‘We liepen vaak in dezelfde kleren, hoe hard we ook protesteerden’
Een interview met de tweeling Mariëtte en Annie
Het bijzondere verhaal van eeneiige tweeling Mariëtte en Annie (1956) begint al bij hun geboorte op twee verschillende datums, maar werd helemaal onalledaags toen enkele jaren geleden de een een nier afstond aan de ander. Hierdoor raakten ze nog meer met elkaar verbonden.
Verrassing
Mariëtte: “Het was 27 juli om kwart voor twaalf ’s nachts toen ik als oudste werd geboren. De huisarts wist dat er een tweeling kwam, maar had dat niet aan mijn ouders verteld. Op de avond van de bevalling was hij niet aanwezig en hij had z’n vervanger niet ingelicht over de tweeling. Mijn ouders hadden al drie jongens dicht op elkaar. Onze jongste broer was net een jaar en de huisarts had bedacht: waar drie bedjes staan, kunnen er ook nog wel twee bij. Toen Annie vijf kwartier na mij ter wereld kwam op 28 juli, was dat een enorme verrassing. Vader rende van schrik de stal in.”
Annie: “Hoewel we dus op verschillende datums zijn geboren, zei pa bij de geboorteaangifte dat we op 28 juli waren geboren. Tot we uit huis gingen, vierden we de verjaardag altijd op die datum, wat voor Mariëtte niet leuk was. Pa zorgde ervoor dat we op de lagere school niet bij elkaar in de klas kwamen, of op z’n minst niet naast elkaar kwamen te zitten. Hij vond dat beter voor ons. Hij was daarin best vooruitstrevend.”
Mariëtte: “Moeder vond het geweldig, een tweeling, dus we liepen vaak in dezelfde kleren. Vooral bij officiële gelegenheden als communie en feestjes, hoe hard we ook protesteerden. We stonden bekend als ‘de tweeling uit de polder’.”
Annie: “Daar maakten we ook gebruik van. Ik fietste naar de basisschool een straat in die eenrichtingsverkeer was geworden. Ik werd aangehouden door een agent en kreeg een waarschuwing. Een paar dagen later gebeurde hetzelfde, diezelfde agent. Hij wilde me een uitbrander geven, maar ik zei: ‘Dat was ik niet de vorige keer, dat was m’n tweelingzus.’”
Kleding
Mariëtte: “Vanaf dat we pubers waren, hebben we nooit meer dezelfde kleren gedragen. En als het even kon, liepen we niet naast elkaar, maar met iemand tussen ons in. We waren zoekende, het deed geen recht aan onze eigen identiteit. Wat niet wegnam dat we naar buiten als een eenheid konden optreden. Toen een van onze broertjes werd gepest, joegen we als één blok de plaaggeesten met geweld van het erf.”
Annie: “We verschilden wel. Mariëtte was van oudsher de verzorgende. Zij paste al jong op andere kinderen en deed taken in huis. Ik was meer de kwajongen, als er een kalf in de sloot lag of er een andere buitenklus was, werd ik erbij geroepen.”
Mariëtte: “We genoten een katholieke opvoeding. Op zondag in de kerk zat ik serieus te luisteren, de beentjes over elkaar. Annie zat dan achter me te lachen met ons nichtje. En als het carnaval was, was ons nichtje de uitbundigste, dan Annie en dan, na heel lange tijd, kwam ik.”
Lees het hele interview in Zin 6. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier eenvoudig online. Zo kwam tweeënhalf jaar geleden Annie met de vraag: ‘Wil jij je nier afstaan?’
Tekst: Margreet Botter | Beeld: Hester Doove