Workaholic Lucretia van der Vloot
'Ik ben geen activist, dat vind ik too much'
Zangeres en actrice Lucretia van der Vloot (1968) straalde dit jaar in de musical De
man van La Mancha, werd voor haar rol genomineerd maar geniet deze zomer vooral van haar rust. Niet zo makkelijk voor een workaholic. Ondertussen houdt de vraag waar ze nu écht thuishoort haar ook flink bezig.
In restaurant Polly Goudvisch in Amsterdam-Noord vlak over het IJ nabij het Centraal Station ontmoeten we elkaar, allebei te vroeg aanwezig, toevallig bij de toiletten. Op het zonnige terras vervolgen we onze kennismaking. Lucretia woont inmiddels een paar jaar in het hippe Noord en heeft nu de voorstellingen van De man van La Mancha zijn afgelopen eindelijk tijd om van haar huis te genieten. “Ik heb de laatste paar jaar continu gewerkt en ga de komende weken mijn dakterras eens gezellig maken. En, ik ben van plan om een leuke pup uit te zoeken; in deze vrije weken kan ik hem opvoeden. Ik ben dol op honden, vroeger hadden we er thuis altijd een.
Aan het niets doen moet ik wel altijd weer even wennen. Het was heerlijk om samen met Huub van der Lubbe, die een award voor zijn prachtige songteksten in de musical heeft ontvangen, te spelen. Ik ken hem al héél lang, maar we hadden nog nooit samengespeeld.” Ze vervolgt lachend: “Als kind was ik al gek op de versie van De man van La Mancha met Sophia Loren; ik heb min of meer gebedeld om de rol van Aldonza/Dulcinea. Eigenlijk was ik net iets te oud, maar de regisseur ging overstag en tijdens de auditie bleken Huub en ik een geweldige chemie te hebben. Het spelen in het theater en de musical is zo leuk omdat je elke dag aan je rol kunt sleutelen.”
Kind van twee werelden
Lucretia speelde na haar afstuderen aan de kleinkunstacademie in vele (solo)theater- voorstellingen, musicals, tv-series en films. Ze stond onder meer op de planken met Joost Prinsen, Kasper van Kooten, Ellen Pieters, Leoni Jansen, Jelka van Houten en Jenny Ariane. Met deze laatste maakte Lucretia meerdere voorstellingen en het lied Halleluja, Amen is onderscheiden met de Annie M.G. Schmidtprijs. “Met Jenny voelde ik direct een goede klik.” In de film en serie All Stars, plus spin-offs, speelt ze de vrouw van Thomas Acda; vorig jaar greep ze met de theater- voorstelling Net over de grens, over de Tweede Wereldoorlog, iedereen bij de strot. De opna- mes van de tweede serie Eén grote familie zijn net achter de rug, net als die van de Ierse serie Northern lights. Vier jaar geleden dook Lucretia in haar verleden met het theaterstuk Kind van twee werelden: op zoek naar haar Surinaamse roots. “Ik kon er niet langer omheen.”
Waarom liet jouw zelfonderzoek zo lang op zich wachten?
“Lange tijd heb ik er niet bij stilgestaan. Ik ben geboren en opgegroeid in Amsterdam- West in een witte wijk, Nederland was mijn thuis. Als 11-jarig meisje heb ik een paar maanden in Suriname gewoond omdat mijn vader daar een drukkerij wilde beginnen. Hij wilde héél graag terug en had jarenlang gespaard voor zijn droom. Maar het avontuur was snel klaar: de drukkerij kwam niet goed van de grond en mijn zussen en ik hadden het niet naar ons zin. Na vier maanden keerden mijn ouders terug naar Nederland. Mijn vader heeft het huis wel aangehouden en is na de scheiding van mijn ouders uiteindelijk geëmi- greerd. Pas de laatste jaren ben ik me veel meer gaan afvragen waar ik nu eigenlijk thuis hoor. Waar mijn roots liggen. Voor de voorstelling Kind van twee werelden heb ik gesprekken gevoerd met mijn vader en moe- der over onze familiegeschiedenis. Het waren soms heftige gesprekken over bijvoorbeeld de slavernij. Ik heb nog zat vragen, want vooral mijn moeder kan niet alles meer beantwoorden omdat ze dementeert. Dat is jammer! De vraag waar ik nu écht thuishoor, is gevoelsmatig niet helemaal beantwoord.
Ik voel me thuis in Nederland maar als mensen weleens roepen ‘Rot op naar je eigen land’ twijfel ik daaraan. Soms schrik ik van die reacties. Dit is mijn land, ik ben hier geboren! Tegelijkertijd kan ik me in Suriname hetzelfde voelen: ik vind het er heerlijk, mijn roots liggen daar – maar ook in Suriname hoor ik er niet hele- maal bij. Ik blijf toch die Nederlander. Lang wilde ik discriminatie niet zien en lachte ik mee met domme grapjes. De tijd is veranderd, en dat komt door de jeugd die zich veel meer uitspreekt dan mijn generatie vroeger. Bovendien ben ik ook opgevoed met ‘Laat maar, we zijn hier te gast’. Die opvatting neem je altijd mee. Nu pik ik het niet meer en zeg ik er iets van, maar ik ben ook geen activist. Dat vind ik too much, want dan ben je altijd met discriminatie bezig.”
