Op de fiets door het ándere Noord-Holland
Ontdek de prachtige Pontjesroute
Laag land met molens, dijken, Zaanse huizen, vogels, werelderfgoed, veel water en dus ook… pontjes. Vlak boven Amsterdam ligt een prachtgebied voor een winterse fietstocht.
Lekkers in de fietstas
Voet op het pedaal en zwengelen maar. Tot nu toe waren het de benen die het werk deden, nu zijn de armen aan de beurt. Het pontje over de Knollendammervaart is zelfbediening. En het ligt aan de overkant, dus we moeten het eerst naar ons toe halen. Tegen de tijd dat fietsgenoot J. en ik de overkant bereiken, zijn onze schouders goed losgedraaid. “Dat was hard werken, zie ik,” zegt een mevrouw die naar de kant wil die nu overkant is geworden. “Ik vind dat jullie wel wat lekkers verdiend hebben.” Ze haalt een zak uit haar fietstas en presenteert ons twee zalige kokosmakronen. “Die heb ik hier net in het dorp gekocht, bij een mevrouw die een winkeltje naast huis heeft.” Voor zoiets lekkers fietsen wij graag 400 meter om. Naast een schuurwinkeltje vol vesten, handschoenen, sokken, kussens, jam en glas-in-loodpanelen (allemaal zelfgemaakt) blijkt Tiny Boon nog vier kokosmakronen te hebben van de vijftig die ze vanochtend bakte. Die gaan mooi in míjn fietstas.
Weilanden in de diepte
We begonnen in Castricum en keerden de zee de rug toe. Vandaag kozen we eens niet voor een tochtje door de bekende duinen van Noord-Holland, maar een route door een ánder Noord-Holland. Dat van meren en vaarten, lage polders en hoge dijken, stolpboerderijen en molens, gemalen en pontjes. Normaal gesproken telt de Pontjesroute vier pontjes en 44 kilometers. Omdat in de wintermaanden het Molletjesveer bij West-Knollendam niet vaart, ‘doen’ wij vandaag drie pontjes en een kilometer of vier extra. We zaten al even op een steiger over het water van het Uitgeestermeer uit te kijken, verbaasden ons over de enorme hoeveelheden eenden en ganzen in de natte weilanden, fietsten langs molens en houten huizen die zo kenmerkend zijn voor deze streek. In tegenstelling tot stenen huizen zakken exemplaren van het veel lichtere hout minder snel weg in de drassige veenbodem. Want nát is het hier. De polders klinken al eeuwen in, fietsend op sommige dijkjes zien we de weilanden zeker vier meter dieper liggen.
Dubbel werelderfgoed
Het tweede pontje is bij Spijkerboor, een kruising van waterwegen. Er woont maar een handjevol mensen, maar dit gehucht heeft niet niks te bieden. Ten eerste dat pontje met een vriendelijke, besnorde pontbaas, ten tweede een maar liefst dubbel Unesco Werelderfgoed. Dat zit zo: Fort Spijkerboor is het grootste fort van de Stelling van Amsterdam (Werelderfgoed sinds 1996) én het ligt in droogmakerij De Beemster (Werelderfgoed sinds 1999). In De Rijp staat een standbeeld van Jan Adriaansz. Leeghwater, de man die betrokken was bij het droogleggen van een aantal Noord-Hollandse meren, o.a. Beemster, Schermer en Purmer. Maar dat De Rijp, wat een plaatje! We zetten de fietsen bij de sluis neer, struinen door de Rechtestraat en Tuingracht, langs stadhuis en kerk, over witte bruggetjes om tot slot bij de sluis te blijven hangen waar net een klein bootje aankomt. Eerst moet het water op niveau gebracht worden. Met enorme kracht spuit het water tussen de sluisdeuren door; er moet een verschil van 1.90 meter overbrugd worden, vertelt vrijwillig sluiswachter Cees Molenaar.
Pontje 3
Na De Rijp volgt Graft, klein en stil en met een raadhuis met maar liefst drie trapgevels. Daarna loopt de route langs de provinciale weg hoog op de dijk. Rechts zien we het hoekige kavelpatroon van de Zuidschermer. Ook komt het Alkmaarder- en Uitgeestermeer weer in zicht, de enige waterplas boven het IJ die niet werd omgezet in vruchtbaar gras. Daar is ook het Noordhollandsch Kanaal weer, dat we eerder bij Spijkerboor overstaken. En pontje drie van vandaag! Terwijl we met een hele rij auto’s en nog meer fietsers staan te wachten tot de pont aanmeert, pak ik de laatste twee kokosmakronen uit de fietstas. Die gaan ons nog mooi wat energie geven voor de laatste kilometers terug naar Castricum.
De pontjesroute
De Pontjesroute (44 km) en Leeghwaterroute (47 km, door Schermer en Beemster) zijn op één routekaart verkrijgbaar (€ 2,50) bij de VVV’s van Alkmaar, De Rijp en Middenbeemster en bij het Huis van Hilde in Castricum. Of via Vvvwebshop.nl. In Zin 1 staan ook leuke plekken om te stoppen, eten en shoppen.
Meer info? Ontdekregioalkmaar.nl
Wil je blijven slapen? The Fallon Hotel Alkmaar is een uitstekende uitvalsbasis voor deze tocht. Het hotel is gevestigd in het voormalige gevangenisgebouw Schutterswei. En voor Zin-lezers hebben ze een speciale aanbieding mét korting.
Tekst en beeld: Annemarie Bergfeld