BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Schrijver Guido van Heulendonk

Schrijver Guido van Heulendonk

‘De roman hotst door de tijd. Ook ons geheugen werkt zo: associatief’

Hij schrijft wanneer de behoefte zich aandient. En die blijft nog altijd komen – zelfs na tientallen jaren van schrijverschap. De kroon met twee pieken, de nieuwe roman van de Vlaamse Guido van Heulendonk (1951), gaat over hoe je verleden doorwerkt in het heden én heeft een bijzonder dynamische structuur.

U heeft romans, verhalen en essays op uw naam staan. Waar gaat uw voorkeur naar uit? Of is het juist de mix?

“Mijn essayluikje is eerder bescheiden. Het kwam ook slechts – in de meeste gevallen – tot stand op aanvraag. De fictie is mijn natuurlijke habitat. Ik heb het niet in mij om spontaan een speaker’s corner op te zoeken en meningen, visies, analyses de wereld in te sturen. Wat niet betekent dat ik die niet heb. Maar ik gebruik ze liever als basis voor een alternatieve, parallelle wereld, waarin ze – vind ik – met meer impact en context aan bod kunnen komen.”

Uw nieuwste roman De kroon met twee pieken gaat over het leven van ambtenaar en vader Werner Vrysoone. Heeft er iemand symbool voor hem gestaan? Of hoe kwam dit personage tot u?

“Laten we zeggen dat hij een alter ego is. In die zin dat hij min of meer mijn leeftijd heeft, een gelijkaardige jeugd heeft gehad, een vergelijkbare scholing en opleiding, en mijn liefde voor Peter Green en zijn Fleetwood Mac deelt. Maar daar houdt het op. Mijn doel was een boek over doorwerkend verleden, de glibberigheid van herinneringen, de onmogelijkheid om los te komen van beslissingen die soms genomen worden op basis van achteraf amper nog te reconstrueren motieven. Over de verwoede poging die we allemaal ondernemen om uit die puzzelstukjes een consistent beeld te distilleren dat we onze biografie noemen. Iemand als Vrysoone stond me nabij genoeg om dat op een geloofwaardige manier te kunnen doen. En ver genoeg om onpartijdig te blijven. Zijn puzzel is dus de mijne niet. Die was te banaal voor een interessante roman.”

Werner heeft twee dochters, van wie er een van hemzelf is. Hij probeert voor beiden een goede vader te zijn. Wat maakt dat lastig?

“Onder ideale omstandigheden is de relatie ouder-kind al complex genoeg. In een nieuw samengesteld gezin zoals het zijne wordt die nog complexer. Zeker als een van de kinderen de ouders voortdurend confronteert met een episode uit hun verleden die ze liever gewist zien.”

Er bestaat veel wrijving tussen Hedda en Paulien maar ze zijn toch tot elkaar veroordeeld. Hoe vinden ze daarin hun weg?

“Door uiteindelijk hun eigen gang te gaan, op een radicale, nietsontziende manier, met name tegenover hun ouders. Hedda zoekt het in de religie, met een totale breuk als gevolg, Paulien in de kunst, met haar vader als slachtoffer. Het grote verschil is dat Paulien haar keuze uiteindelijk betreurt en via een even radicale ommezwaai een en ander probeert goed te maken en een nieuwe wending te geven. Maar zoals ik al zei: verledens laten zich moeilijk manipuleren en meer dan littekens behandelen zit er meestal niet in.”

Uiteindelijk zal Werner toch een keuze tussen beiden moeten maken. Wat doet dat met hem?

“Het zorgt voor een voortdurend knagend geweten. De voortdurende drang het voor iedereen zo goed mogelijk te doen, en precies daardoor niemand tevreden te stellen. Met als gevolg dat hij nooit tot rust komt en uiteindelijk alleen de overtuiging overhoudt dat hij er een puinhoop van heeft gemaakt, of toch in elk geval te veel kansen heeft laten liggen. Op een gegeven moment betwijfelt hij zelfs of hij wel het talent heeft om kansen te zien. Hoe moeilijk kan het zijn om dromen te hebben, vraagt hij zich af.”

