‘Schrijven is hard en geconcentreerd werken, en ik ben snel afgeleid’
Je eigen boek schrijven? Gerrit maakt zijn droom waar.
Schrijven wij om ‘eerlijker’ te leven? Vanwege zelfreflectie en zelfontplooiing? Of misschien vanuit de behoefte naar buiten te treden? Zeker is dat we minder lezen en steeds meer schrijven. Persoonlijke verhalen doen het goed. Nú in Zin: Hoe publiceer je zélf een boek? En wat beweegt al die ijverige schrijvers? Neem alvast en voorproefje met het verhaal van Gerrit.
Hard werken
Gerrit Wolters (1945) uit Nunspeet is gepensioneerd regiojournalist. Hij werkte twaalf jaar aan zijn familiegeschiedenis.: “Het grondig speuren naar mijn familie kwam niet voort uit de behoefte om een boek te maken. Schrijven is hard en geconcentreerd werken, en ik ben snel afgeleid. Researchen is veel leuker. Alles wilde ik weten over mijn voorouders van beide kanten. Ik wist nagenoeg niets. Mijn eigen ouders zijn allang dood en ik heb achteraf te weinig vragen gesteld. Twaalf jaar geleden, toen ik met vervroegd pensioen ging, begon ik aan een welhaast maniakale zoektocht. Hierbij stuitte ik op zoveel interessante onderwerpen dat ik stof had voor minstens vier publicaties. Een echte Groeneveld is onbuigzaam verscheen afgelopen zomer. En nu schrijf ik aan De wieg van Wolters. Elke dag maak ik meters, wekelijks kom ik twee dagen tekort.
Waardevolle ontmoetingen
Vóór corona trok ik het land in om nabestaanden het hemd van het lijf te vragen, foto’s te achterhalen en locaties te bezoeken. Het waren tegelijkertijd waardevolle ontmoetingen met familie die ik nooit eerder had gezien. Er kwamen vergeten herinneringen uit mijn jeugd boven. Mijn grootvader Jan Wolters uit Voorst stierf al op zijn 32ste aan vliegende tering ofwel tbc. Iedere familie zit vol verhalen. Is er geen sprake van een raar beroep zoals huisknecht bij een gravin, dan zijn er wel buitenechtelijke kinderen. Je moet er oog voor hebben. Eerst schreef ik voor mezelf en familie. Vanuit een gevoel van noodzaak en nieuwsgierigheid. De vormgeving en de cover maakte ik zelf. Tot een oud-collega en uitgever het op de markt wilde brengen. Een enorme klus had ik nog aan het achterhalen van beeldrechten. Als voormalige journalist kon ik mijn eigen persbericht schrijven; ik weet hoe je de krenten uit de pap haalt. Daarna benaderde ik regionale kranten waar een paar interviews uit rolden. Natuurlijk kost deze onderneming alleen maar geld. Geen idee hoeveel mensen het boek hebben gekocht of gelezen. Het is bovenal voldoening wat ik hieraan heb overgehouden.”
Meer schrijfpret?
Lees het dikke schrijfdossiers vol tips en verhalen in Zin 4. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier eenvoudig online.
Tekst: Marion Groenewoud. Beeld: Chantal Ariëns