BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Maker Ricky Koole

Maker Ricky Koole

‘Ik doe waar ik zin in heb en ben trouw aan mezelf ’

Alleskunner Ricky Koole (1972) heeft een cv dat je laat duizelen. Ze zingt, speelt, schrijft, schildert, predikt én schopt haar puberzoon Otis stevig de wereld in. O, en ze is nog stiefmoeder van vier en houdt haar relatie met Leo Blokhuis al achttien jaar leuk. Tuurlijk! Deze zomer is ze te zien in het tweede seizoen van de komische dramaserie Ten minste houdbaar tot.

Stipt half twaalf stapt Ricky Koole van haar fiets voor de deur van cultureel centrum De Balie aan het Leidseplein. Ze woont in Amsterdam-West, vroeger nog betaalbaar en tegenwoordig hip and happening. Het buurt- restaurant waar ze graag afsprak voor interviews is veranderd in een sterrenrestaurant, dus maar even niet, lacht ze. Hoewel ze daar niet vies van is: “Ik kan wel genieten van mezelf een keertje culinair laten verwennen.” Haar recentste cd Altijd iemand ligt op tafel – “Kun je thuis even luisteren” – op de cover een schilderij van Ricky en vormgegeven door manlief, muziekrecensent en presentator Leo Blokhuis. De Nederlandstalige songs met lome, broeierige klanken uit het Amerikaanse zuiden – Neerlandicana volgens liefhebber Frits Spits – schreef ze zelf. Haar cd kreeg vorig jaar lovende recen- sies. ‘Altijd iemand’ van Ricky Koole wiegt je hersens, kopte het Nederlands Dagblad. Met dit album duikt ze in haar leven, dicht bij huis en eens niet in het Engels. “Het liedje Altijd iemand schreef ik voor mijn zoon Otis (13). Elke avond zeg ik tegen hem: ‘Ik hou van jou, elke dag, elke nacht, altijd, wat er ook gebeurt.’ De liedjes heb ik in alle rust geschreven in vakantiehuisjes.”

Ziel & zaligheid

Ricky is vooral een maker. “Ik doe echt waar ik zin in heb en ben trouw aan mijzelf, ook al is dat commercieel niet altijd handig. Mijn eigen voorstellingen maken, daarin zit mijn ziel en zaligheid. En ik maak liedjes voor anderen. Mijn moeder het water is bijvoorbeeld al veel op begrafenissen gedraaid. Als mijn liedje troost kan brengen op zo’n belangrijk moment, is die hele cd zijn geld al waard geweest. Ik ben er heel trots op.” Ze stond alleen, met Leo of haar muzikale en schitterde daarnaast in tientallen films
en tv-series. Ze werd drie keer genomineerd voor een Gouden Kalf voor haar rollen in de speelfilms KersenplukDe jurk en Lek. En iedereen kent haar indrukwekkende spel in Sonny Boy, naar het boek van Annejet van der Zijl. De opnames van het hilarische en ontroerende Ten minste houdbaar tot zitten er alweer op, het nieuwe seizoen is binnenkort op de buis. “Een feestje om te draaien.” Én een feest der herkenning voor vijftig- plussers, met heerlijke scènes over de gevolgen van de menopauze zoals een mindere seksdrive óf juist een gekmakende lust, verzakte baarmoeders, het lege- nestsyndroom, de midlifecrisis en alle bijbehorende huwelijksproblemen. Ricky vindt de perfecte tegenspeler in Ruben van der Meer. “In Ruben heb ik inmiddels een vriend gevonden. Wekenlang speel je inten- sief samen en dan bouw je een band op. Op de set deel je lief en leed, en dat doen we nog steeds. En voor je vraagt hoe ík de overgang beleef: ik kan er niets zinnigs over zeggen. Ik zit er vast in, maar merk er nog niks van.”

Zie je tegen de menopauze op?
“Overgangsklachten moet je niet onderschatten; ik ken de verhalen van vriendinnen.
Ik vond het heerlijk om Anna, die in de menopauze zit, met al haar verschillende stemmingen te spelen en zo het onderwerp bespreekbaar te maken. Anna is een vrouw met problemen en heeft last van woede- uitbarstingen en onzekerheid. Wanneer kun je al die kanten nu laten zien in een rol? Het tweede seizoen gaat meer over de relatie tussen Anna en Paul; ze worden steeds meer uit elkaar gedreven. Als je jong bent droom je over een man, huis, kind, carrière, of alle- maal tegelijk, maar je droomt zelden verder dan dat. Toch moet je na je 50ste nog dertig jaar samen verder. En dan?”