De kroon met twee pieken is ingenieus maar ook best ingewikkeld van structuur, er wordt veel om het leven van Werner heen verteld en te berde gebracht. Ook de chronologie is ver te zoeken. Beleeft u daar plezier aan, om het als schrijver uitdagend te houden voor de lezer?

“Schrijven moet in de eerste plaats uitdagend blijven voor de auteur. Als dat niet zo is, zal het boek a priori mislukken. Uiteindelijk schrijf je wat je zelf graag zou willen lezen. Ook als lezer verkies ik romans die net dat ietsje meer hebben dan wat ze te vertellen hebben, zowel qua inhoud als vorm. Zo wil ik graag de context – ruimtelijk en tijdelijk – van personages mee in beeld krijgen. Het waar en wanneer van een leven zijn cruciale factoren om de ontwikkeling ervan te begrijpen. Wat die chronologie betreft: ik schreef een boek over het drijfzand van herinneringen, en dat vond ook zijn weerklank in de opbouw. Vandaar die door de tijd hotsende structuur: ook ons geheugen werkt zo. Associatief, niet lineair. Ik laat de lezer overigens niet compleet in de kou: elk hoofdstukje heeft netjes een datum als titel, dus er is altijd een kalender beschikbaar.”

In het boek maakt u ook gebruik van diverse perspectiefwisselingen. Dat maakt het boek voor de lezers levendig en het verhaal van vele kanten inzichtelijk. Wat is voor u als schrijver het voordeel van wisselende perspectieven?

“Ook hier: het moet boeiend blijven voor mezelf. Ik had de roman oorspronkelijk opgezet als een klassieke monologue intérieure: de oudere Werner vertelt zijn leven aan zichzelf en reflecteert over wat is geweest, wat had kunnen zijn en waarom dat zo was. Maar dat procedé had ik al vaker toegepast en het begon me te vervelen. Toen heb ik het over een andere boeg gegooid en de contouren van mijn personages laten ontstaan uit een veelheid van tekstsoorten: brieven, telefoongesprekken, dagboekfragmenten, interviews, krantenartikelen, e-mails, schoolpresentaties, et cetera. In de hoop dat dit de lezer zou uitnodigen mee te bouwen aan de constructie en tot een eigen interpretatie te komen.”

Er komen veel verwijzingen – bijvoorbeeld naar het Bijbelverhaal – voor in uw boek. En het nummer Albatross van Fleetwood Mac speelt een grote rol. Op welke manier verrijken deze zaken het verhaal, vindt u?

“De Bijbel schreef zichzelf in het verhaal, zodra vaststond dat de Hedda-figuur van religie haar levensmotief zou maken en de Bijbel haar dagelijkse handleiding werd. Op een bepaald moment is dat ook in de vorm van mijn roman mee beginnen resoneren: de Werner-hoofdstukken kregen allemaal een Bijbelse aanhef. Albatross is dan weer de soundtrack op de achtergrond, het muzikale leidmotief dat aanzwelt bij de sleutelmomenten in Werners bestaan.”

U schrijft veel over hoe al dan niet toevallige omstandigheden van invloed zijn op het leven van mensen. In hoeverre gelooft u dat het leven de mens overkomt of juist dat het leven maakbaar is?

“Een moeilijke vraag. Wat hebben we zelf in de hand? In hoeverre bepalen we zelf wie we worden, en hoe vrij is onze vrije wil? Ik ben daar nogal deterministisch in. Tenzij je een religie aanhangt, of gelooft in een kosmisch bewustzijn, is er alleen de nuchtere vaststelling dat ons universum zijn gang gaat op basis van een aantal fysische wetten die met de Big Bang in werking zijn getreden en die sedertdien de boel besturen, zonder enig oog voor wat wij moraliteit, vooruitgang of doelgerichtheid noemen. In dat perspectief is de enige zekerheid: wat is is, en wat zal zijn zal zijn. Ook onze eigen existentie. Zodra we op de wereld komen, liggen de krijtlijnen vast. Je krijgt een bepaalde constitutie mee, een bepaalde herseninhoud en -kwaliteit en daarmee moet je het doen. Niets aan te veranderen, evenmin als aan de plek, tijd of het milieu waarin je wordt gedropt. Kansarm of geprivilegieerd, wit of zwart, Gaza of New York, de middeleeuwen of 2024 – je hebt het niet in de hand, maar het bepaalt wel wie je wordt. Wat we dan vrije wil of zelfbeschikking noemen, lijkt in dat verhaal eerder illusoir dan iets anders.”

Uw taalgebruik is krachtig, levendig en heel divers. En u maakt gebruik van diverse schrijfvormen in het boek. Wat betekent taal voor u, als mens en als schrijver?

“Heel veel. We (over)leven bij de gratie van sociale interactie, en daarin speelt taal de hoofdrol. Wie begrepen wil worden, moet verstaanbaar zijn. En wie slordig formuleert, zegt het spreekwoord, denkt slordig. Ik erger me kapot aan de nonchalance waarmee tegenwoordig met het Nederlands wordt omgesprongen, zeker in Vlaanderen, met name in de media. Ook mijn schrijverschap is gegroeid uit liefde voor taal. Ik heb van jongs af op een manische manier gelezen, en op een bepaald moment is dat overgegaan in schrijven, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt. Het is het bevredigen van dezelfde behoefte, alleen maak je de tekst zelf. Veel mensen gaan ervan uit dat je schrijft omdat je een boodschap hebt. Voor mij geldt dat niet. Al schrijvende vertel ik wel iets, maar dat komt enkel omdat taal nu eenmaal een betekenisdrager is. Je kan taal niet beoefenen zonder het ergens over te hebben. Maar dat is slechts een gevolg, niet een doel. Eerst is er de behoefte aan de vorm, pas daarna wordt een inhoud gezocht om die op te vullen. Wie een boodschap heeft, kan beter op de kansel gaan staan, of een politieke partij stichten. De literatuur dient in de eerste plaats een esthetisch doel.”

U schrijft al tientallen jaren. Is er nog iets dat u in uw (schrijvers)leven ambieert of zou willen bereiken?

“Daar denk ik weinig over na. Ik schrijf wanneer de behoefte zich aandient, en tot nu blijft die nog altijd komen. Waar zwangerschap is, volgt baren, zei Elsschot. Het is een organisch proces dat zich moeilijk laat inpassen in een carrière- of andere planning. Ik weet alleen dat het me veel voldoening verschaft, waarvan ik de grond zelf niet helemaal snap. Met erkenning heeft het alvast weinig te maken. Wat niet betekent dat, als men in Stockholm* beslist dat het mijn beurt is, ik zal weigeren…”

* In Stockholm vindt jaarlijks de uitreiking van de Nobelprijs voor de Literatuur plaats.

Over het boek

De kroon met twee pieken inventariseert het leven van Werner Vrysoone, ambtenaar bij lokale overheden, en vader van twee dochters van wie er slechts een zijn eigen kind is. Tussen de meisjes ontstaat een gespannen relatie die te maken heeft met botsende persoonlijkheden en traumatische verledens. In dit spanningsveld probeert Werner een goede vader te zijn, onpartijdig en betrokken. Buiten zijn wil om, echter, zal hij tot een bikkelharde keuze komen.

De kroon met twee pieken – een nieuwe roman van de meester van het ingenieus geconstrueerde verhaal – is een wervelende kroniek, caleidoscopisch gebouwd en vol eigenzinnige perspectiefwisselingen.s

(De kroon met twee pieken, De Arbeiderspers, € 23,99)

Foto: Koen Broos

Over de schrijver

Guido van Heulendonk (1951), pseudoniem van Guido Beelaert, is een Vlaams schrijver. Zijn werk omvat romans, verhalen en essays. Terugkerend thema is het noodlot en de gevolgen die toevallige omstandigheden kunnen hebben op het leven, de maatschappelijke positie en relaties van de personages in zijn verhalen. Zijn werk werd vertaald, verfilmd en bekroond. Voor Paarden zijn ook varkens (1995) ontving hij de Gouden Uil. De kroon met twee pieken is zijn vijftiende boek bij uitgeverij De Arbeiderspers.

Zin in?

Wij mogen 3 boeken van Guido van Heulendonk verloten. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 24 april.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."