BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Mijn moeder was geen kinderliefhebber. Dat heb ik van haar’

‘Mijn moeder was geen kinderliefhebber. Dat heb ik van haar’

Thuis bij Joke Bruijs

Bij de afwas zongen ze meerstemmig, thuis bij Joke Bruijs (1952). Daar heeft ze geleerd in zichzelf te geloven. Nu staat ze al ruim vijftig jaar in de spotlights.

Wat een leuke meid is dat toch

“Mijn keuken is mijn lievelingsplek. We ontbijten hier altijd. Ik kook graag. Frits en ik zijn nu twaalf jaar samen, en we lullen veel met elkaar. Vanmorgen hadden we het nog over doodgaan. Ik wil het liefst vrolijk herdacht worden. Niet zo’n heilige boel. Mijn vader overleed op zijn 48ste, ik was achttien. Dat verdriet voelde ik in mijn hele hebben en houwen. Ik was gek op mijn vader, terwijl hij zich niet echt veel van mij aantrok. De jongens waren voor hem vond hij, en die meid hoort bij haar moeder. Ouderwets. Mijn moeder heeft een tijd in een rusthuis gezeten, want ze was overspannen. Niet zo gek met vier kinderen, heel jong, een baantje ernaast en geen geld. Mijn vader bracht mij naar een ‘tante’. Tien was ik. Ik ben nog nooit zo ongelukkig geweest. Ik wilde bij mijn broertjes zijn. Hij dacht: drie dagen dezelfde stamppot eten, is niks voor die meid. Maar dat had ik ook zo graag gedaan! Elke vrijdag kwam hij geld brengen, als ik in bed lag. Ik wilde hem zo graag zien, maar hij kwam nooit naar me toe, omdat hij dacht dat dat beter voor mij was. Het duurde een paar weken, maar het leek een jaar.

Het was een enorme klap toen mijn vader ziek werd. Maar het bracht ook iets positiefs, want daardoor hebben we elkaar veel beter leren kennen. Overdag was ik thuis, want ik was gestopt met school omdat ik ’s avonds optrad. Gesprekken een op een had ik nooit gehad. Maar in zijn laatste jaar gingen we samen eendjes voeren en zaten uren bij elkaar. Op een gegeven moment hoorde ik mijn vader tegen mijn moeder zeggen: wat een leuke meid is het toch. Waarop mijn moeder cynisch zei: dat is ze altijd geweest, Kees.”

Joke Bruijs

Zacht en aaibaar

“Mijn dierbaarste bezit is het nijlpaardje dat ik op mijn 19de kocht. Ik viel ervoor, het was zo zacht, zo aaibaar. Ik had het geld niet, het kostte ƒ1200. Die kunstenaar, Robbert Jan Donker, zei: als jij mij elke maand ƒ100 brengt, vind ik het goed. Ik heb niet veel meegenomen na mijn scheidingen, maar dat heb ik altijd bewaard.”

Lees de rest van het interview hier.

Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Brenda van Leeuwen. Visagie: Manous Nelemans