‘Opeens was ik de populaire jongen, maar dat kon ik niet waarmaken voor mijn gevoel’
Interview met acteur Paul Groot
Acteur en scenarist Paul Groot (1967) treedt op met Koefnoen Live, een gloednieuwe theaterversie van het succesvolle televisieprogramma waarmee hij talloze types en imitaties tot leven bracht – een talent dat hij zich als kind noodgedwongen eigen maakte. Wat hij van zichzelf laat zien, blijft een precieze afweging. “Homo zijn was niet de bedoeling, dat hebben mijn ouders me onbewust meegegeven.”
Suède bordeelsluipers
“Ik weet nog dat mijn moeder in de puberteit zei: zoals je nu lacht, daar denken mensen wat van. Of: de schoenen die je nu draagt zijn een beetje homoschoenen. Dat waren dan gewone donkerblauwe suède bordeelsluipers. Ik had nog geen idee van wat ik uitstraalde of wie ik was. Iemand vertelde een keer een ranzig medisch verhaal waar ik niet goed tegen kon en om daar luchtig over te doen lachte ik dat weg. Maar omdat ik nerveus en draaierig was geworden, klonk die lach te giechelig. Mensen zeiden: oh, dat klinkt lekker verwijfd. Ik ben me er altijd van bewust dat ik een stapje harder of juist langzamer moet lopen om iets mannelijker te zijn en me daardoor veiliger te voelen in de wereld. Toen ik net studeerde liep ik naar het universiteitstheater en kwam onderweg twee vestigingen van Sissy-Boy tegen. Ik durfde niet in de etalage te kijken, ‘want dan denken ze dat ik er een ben’. Zo diep zat het.”
Vermomming
“Dietrich had een eendenneusje, vond ze zelf, dus ze wist precies hoe hoog haar keylight moest staan om dat hartvormige schaduwtje onder haar neus te creëren. Ze kwam zelf met ideeën, die stof wel en dat niet. Ieder aspect van haar leven werd tot in de perfectie ontworpen. Fascinerend! Die bewustwording heb ik door stylisten moeten krijgen. Een van mijn eerste rollen was in een filmpje voor het HBO-onderwijs. Een styliste ging thuis door mijn kleding heen en vroeg: draag je dit?! Ik deed theaterwetenschappen maar zag eruit als een ouwelijke economiestudent, met zo’n lok en een hoornen bril. Ik droeg plechtige schoenen en een bandplooibroek. Ik dacht: als ik een spijkerbroek aantrek, zie ik er belachelijk uit. Die styliste gaf mij een leren jack, een spijkerbroek en laarzen. Ik moest in de openingsscène van een motor afstappen en mijn zonnebril afzetten, voor de deur van mijn oude middelbare school. Ik was van mezelf totaal flets en blanco maar ik merkte dat die vermomming goed werkte. Mensen pikten dat! Ik dacht: oké, dit kan dus. Hier trappen mensen kennelijk in. Dat luidde een fascinatie in voor uiterlijkheden die zich later in Koefnoen en Kopspijkers manifesteerde.
De foto’s van dat filmpje kwamen bij Harry Klooster terecht en binnen twee weken had ik een rol in Goede tijden, slechte tijden te pakken. Opeens was ik de populaire jongen, maar dat kon ik niet waarmaken voor mijn gevoel. In die serie was ik knappe Stan, maar in het echt had ik pukkels. Ik dacht: als ik niet geschminkt ben, zie ik er niet uit. Ik had het gevoel dat ik achterbleef bij het beeld dat mensen van mij hadden. Dat is ook waar Marlène Dietrich voor staat. Je krijgt een imago opgeplakt wat niet klopt bij hoe je je van binnen voelt. Achter de façade zit iemand die veel onzekerder is. Bij wie de somberte op de loer ligt.”
Zin in meer?
Lees het hele interview met Paul Groot in Zin 1. ‘Ik mocht vroeger nooit kwaad zijn. De sfeer moest gezellig blijven met grapjes en gekke stemmetjes. Hondsvermoeiend’ Dit nummer bestel je eenvoudig online in onze shop.
Tekst: Minou op den Velde | Beeld: Brenda van Leeuwen
Rake persiglages
Het ANWB-koppel Okko en Eus, ‘happy-single’ Ipie en corpsstudenten Fleur en Madelon. We kennen hen niet direct van naam maar hun gezichten en stemmen zijn onmiskenbaar dankzij Paul Groot, Owen Schumacher en Jeremy Baker. Na jaren succesvolle tv komen de komieken nu met Koefnoen live naar het theater. Wat is er overgebleven van deze rake persiflages na maanden ‘huidhonger, hamsteren en hoestschaamte’? Tot 3 juni, première 25 januari. Koefnoen.nl