Menopauze of niet, denk je zélf na over de komende dertig jaar in jouw relatie met Leo? “Leo en ik zijn achttien jaar samen en hebben het goed. Ondanks dat we op latere leeftijd een relatie kregen, en ik daarvoor meerdere relaties heb gehad en veel ambities heb kunnen waarmaken, herken ik dat je aan een relatie moet werken. Bij ons is de situatie wel anders, omdat Otis nog een puber is en ons nodig heeft. Bij de meeste vijftigers gaan de kinderen studeren en het huis uit, en val je in een gat. Ik ben blij dat mijn zoon voor­ lopig nog niet het huis uit gaat. De eerste tien jaar van zijn leven was ik bijna verliefd op ons kind. Dat zijn vast ook de hormonen, maar ik vond het heerlijk! Het moederschap is zo vervullend; ik vond álles leuk, zelfs zijn kleertjes wassen. Otis en ik zijn heel close, het is fijn als hij op de bank tegen me aan komt hangen. Maar beetje bij beetje leer ik hem loslaten. Zo rond zijn 11de voelde ik een wolk optrekken, die zorghormonen gingen een beetje liggen. Het voelde alsof ik op een natuurlijke manier meer ruimte kreeg voor mezelf en ik Otis zíjn ruimte kon geven. Uiteindelijk moet dat natuurlijk ook. Mijn moeder vond het moeilijk dat ik helemaal in Amsterdam ging studeren. Ik was best jong en ze had me liever nog even thuis gehad. Maar net als veel twintigers was ik niet zo bezig met mijn moeder. ‘Nu ben ik er even niet hoor,’ zei ik als ze belde om te horen hoe het ging. Door destijds die afstand te nemen, zijn we nu zo close.

Het moment dat Leo en ik samen achter­ blijven zal komen. Tja en dan..? Ik heb al geen idee waar we over tien jaar staan. Ik hoop dat we niet vastroesten, dat verwacht ik ook niet. We hebben het goed samen, omdat we alles kunnen bespreken. Leo kan ruim denken, zoomt goed uit, is niet veroor­ delend en denkt niet alleen vanuit zijn eigen hachie. Daar heb ik het meeste behoefte aan in mijn leven. En hij? Dat moet je hem vragen.” Leo leerde ze kennen na een aantal turbu­ lente relaties. Hij vader van vier oudere kinderen, uitgezonderd de jongste, zij single en nog niet serieus over kinderen nagedacht. ‘Wat doe je nu?!’ waarschuwde haar omge­ ving, maar Ricky was head over heels in love. “Ik dacht helemaal niet na over het stief­ moederschap. Dat zou vast wel goedkomen. Als je verliefd bent, ben je een soort van ontoerekeningsvatbaar, ik vond het wel grappig en romantisch.”

Was het grappig en romantisch?

“Nou, de eerste maanden realiseerde ik me echt niet wat het inhield, maar in de praktijk houdt het in dat er nóg meer mensen zijn met wie je rekening moet houden. Het begin was het moeilijkst, als Leo en zijn kinderen herinneringen ophaalden in mijn huis. Dan voelde ik me buitengesloten. Het woord ‘stiefmoeder’ heeft ook een negatieve bijklank, het is misschien niet eens lastig door het woord ‘stief’, maar het woord moeder. Het is nooit helemaal helder wat je positie is. Uiteindelijk is dat gelukkig erg goed gegaan.”

Ricky groeide zelf op in stiefgezinnen. Haar moeder werd verliefd op een ander: Ricky’s stiefvader, die twee kinderen meebracht. Haar vader kreeg een relatie met haar stiefmoeder. “Ik was 8 en vond het allemaal spannend. Er zaten vast negatieve kanten aan, maar als kind paste ik me al snel aan een nieuwe situatie aan. Zo sta ik nog steeds in het leven. Ik denk altijd: kan ik er iets positiefs uithalen? Destijds kreeg ik er een oudere zus en broer bij, en zo voelen ze ook.”

TEKST: INGRID SPELT | BEELD: ANNEMARIE SABELIS

Verder lezen?

Lees het vervolg van het interview met Ricky Koole in Zin 6. Nu in de winkel, of bestel em hier online.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief