BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
5 vragen aan Sylvana Simons

5 vragen aan Sylvana Simons

Ik doe iets all the way, of niet

Ze zit midden in een politieke detox, sinds ze afgelopen december de Tweede Kamer en de door haarzelf opgerichte partij BIJ1 verliet. Het is echt afkicken. En omdat ze bezig móét zijn, heeft Sylvana Simons (1971) in de korte tijd dat ze thuiszit al een complete lampencollectie gemaakt. Een manier om haar hoofd leeg te maken. 

1. Vorig jaar verliet je de Tweede Kamer. Hoe gaat het met je?

“Heel goed. Ik ben niet in een zwart gat gevallen of zo – al voelt het vertrek uit de politiek wel dubbel. Aan de ene kant is het heel fijn om na zo’n turbulente periode rust te hebben. Aan de andere kant is aan de zijlijn staan en alleen maar toekijken frustrerend. Als ik een debat op televisie zie, denk ik alleen maar: nu moet iemand dit zeggen of dat doen. Dus probeer ik niet te kijken. Sowieso volg ik zo min mogelijk het nieuws. Noem het een politieke detox. Ja, ik ben aan het afkicken. Dat gaat de ene dag beter dan de andere. Je moet je voorstellen: de afgelopen acht jaar heb ik me voor duizend procent ingezet voor de goede zaak. Ik werkte tachtig uur in de week, droeg als eenpitter in de Tweede Kamer alle verantwoordelijkheid voor BIJ1 en had elke dag wel tien deadlines. Nu heb ik er niet een. Dat is wennen. Helemaal omdat ik iemand ben die niet stil kan zitten, niet niks kan doen. Ik moet iets om handen hebben. Dus heb ik de ene verslaving ingeruild voor een andere.

Op het moment ben ik in mijn huis aan het klussen en aan het opruimen. Ik kijk allemaal van die YouTube-filmpjes: How to declutter your home. Ontspullen. Ik kijk kritisch naar alles wat ik heb en beslis dan: deze tafel gaat naar de kringloop en dit kastje knap ik op. Zo had ik een vintage kastje staan – ik ben dol op tweedehands – dat ik al twintig jaar overal mee naartoe zeul. Ik was er eigenlijk nooit echt blij mee. Maar nu heb ik dat kastje met stof bekleed en ineens is het mijn kastje. Ik heb in de korte tijd dat ik thuis zit ook al een hele lampencollectie gemaakt. Creatief bezig zijn is mijn manier om het hoofd leeg te maken. Lekker bezig zijn met je handen, voor zover dat gaat bij mij: ik heb reuma. Laatst moest ik een boortje vastdraaien in een boormachine. Dat lukte dus niet. Heel irritant. Gelukkig heb ik veel lieve mensen om me heen. Dus wat ik dan doe, ik bel een vriendin: ‘Kun je me komen helpen?’

Die reuma is er al een tijdje. Het is grillig, reist door mijn lichaam. Ik kan niet zeggen: ik heb daar en daar pijn, want dat verschilt van dag tot dag. Er valt overigens prima mee te leven. Al voel ik me af en toe wel een oude vrouw. Alles piept, kraakt, is stijf en doet zeer. De pijn is vermoeiend. Ik merk dat mijn reuma heel erg weers- afhankelijk is. Op kou en vocht ga ik niet goed. Ik kan tegenwoordig al aan mijn lichaam voelen wat voor weer er op komst is. Mijn vader kon dat ook. Toen ik nog klein was, kreeg hij een verschrikkelijk auto-ongeluk. Gelukkig heeft hij er niets ernstigs aan overgehouden, alleen: vlak voordat het ging regenen, werd zijn enkel dik. Die enkel was een weersvoorspeller geworden. Magisch vond ik dat. En nu kan ik dat dus zelf ook. Dat fysiek alles minder wordt, is een hard gelag voor iemand als ik. Ooit was ik een fanatiek danseres.

Tuurlijk ben ik weleens verdrietig om mijn lichamelijk ongemak. Dan huil ik. Al realiseer ik me daarna ook weer: het is mijn ego die het belangrijk vindt dat ik alles kan en er, tussen aanhalingstekens, goed uitzie. Maar het is het belangrijk- ste dat ik verder gezond ben. Vroeger danste ik elke dag, dat gaat nu dus niet meer. Te veel pijn. Maar ik zet thuis nog steeds de muziek aan en af en toe dans ik met mijn kleindochter van 3 door de kamer. Een heel enkele keer dans ik ook nog buiten de deur. Afgelopen maand was ik op een feest- je waar ze muziek draaiden uit mijn TMF-tijd, Sylvana’s Soul. Tja, dan kan ik niet anders dan helemaal losgaan op de dansvloer. Niemand die dan ziet dat ik iets mankeer. Een dag later had ik echt de neiging om me op social media te verantwoorden: jongens, ik heb echt reuma, hoor. Ik lag er na dat feestje vier dagen af.

2. Hoe kijk je terug op je carrière in de politiek?

“Er is zoveel gebeurd de laatste acht jaar. Ik kan er nog niet de juiste woorden aan geven. Ik zit nog midden in dat proces van afscheid nemen. Niet alleen van de politiek en de strijd die ik elke dag voerde, maar misschien ook wel – of vooral – van alles eromheen. De bedreigingen. Doodswensen. Haatberichten. Ik heb heel veel over me heen gekregen, sinds ik als tafeldame De wereld draait door die ene vraag stelde aan Martin Šimek. Hij vertelde over de bootvluchtelingen die hij hielp. Hij zei dat hij gewoon lief was voor die zwartjes. Ik vroeg hem daar­ op waarom hij het woord ‘zwartjes’ gebruikte. Die term vond ik neer­buigend, maar dat zei ik niet. Die ene vraag aan Šimek gesteld door een zwarte vrouw zorgde voor zoveel beroering. Hoe durfde ik. Het hele land viel over me heen. Voor mij was dat een bevestiging van wat ik altijd al voelde. We leven in een land waar we voor de wet allemaal gelijk zijn, maar waar de praktijk te veel voor­ beelden laat zien van ongelijkheid. Daar wilde ik iets aan doen. Ik wilde opstaan tegen racisme. Ons slavernij­ verleden ter sprake brengen. Dus stapte ik in die politieke sneltrein, richtte ik een partij op en ging ik er met volle vaart in. Terugkijkend was dat proces heel intens. Tuurlijk, die bedreigingen doen iets met je.

Ik dacht dat ik er wel over praatte en ermee bezig was. Maar nu denk ik: ik heb het eigenlijk niet echt aangeraakt. Ik benaderde het alle­ maal praktisch, pragmatisch. Deed aangiftes maar liet het emotioneel niet binnenkomen. Liet de angst niet toe. Niet echt, tenminste. Nu probeer ik het van me af te schrijven, op papier te zetten. Elke dag begin ik er wel aan, maar tot nu toe zonder succes. Ik heb er de rust nog niet voor.”

De Koning maakte een excuus voor het slavernijverleden.
Hoe was dat voor jou?

“Het raakte me. Ik was erbij. Zat op de eerste rij in het Amsterdamse Oosterpark tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden. Op het moment dat de koning zijn excuses uitsprak, ging er een golf van opluchting door het publiek. Dat geeft wel aan hoe belangrijk het was wat er gebeurde. Zijn excuses zijn een erkenning. Een bevestiging dat we niet gek zijn. Het geeft ons de ruimte iets te voelen waarvan we eerst zoiets hadden: dit mogen we niet voelen. Waar ik me wel zorgen over maak, is dat bij deze excuses ook aangepast gedrag hoort. Anders betekenen ze nog niets. Nu er na de verkiezingen een andere wind waait in Den Haag, wordt dat nog lastig.”

TEKST: JOLANDA HOFLAND | BEELD: MAARTEN KOOLS/LUMEN

Meer lezen?

In onze extra dikke Zin 0405 stellen we Sylvana Simons nog twee vragen. Nu in de winkel. Of bestel em hier online.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief