaal doet? Ik durf er niet eens over na te denken maar ik vrees dat het geen woninginbraken meer zijn. We hebben er een paar keer over gepraat, voor zover dat ging. Maar hij blijft draaikonten en de antwoorden zijn altijd vaag. Ik heb er veel verdriet van en ik geneer me enorm.
Schaamte
Iedereen maakt wel het nodige mee met zijn kinderen maar ik heb niemand in mijn omgeving met zo’n kind. Ergens is het een schrale troost dat mijn man, zijn vader, dit niet hoeft mee te maken. Hij zou zich zo vreselijk schamen. Misschien is dat ook de reden dat ik deze vuile was niet buiten wil hangen. Tegen vrienden en bekenden zeg ik nooit wat er echt speelt. Ik heb altijd een antwoord klaar over het wel en wee van mijn zoon die zogenaamd een ondernemend type is. Eerst skileraar in Oostenrijk, dan weer een vriend helpen met een kroeg opzetten in Limburg; het is een bezige bij. Onlangs verzon ik een vriendinnetje in Australië. Daar is hij nu zogenaamd naartoe. Vreselijk, die leugens. Ik ben er ook niet trots op, maar de waarheid vind ik erger.”
Hoogleraar Klinische Psychologie Willem van der Does adviseert Nora
Nora schaamt zich voor haar criminele zoon en vertelt iedereen dat hij ondernemer is. Volgens Willem van der Does is de waarheid vertellen niet erger. “De waarheid is erg maar wordt niet beter door hem anders voor te stellen. Het zal Nora opluchten als ze tegenover haar vrienden niet meer de schijn hoeft op te houden. Ze weet al twee jaar niet waar haar zoon uithangt maar kennelijk heeft ze nog altijd de hoop dat hij morgen binnen komt lopen en dat de nachtmerrie dan voorbij is. Dat hij afscheid zal hebben genomen van verkeerde vrienden, alsnog een baan gaat zoeken en een levenspartner vindt. Zeker niet onmogelijk, vooral omdat het lijkt dat er wel een gezonde basis is gelegd. Maar misschien zal ze hem eerst in de gevangenis moeten gaan opzoeken.” Hij vraagt zich af waar Nora eigenlijk bang voor is, dat ze dit voor zichzelf houdt. Dat haar vrienden haar zullen afwijzen? Zullen denken dat het wel aan haar zal liggen? “Vrienden die je hierop afwijzen heb je niet nodig. Zelf zou ik er een groter probleem mee hebben als iemand die ik als een vriendin beschouw me onzinverhalen op de mouw speldt in plaats van te vertrouwen op mijn medeleven.” Wat nu als haar zoon inderdaad tot inkeer komt? Moet hij dan het spelletje gaan meespelen en liegen over een vriendin in Australië? Omdat Nora anders door de mand valt? Van der Does: “Het zal hem meer helpen als hij zijn verleden niet voor iedereen zal hoeven verbergen.”
Meer moeders hebben een probleem met hun kind. Lees de verhalen in Zin 11. Dit nummer bestel je nu extra voordelig online.
Tekst: Maike Jeuken