Je bent een workaholic. Hoe kijkt je familie daar tegenaan?
“Mijn dochter Robin is 31 en zegt dat ze het vroeger héél zwaar vond dat ik avond aan avond speelde. Volgens haar was ik er nooit. Ze is enig kind, en miste haar moeder. Als ze uit school kwam, werd ze opgevangen door mijn moeder of mijn ex-schoonzus. Spelen geeft zo veel levenslust, maar ik voel me ook weleens schuldig naar dierbaren, helemáál naar mijn dochter. Mijn moeder begreep de consequenties van mijn carrière. ‘Dit is wat je wilt, kijk hoe blij je er van wordt,’ zei ze altijd. Ze wilde dat ik mijn hart volgde. Mijn moeder is nu dementerend maar ze is laatst nog naar mij in het DeLaMar Theater komen kijken. Ik had tranen in mijn ogen. Mijn moeder en ik zijn twee handen op één buik; we hebben een heel sterke band. Als eerste zag ik ook dat er iets met haar aan de hand was. Ik mis mijn oude moeder.”
Hoe was je oude moeder?
“Ze is altijd mijn beste vriendin geweest. Ik kon mijn ei altijd bij mijn moeder kwijt en deelde écht alles met haar. We woonden ook op vijf minuten fietsen van elkaar. Mijn geluk en verdriet met haar delen of haar om advies vragen kan niet meer.” Lucretia raakt geëmotioneerd en veegt wat tranen weg. “Ik vind dit zó moeilijk. Zij is nu mijn kind en ik wil zelf nog zo graag kind zijn van háár. Misschien is dat wel egoïstisch maar ik mis mijn moeder die zegt: ‘Kom eens lekker bij me.’ Ze gaf ook zo makkelijk advies, een andere keer luisterde ze alleen maar. Mijn moeder begreep mij altijd, ook als ik zoveel moest werken. Omdat ze zelf altijd heeft gewerkt als ziekenverzorgster.” Dan, met een lach: “Dat is dan weer grappig: mijn moeder woont in een leuk verpleeghuis maar denkt dat ze er werkt, zoals vroeger. Ze blijft zorg- zaam en vrolijk naar medebewoners.
‘Als mama oud wordt, komt ze bij mij wonen,’ heb ik altijd gezegd, ook tegen haar. Maar ze heeft best veel zorg nodig en niet alleen vanwege het dementeren. Dan moet ik stoppen met werken en een ander huis zonder trappen vinden. Een jaar geleden dacht ik er serieus over na. Ik speelde in De vergeten Twentse lente aan de andere kant van het land en kon haar een paar weken niet geregeld bezoeken. Omdat ik haar beloofd heb dat ze later bij mij kan wonen, voel ik me schuldig. Die keuze maken is lastig, want juist door te werken kan ik haar ziek-zijn ook even loslaten.”
Lucretia groeide op in Amsterdam-West met haar Surinaamse ouders, twee oudere zussen en een hond in een driekamerflat. Het punk- meisje dat naar soulmuziek luisterde, wilde operazangeres worden. Maar Lucretia’s vader zag liever dat ze een echt vak leerde. Het werd de modevakschool. In het laatste jaar kon ze het verlangen om professioneel te zingen niet meer onderdrukken. Op de gok deed ze auditie voor de kleinkunstacademie, werd aangenomen en studeerde samen met Acda & De Munnik, Plien & Bianca en Ellen ten Damme. Lucretia, lachend: “Diezelfde vader, die eerst tegen was, stimuleerde mij om een opleiding aan de academie te volgen.” In het laatste jaar raakte ze onverwachts zwanger van dochter Robin.
Hoe combineerde je moederschap met studeren?
“In Surinaamse gezinnen is het normaal dat een kind mede door grootouders wordt opgevoed. We hadden mazzel dat onze ouders nog jong waren en overdag konden oppassen. Dat gaf een veilig gevoel. Toen mijn dochter Robin 4 werd, zijn mijn ex en ik uit elkaar gegaan. Ik ben altijd goed met hem gebleven, hij is gitarist; de opvoeding hebben we samen gedaan. Robin was of bij mij of bij hem, net hoe onze werkagenda’s er uitzagen. Ik ben blij …
Verder lezen?
Lees het vervolg van het interview met Lucretia van der Vloot in ons extra dikke nummer Zin 8/9. Nu in de winkel, of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief
TEKST: INGRID SPELT | BEELD: MARK UYL | VISAGIE: SORAYA MULALA