Noraly Beyer: ‘Joost is die kers op de taart’
Ze blijft nieuwsgierig, werkt, reist en geniet van de liefde. Een goede manier om gezond oud te worden, denkt voormalig NOS-nieuwslezer en -boegbeeld Noraly Beyer (1946). Haar single leven beviel prima, tot acteur Joost Prinsen haar leven binnenliep. “Een godsgeschenk.”
Vorig jaar schoot Cupido raak. Pats boem! Ze heeft nu al zó vaak over haar verkering verteld, moet dat nog een keer, vraagt ze. Ja! De liefde opnieuw vinden op 75-jarige leeftijd geeft hoop, is ontroerend en ze straalt. Joost is die kers op de taart, beaamt ze. Haar single leven was al heerlijk, maar met Joost erbij smaakt dat leven extra lekker. “Natuurlijk zijn er mensen die om mij geven, maar dat is anders dan een liefdevolle partner aan je zijde. Een man van wie ik veel houd, en hij van mij.”
Nederland geniet met ze mee. Jonge meiden klampen haar aan en zijn blij voor haar. Menen dat er voor hen ook hoop op liefde is als zij op háár leeftijd nog de ware kan vinden. “Zo lief.”
Ze is net terug van een vijf weken durende vakantie in Suriname. Dit keer nam ze Joost mee. Voor de gezelligheid, en om haar verkering kennis te laten maken met familie en vrienden. Met een knipoog: “Hij viel in de smaak. Normaal ga ik elk jaar een langere periode naar Suriname maar door de pandemie moest ik een jaar overslaan.”
Joost Prinsen in de Volkskrant: ‘Na ons tweede afspraakje hebben we aan de keukentafel onhandig zitten zoenen. Als kinderen van 16 in een portiek.’ Bijzonder toch?
“Absoluut, maar liefde is er voor iedereen op elke leeftijd. Dat blijkt maar weer. Of je nu 16 of 75 bent, die gevoelens blijven hetzelfde. Joost strikte mij tijdens een lunch. Tien jaar geleden speelden we toevallig samen in de voorstelling De Afscheidsmonologen. Leuke man, dacht ik destijds. Verder niks. Hij was gelukkig getrouwd en ik ben geen jager. Joost kwam opnieuw op mijn pad. Waarom ik van hem hou, is lastig in woorden uit te drukken. Liefde is magisch. Dat gevoel laat zich niet gemakkelijk vangen.”
Een partner op latere leeftijd ontmoeten is toch anders dan als je 16 bent.
“Als je jong bent, groei je samen in een relatie. Op oudere leeftijd verander je niet meer. Dus zul je je meer moeten aanpassen. Joost en ik moeten echt nadenken over hoe we samen een leven invullen. Dus ja, dat is af en toe passen en meten. Maar als je het fijn hebt samen, doe je dat met liefde.”
Noraly groeide op in de West, op Curaçao, in een gezin met vijf broers. Ze had een onbezorgde jeugd met ouders die beiden werkten. Haar moeder bestierde het huishouden en stond voor de klas; vader werkte voor Shell. Fijn, zo’n groot gezin met broers die voor je opkomen en je beschermen. Maar zo was het niet, vertelt Noraly. “Dat is echt een illusie. Ik moest flink van me afbijten.” Vader en dochter. Hun band was sterk. Ze was immers zijn enige meisje. “Mijn vader deed leuke dingen met ons. ‘Wandelen met de auto’ bijvoorbeeld: een eindje rijden, uitstappen, spelen en een ijsje eten. Hij stierf onverwachts aan een hersenbloeding. Ik was 11.”
Dat moet een nare periode zijn geweest.
“Op die leeftijd ervaar je verlies heel anders. Ik weet nog goed dat mijn broertje een dag na zijn overlijden vroeg wat dood zijn is. ‘Hij komt niet meer terug,’ antwoordde ik. Na de dood van mijn vader stond de hele community voor ons klaar. Ons huis zat elke dag vol met gezinnen. Er werd gelachen en gehuild. Voor ons kinderen was die rouwperiode een fijne en warme tijd. Pas toen ik zelf als alleenstaande moeder twee kinderen moest opvoeden en fulltime werkte, besefte ik dat zijn vroege dood wel degelijk impact had op ons gezin. Mijn moeder stond er met zes kinderen opeens alleen voor. Ze was een sterke vrouw en ondanks haar verdriet flikte ze het toch maar. Een jaar na mijn vaders overlijden stuurde ze mij en twee broers naar kostschool in Nederland. Vooral de eerste twee jaar vond ik het geweldig met alleen maar meisjes om me heen. Van heimwee had ik geen last, en de geëiste discipline nam ik voor lief.”
