‘Als ik de dijk oploop, voel ik dat ik weer kan ademen’
Interview met Kira Wuck
Schrijver en dichter Kira Wuck (1978) dook voor haar boek De Knikkerkoning in het leven van haar jong overleden hippieouders. Haar onvoorspelbare jeugd met hen leverde ook de bouwstenen voor de tegen de klippen op levende personages in haar bekroonde poëziedebuut Finse Meisjes.
Ademen
“De dijk op het Zeeburgereiland in Amsterdam is een fijne plek om te wandelen. Je kunt helemaal rondom het water lopen, en vanuit de verte zie je de achterkant van het Centraal Station. Als ik tijdens een drukke dag of stressvolle tijd de dijk oploop, voel ik dat ik weer kan ademen.”
Afscheid
“In een kast heb ik een altaar gemaakt voor mijn overleden ouders. In elk huis bouw ik het weer op. Mijn moeder overleed toen ik 11 was, en mijn vader overleed op mijn 16de. Ik vind het belangrijk dat ze aanwezig blijven. Er staan wat foto’s in, een tekening van mijn moeder en een toeter. Die gebruikte mijn vader op zijn ziekbed als hij iets nodig had van mij of mijn stiefmoeder, want hij kon niet meer hard genoeg praten om ons te roepen. Dat ding maakte een enorme herrie. De laatste weken voor hij overleed had hij allerlei vreemde verzoeken. Hij wilde bijvoorbeeld per se een bepaalde uitvoering van een Bob Dylan-nummer horen. Dat moest echt uit een bepaald jaartal en uit een bepaalde stad zijn, anders wilde hij het niet. Hij wilde graag een potje schaken ook al ging dat bijna niet meer, dus dan kwam daar een vriend voor langs. Hij wilde ook graag zwemmen, want het was heel warm, maar dat kon niet meer: de kanker had hem teveel verzwakt. Toen hebben we hem in de keuken gezet en emmers water over hem heen gegooid. Het was intens en verdrietig, dat afscheid nemen, maar het was ook heel bijzonder dat we dat konden doen met zijn drieën. Het schiep een sterke band. Mijn stiefmoeder en ik bleven samen achter. Zij was meer een vriendin. We schelen maar negen jaar. Mijn vader had haar net voordat hij overleed ontmoet. Een bijzondere vrouw. Zij nam op haar 24ste de zorg op zich voor een meisje van 16. Daar heb ik geluk mee gehad. Ik kwam direct in een fijne familie terecht.”
Elke dag opnieuw enthousiast
“Mijn hond heet Atari, naar een personage uit de film Island of dogs van Wes Anderson. Het is een zwarte teckel die in Cyprus op straat is gevonden. Atari is aanhankelijk en gevoelig, hij weet precies hoe ik me voel en reageert daar direct op. Hij is bang voor nieuwe situaties maar zijn nieuwsgierigheid wint het altijd, daarin lijkt hij op mij. Honden zijn elke dag opnieuw enthousiast, dat vind ik zo fijn aan ze. Op mijn 9de kreeg ik een boerenfox. Een groot deel van mijn jeugd bracht ik met hem door. Ik nam hem mee naar studentenfeestjes, kraakpanden en demonstraties. Vaak raakte ik hem kwijt en moest ik hem weer ophalen bij het asiel als hij door iemand was gevonden. Ik had hem tot mijn 26ste. Met die hond heb ik mijn ouders overleefd.”
Meer Kira Wuck?
In Zin 5 lees je het hele interview. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je eenvoudig online. ‘Elke drie maanden ga ik naar mijn oma in Finland om te schrijven’
Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Brenda van Leeuwen