‘U heeft tegen mijn auto aangezeten’
Een nieuwe column van cabaretière Katinka Polderman
Een nieuwe column van cabaretière Katinka Polderman: ‘Ja halloo mevrouw,’ articuleerde het woedende vrouwtje blafferig, ‘is uw nummerbord…’
Mijn auto stond op zich prima geparkeerd, maar net een beetje schuin in het vak. En omdat ik van een wereld hou die er georganiseerd uitziet, vooral als ik daar zelf met ontzettend weinig moeite aan kan bijdragen, reed ik een stukje vooruit, draaide mijn stuur, reed achteruit en herhaalde dat totdat mijn auto mooi recht stond. Ik had mijn jongste zoon net naar de oppas gebracht, de oudste zat op school, ik zou snel een pakketje naar de postkantoorbalie brengen en vlug boodschappen doen, daarna had ik de hele dag om al het werk dat de afgelopen dagen was blijven liggen weg te werken. Als ik even goed opschoot zou dat net lukken.
Verkeersruzie
Toen ik wegliep bij de sigarenboer waar ik mijn pakje had ingeleverd, stond er een woedend vrouwtje in een gekleurd soort verpleegstersuniform voor de deur van de winkel.
“JA HALLOO MEVROUW,” articuleerde ze blafferig, “is uw nummerbord…” – en las van een briefje een reeks cijfers en letters op die me bekend voorkwamen. Ze had zich voorbereid op een confrontatie, zoveel was duidelijk, en ze had vast ook al een plan voor als ik zou ontkennen dat het mijn nummerbord was. Ik wilde vooral dat het vrouwtje minder kwaad zou zijn, of beter gezegd: minder kwaad op míj, dus op mijn aardigst bevestigde ik haar vraag en liep met haar mee naar onze auto’s. Ze ontdooide een beetje – waarschijnlijk was ze opgelucht dat ik niet zo’n conflictueus type bleek te zijn en dat er dus niet geschreeuwd hoefde te worden en al zeker niet gevochten.
Getuigen
“U heeft tegen mijn auto aangezeten, en ik ben héél zuinig op mijn auto,” sprak ze langzaam en duidelijk. “Ik zit in de thuiszorg en ik was hierboven bezig,” – ze wees naar de appartementen boven de supermarkt –, “dus ik zag het gebeuren. En ik héb getuigen!” We keken wat bedremmeld naar onze auto’s. Zij had een heel klein oud autootje, ik een grote degelijke stationwagon. “Ik ben er heel zuinig op,” zei ze nog maar eens, terwijl ze over het krasje boven haar wiel wreef. “Ja, dat snap ik,” zei ik. Mijn auto had ook een krasje boven het wiel. Het zat naast een krasje van eerder.
We mochten onze schadeformulieren invullen bij de mensen waar ze aan het werk was, een oud echtpaar dat naar een herhaling van RTL Boulevard zat te kijken en net deed alsof wij er niet waren. Ze deden zó alsof wij er niet waren dat ze niet eens zeiden: “Let maar niet op ons.” Op de donkere massieve eettafel lag zo’n hoogpolig kleedje zoals je in ouderwetse cafés ook wel ziet. Ik schoof het opzij, voor het carbonpapier in het schadeformulier. “Als jij schrijft, dan lees ik de polisnummers op,” stelde het vrouwtje voor.
Goed team
Het leek of we samen huiswerk zaten te maken aan tafel bij haar ouders. Alleen het glaasje cola ontbrak. Nu en dan overlegden we over de vragen die op het formulier werden gesteld; we bleken een bijzonder goed team te zijn. Toen ik weer naar buiten stapte, was er een uur verstreken sinds ik had geparkeerd. Ik had niet meer het gevoel dat ik een heerlijk lange werkdag voor me had liggen. Maar wel dat ik er een vriendin bij had. Of op zijn minst een kennis.
Katinka Polderman (1981) is cabaretier. Ze woont in Den Bosch met haar man Peter, zonen Bram (5) en Koen (1) en poes Beertje. Haar dagen vult ze met schrijven, tekenen, Lego en boeken. Het liefst dwaalt ze door onbekende Nederlandse provinciesteden en plaatselijke boekhandels.
Meer Katinka
Nooit meer een column van Katinka missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.