U lijkt me geen type voor opgelegde discipline en dingen moeten.
“Nee, niet echt. Als kind ging ik er al met een gestrekt been in, maar ik heb geleerd er mee om te gaan. ‘Als je zo doorgaat, sturen we je terug,’ zeiden de nonnen soms. Dát was mijn grootste bedreiging, en kon ik mijn moeder écht niet aandoen. Ze werkte zich krom om ons een goede opleiding te geven. Op kostschool heb ik geleerd dat je niet altijd de waarheid hoeft te zeggen. Zwijgen maakt je leven soms makkelijker. Eenmaal moeder trapte ik in dezelfde valkuil en hoorde ik mezelf zeggen: ‘Je moet dit, je moet dat.’ Dat heb ik moeten afleren: mijn kinderen lijken daarin op mij.”
Uw moeder lijkt een pré-feminist. Streefde ze het na dat u later net zo onafhankelijk werd?
“Jazeker. ‘Je diploma is je man,’ zei ze altijd. Een gevleugelde Surinaamse uitspraak en een wijze les die ik aan iedereen wil doorgeven. Je moet als vrouw een vak leren of studeren zodat je jezelf kunt redden en niet afhankelijk bent van een partner. Die drang om je te ontwikkelen trof ik 35 jaar geleden in Nederland veel minder aan. Wat dat betreft waren de vrouwen in Suriname en op Curaçao vooruitstrevender. Misschien ook wel omdat ze van oudsher gewend waren om voor zichzelf en hun kinderen te zorgen. Mede door mijn opvoeding kon ik het leven na mijn scheiding goed aan. Ik heb geleerd om niet op te geven en hard te werken om iets te bereiken.”
Diversiteit accepteren & integreren
In 2009 ontving Noraly de Cosmic Award voor haar rol als pleitbezorger voor meer diversiteit in de Nederlandse media. Zwarte mensen zagen haar als boegbeeld. “Mensen zien op tv graag iemand die op hen lijkt. Ik was niet de eerste zwarte vrouw bij de NOS, Eugènie Herlaar ging me voor. Haar huidskleur stond destijds niet ter discussie maar wel het feit dat ze vrouw was. Die barrière hoefde ik dus niet meer te overwinnen. Bij mij speelde afkomst wel een rol. Nog steeds zijn er mensen die aan mij vragen waar ik vandaan kom. Wanneer ik terugga en hoe het komt dat ik zo goed Nederlands spreek. Ik neem dat niemand kwalijk, maar het is wel het bewijs dat er nog steeds weinig kennis is over het koloniale verleden. Onwetendheid genereert onbegrip, en onbegrip afstandelijkheid en angst. Diversiteit moet je leren accepteren. In mijn kostschooltijd waren er drie kinderen uit de West, drie zwarte korrels in de witte rijst. Kijk eens uit het raam: het is op dit plein op z’n minst fiftyfifty. Je kunt je wel verstoppen in je eigen witte bolwerk maar daar kom je niet ver mee in een wereld die groter is dan jouw eigen bubbel. De kunst is om diversiteit te accepteren en te integreren in je leven. In je denken en mentaliteit. Die slag moet nog gemaakt worden, en dat kost tijd. Het helpt om positief met elkaar in gesprek te blijven.”
U bent een rasoptimist?
“Ik houd van het leven en blijf nieuwsgierig naar anderen, naar het mysterie van het leven. Ik wil me blijven verwonderen, en ik hoop dat ik mezelf blijf verrassen tot de laatste snik.”
T E K S T: I N G R I D S P E L T | B E E L D C O N C E P T & F O T O G R A F I E : J A C Q U E L I N E D E H A A S
Zin in meer?
Lees het hele interview met Noraly in Zin Magazine nr. 7. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier.