BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
When Liddie met Trinny

When Liddie met Trinny

‘We waren confronterend én complimenteus’

Ben je een beetje geïnteresseerd in kleding en make-up, dan mag je Trinny Woodall op Instagram eigenlijk niet missen. Lang, klein, oud(er), slank of gevulder, ze heeft voor iedereen tips. Uitgesproken in het soort Engels dat verraadt dat haar wieg niet in een armlastig huishouden stond. Natuurlijk heeft Trinny overal ook een passende make-up bij van haar eigen merk. Liddie Austin toog naar Londen en voor ze het wist werd ze – o help – door Trinny onder handen genomen.

Zal ik, terwijl we praten, je gezicht doen? We zitten in een kamer in het hoofdkantoor van Trinny London. Inderdaad, in Londen – waar alle producten van het cos­meticamerk voor grote make­-up spiegels staan uitgestald. We, dat zijn Trinny Woodall, de oprichter van het merk, en ik, de journalist uit Nederland die haar komt interviewen. Nadat ik haar om het ijs te breken heb gecomplimenteerd met het grote aantal producten komt zij met haar voorstel.

Ik aarzel.
Zij niet.

Tegen haar assistent, die discreet om de hoek in de gang op de grond is gaan zitten: “Zou jij een kom met warm water en wat doekjes kunnen brengen?” Tegen mij: “Hier, heb je een doekje om je lip­stick te verwijderen.”

Maar…
“Zo leer je iemand goed kennen.”

Maar het is de bedoeling dat ik jou leer kennen! 
De assistente komt binnen met een alumi­nium bak warm water. “Dat gebeurt zo ook, hoor,” zegt Trinny. “Dit zegt al iets over mij.”

Trinny Woodall is een fenomeen. In de begin­ jaren van deze eeuw verwierf ze internatio­naal bekendheid met het programma What not to wear, waarin ze samen met kompaan Susannah Constantine vrouwen onverbloemd advies gaf over hun uiterlijk. Onvergetelijk: de vrouwen die ze in de spiegel de desastreu­ ze gevolgen lieten zien van het dragen van een beha in een verkeerde maat. In 2013 gin­ gen Trinny en Susannah ieder huns weegs. Wat Trinny daarna ging doen, werd in 2017 duidelijk toen ze haar eigen cosmeticalijn introduceerde: Trinny London.

In de make­upruimte, bekend van haar Insta­ gramfilmpjes, loopt Trinny intussen energiek heen en weer, allerlei producten verzamelend. Haar houding is een beetje voorovergebogen, maar daar werkt ze aan, door meerdere malen per week ’s ochtends vroeg aan yoga of pilates te doen met een personal trainer – én met fans die via Instagram live kunnen meedoen. Met een in het warme water natgemaakt katoenen doekje en een Trinny London clean­ ser maakt ze mijn gezicht grondig schoon.

Doe je dit graag?
“Heel graag”

Wanneer begon dat?

“Misschien al toen ik 6 was en op kostschool zat? Al gaf ik mijn klasgenootjes toen natuur­ lijk geen facials. Mijn ouders woonden in het buitenland, dus ik bleef in de weekeinden ook vaak op school. Dan vond ik het leuk om een beetje met het uiterlijk te spelen van de meisjes die ook niet naar huis gingen. Van oudere schoolgenootjes keek ik de beauty­ routines af.”

Vond je dat niet naar dat je op school moest blijven in de weekeinden?
“Het was zoals het was. Mijn ouders leidden een heel ander leven met hun kinderen dan wij dat doen met onze kinderen. Dat wijt ik aan de tijd waarin we opgroeiden, niet aan onze ouders. Het is ook niet dat ik er zwaar beschadigd door ben geraakt. Maar zou ik zelf mijn dochter op haar 6de naar kostschool sturen? Nee.”

Terwijl ze mijn gezicht stevig masseert, mijmert ze: “Al van jongs af aan vind ik het heel bevredigend om vrouwen een goed gevoel over zichzelf te geven. Ik weet niet waarom… Toen ik net op mezelf woonde, doken vriendinnen altijd meteen in mijn kledingkast als ze me kwamen ophalen voor een avondje uit. Want ze wisten dat daar goede dingen te vinden waren. Ik had weinig geld, dus ik kocht kleren bij de goedkope keten Miss Selfridges, maar daar zette ik dan bijvoorbeeld wel andere knopen op. Mijn vondsten deelde ik graag met mijn vriendinnen.”

‘We waren confronterend én complimenteus’
Op haar 30ste kreeg ze samen met Susannah Constantine een modecolumn in een krant. En daarna kwam het televisieprogramma dat hen beroemd maakte: What not to wear (WNTW). “We waren direct en confronterend, maar ook altijd positief en complimenteus.

In die tijd heb ik veel over vrouwen geleerd. Als je een make-over programma maakt, moet je mensenkennis hebben. Je moet men- sen begrijpen om snel een soort intimiteit met ze te kunnen opbouwen. En dat past toevallig goed bij wie ik ben. Ik kom graag snel tot de kern. Authentiek is een overgebruikt woord, maar dat ben ik wel. Ik geef gewoon mijn mening.”

Kijk je altijd zo naar mensen: wat zouden ze met hun uiterlijk moeten doen?
“Dat is wel een gewoonte geworden, ja: een snelle scan maken. Bij jou zie ik bijvoorbeeld dat je tot op zekere hoogte ijdel bent, maar dat jij je niet druk maakt om een paar grijze haren of wenkbrauwen die niet helemaal bijgewerkt zijn. Je hebt iets natuurlijks over je, je doet ook geen moeite om de zonneschade in je gezicht te verbergen.”

Dat zijn sproeten!

“Sproeten dan. Je hebt aangeboren zelfvertrouwen: dit ben ik, take it or leave it. Even je ogen dicht.”

TEKST: LIDDIE AUSTIN | BEELD: DANIEL KENNEDY, GETTY IMAGES

Verder lezen?

Lees het vervolg van het interview met Trinny in Zin 2. Nu in de winkel. Of bestel het nummer via deze link online.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief