BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Margôt Ros

Margôt Ros

‘Ik ben getraind in tegenslagen’

Door een ongeluk in het theater liep Margôt Ros (1965) een hersenbeschadiging op. Ze werd hierdoor ruim drie jaar uit het leven gerukt. Dankzij haar optimisme en ondernemingslust is de comédienne helemaal terug. Ze staat op De Parade, speelt in een film, gaat op theatertournee én schreef samen met haar partner Jeroen Kleijne boek nummer twee over Agaath. Nú in Zin Magazine.

Drie jaar lang kon Margôt Ros geen vogelgeluid, koffielepeltje of stemmen verdragen. Zelfs de zon moest ze verbannen achter dikke gordijnen, zonnebril en pet met klep. Over de hersenbeschadiging die ze opliep na een botsing met een decorstuk in de donkere coulissen van het theater, heeft ze veel gezegd en geschreven. Met name in het boek Hersenschorsing. De ‘oude’ zal ze nooit meer worden, denkt ze, toch is de comédienne helemaal terug onder de levenden. Opgewekt en energiek pendelt zij deze zonnige dag tussen het gesprek op een druk terras aan de haven, het kantoor aan de dijk en haar nieuwe huis in Nieuwendam op en neer. Want ‘de mevrouw van de gordijnen’ kan elk moment komen. Ja, alle prikkels kan ze weer aan, beaamt Ros. “Ik moet alleen zorgen dat ik niet overbelast raak, ik neem mezelf meer in acht,” benadrukt ze monter. “Motorrijden doe ik niet meer, dat durf ik niet aan. Misschien huur ik er eens eentje.”

‘Ik neem geen risico’s meer. Niets laat ik aan het toeval over’

Net als Ros zelf zijn haar alterego’s humorvolle vrouwen die manmoedig door het leven stappen. Of het nu gaat om haar vertolking van de elitaire zestiger Willemijn in De Grote Actualiteiten Tombola op Theaterfestival De Parade of Els, de ‘koningin van het optimisme’ in Toren C: “Komt goed!” Ook de baldadige 78-jarige Agaath, een rijke ambassadeursweduwe, laat zich door niets en niemand uit het veld slaan. Deze nuchtere no-nonsense dame glorieert in twee ‘feelgoodromans’ die Ros schreef met haar geliefde Jeroen Kleijne. Zeg maar Agaath verscheen vorig jaar, het vervolg, Agaath gaat viraal, volgt in oktober. “Stuk voor stuk vrouwen voor wie het glas halfvol is. Steeds vinden zij een middel om te overleven.”

Je was ineens ziek. De hersenbeschadiging na een ongeluk in het theater zette je wereld stil. Hoe kon je zo afgezonderd leven met amper uitzicht op verbetering? Wat hielp je overeind?

Het was bovenal Jeroen die mij tot grote steun was. Hij gaf me genoeg om te weten dat ik niet bang hoefde te zijn dat hij me zou verlaten, ondanks dat ik hem weinig te bieden had. Veel partners van patiënten vertrekken, weet ik. Nee, jaloezie past niet bij mij. Als ik dat voel, vind ik het triest. Het heeft te maken met je eigen onzekerheid. Jaloezie vreet alles op. Jeroen gaf me handvatten om verder te kunnen, stimuleerde me kleine stapjes te maken. Eenvoudige doelen. Uit liefde, jazeker. En het zit in zijn aard. Deze man geeft nooit op, en ik ook niet. We wonen niet samen, dat scheelt. Je kunt dan gemakkelijker je energie bewaren voor kostbare momenten.”

“Ik ben getraind in tegenslagen, op dat paadje heb ik vaker gelopen. Soms geef ik les aan jonge acteurs, dan houd ik hen voor: train jezelf je huid dikker te maken. Blijf in jezelf geloven. Als ik dat niet had gedaan, had ik hier nu niet gezeten. Ik heb zoveel afwijzingen gehad. Of ze vonden dat ik niet kon transformeren, of mijn stem was niet in orde. Als een van de weinigen bleef ik zitten op de Academie voor Kleinkunst. En ja, de afgelopen jaren was ik dichter bij de dood dan het leven. Het voelde alsof ik in een sarcofaag lag. Mijn kinderen, toen 14 en 16, zijn beurtelings bij mij en mijn ex-man. In het begin van de ziekte waren ze iets vaker bij hem. Ik ben een moeder van de rust, reinheid en regelmaat. Het belangrijkste vind ik dat ze zichzelf kunnen zijn – bij mij thuis konden ze in die tijd niet echt puberen. Ik kon in die periode nauwelijks bezoek ontvangen. Mijn broer en moeder zag ik niet, zij had net een nieuwe knie. We spraken via Whatsapp berichtjes in, zo bleven we op de hoogte van elkaar.

“Wat betreft de oorzaak van het ongeluk neem ik niemand iets kwalijk. Dat kost alleen maar energie. Ik heb me niet afgevraagd: waarom ik. De bevalling van mijn eerste kind duurde 48 uur, als ik daar niet overheen was gestapt, had ik mijn tweede kind niet gekregen. Het ongeluk werd een aansprakelijkheidskwestie. Inderdaad, als er één spotje op dat decorstuk had gestaan, was dit niet gebeurd. Het was op de route in de coulissen die ik moest lopen, zodat ik me snel kon omkleden. Sinds die avond ben ik voorzichtiger; ik neem geen risico’s meer. Niets laat ik aan het toeval over. Aan meditatie heb ik veel gehad, en ik deed ademhalingsoefeningen. Je gedachten uitzetten gaat niet, wel kun je je focussen op je ademhaling. Ik las alles over onze hersenen. In mijn volgend leven word ik neuroloog.”

Jij en Maike Meijer brachten tien jaar lang een sterk staaltje Britse humor op de Nederlandse tv. Door jouw ziekte stopte Toren C abrupt. De boeken schrijf je met Jeroen. In november ga je alleen het toneel op. Werk je liever als duo of solo?

“Bovenal ben ik een teamplayer. Het is fijn om met mij te werken. Ik denk mee, verzet me niet, geef veel input en ben superflexibel. Daarnaast ben ik gewoon gezellig. Ik kende Maike van het theatercafé. Toen zij een tv-comedy wilde maken benaderde ze mij omdat ze me grappig vond. Als duo versterken we elkaar enorm. De een moedigt de ander aan het randje op te zoeken. We durven allebei veel. En ja, we hebben geen moeite met lelijk, grof en vies zijn. Rücksichtslos kun je ons wel noemen. Als we samen schreven, zaten we tegenover elkaar in een kantoor. We jaagden elkaar aan en genoten van andermans kracht. De opnames voor Toren C konden ineens niet doorgaan; ik was tot niets meer in staat. We zijn inmiddels echt gestopt. Ik zie geen vervolgserie komen. Zeg nooit nooit, maar Maike schrijft boeken en ik doe mijn eigen dingen.

Wat betreft de romans, Jeroen en ik verzinnen eerst samen het plot. En dan schrijven we om en om een hoofdstuk dat we naar elkaar mailen. Naar hartenlust mogen we schrappen in andermans tekst. Hij houdt de taal in de gaten en ik ben van de absurde impulsen.”

Zin in meer? 

Lees het hele interview in Zin Magazine dubbelnr. 8/9. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier.