‘Oma’s en opa’s zijn er om te verwennen, niet om op te voeden’
Een nieuwe column van Hanneke Groenteman
Een nieuwe column van Hanneke Groenteman: ‘Ik snap die jongeren wel. Ze houden het soms gewoon niet uit’
Onheilsberichten
Laatst viel mijn oog op een zinnetje in de krant. HEBBEN DIE SOMS GEEN OMA EN OPA? Het zinnetje kwam uit de mond van een foeterende middenstander in Nieuwegein, en ging over jongeren die illegale feesten houden. In zomerhuisjes, onder viaducten, in schuren. Dit was in november. In hoeken en krochten klontten jongelui bij elkaar met allerlei pretmiddelen. Gevaarlijk. Superspreaders. Maar ik snap die jongeren ergens wel een beetje. Wat moeten ze met die totale stilstand in hun leven. Ze houden het soms gewoon niet uit. Al is het wel heel erg foei en stout.
De meneer uit Nieuwegein bedoelde waarschijnlijk dat de feestende jongelui aan hun kwetsbare oma’s en opa’s moesten denken, maar ik begreep het in eerste instantie verkeerd. Ik dacht dat hij vond dat wij, oma’s en opa’s, de kleinkinderen streng terecht moesten wijzen. En dat schoot mij in het verkeerde keelgat. Dom misverstand, maar ik ging er toch op doordenken.
Vluchtiger contact
Ik realiseerde me dat, hoe intens ik ook van mijn (vier) kleinkinderen hou, ik helemaal niks over ze te zeggen heb. Laat staan dat ik ze kan weerhouden van misstappen. Hoezeer zij mij ook dagelijks bezighouden, ik ben in hun leven een dierbaar oudje aan de rand van hun drukke leven. Zoals mijn oma dat voor mij was. Zo gaat het en zo hoort het. Vroeger mocht ik op ze passen en ze oeverloos knuffelen. Inmiddels weet ik niet eens meer hoe hun juffen heten. “Dag schat, hoe gaat het op school?” “O goed hoor.” Daar komt de conversatie in essentie op neer. Met dwingend doorvragen krijg ik nog wel verslagjes van bezoeken aan de Efteling, een recensie van de nieuwe zij-instromende meester en soms mag ik in een Tiktokfilmpje figureren, maar hun levens buigen zich gewoon iets verder van het mijne af. Mijn oudere kleinkinderen gingen naar feesten en festivals toen die er nog waren, zochten hun weg in de liefde en het enige wat ik nog van ze wist was dat ze het druk druk druk hadden.
Hoe het leven is
“Zullen we elkaar zondag even op afstand zien?” facetimede ik laatst, want ik hunker naar contact en dat kan alleen maar zo. “Oké oma, maar niet ’s avonds, want dan hebben we een feestje.” Als door een adder gebeten riep ik: “Een fééstje? Dat mag toch helemaal niet? Jullie weten toch wel dat dat gevaarlijk is?” Ik dacht aan die meneer in Nieuwegein. “Nee oma, rustig maar, we houden gewoon een Zoom-feestje, iedereen in z’n eigen huis, met z’n eigen drankje en we draaien alleen maar dezelfde muziek. Dat is ook best chill en dat mag toch wel?” Ach, natuurlijk, waar bemoei ik me mee? Mijn lieve grote kleinkinderen in deze vreselijke pandemie. Negentien jaar, online studeren, hun horecabaantjes opgeheven, niet kunnen uitgaan en feesten, en vooral aan oma’s en opa’s moeten denken. Gelukkig ken ik hun sluipweggetjes niet, die wil ik ook niet weten. Daar zijn oma’s en opa’s niet voor. Die zijn er om ze te verwennen. En om ze alle geluk van de wereld te wensen. Op afstand.
Hanneke Groenteman (1939) is programmamaker, journalist en schrijver. In Zin schrijft ze over waar een vrouw in deze levensfase tegenaan loopt. En wat ze daarvan vindt.
Nooit meer een column van Hanneke missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.