Nieuwe column: Wereldfietser
In 800 dagen de wereld rond op een fiets. Deel 1: Van Workum naar Wenen
Marica van der Meer (1969) is behalve fotograaf, schrijver en spreker bovenal avonturier. Haar thuis is het Friese Workum maar eigenlijk is ze vooral elders in de wereld te vinden. En bij voorkeur op haar fiets. Voor Zin verhaalt ze over haar nieuwste project: samen met Maya Chepe in 800 dagen de wereld rond. Inderdaad: op de fiets. Deel 1: Van Workum naar Wenen.
“Weet je zeker dat je het luxeleven in een mooi huis met een goede auto wilt ruilen voor Chepe en een fiets?” Mijn antwoord is volmondig: ja. Ja, ik wil gewoon weer de wereld in. Op een fiets. Met een tent. Chepe is een inheemse Maya uit El Salvador. In 2019 ontmoette ik hem in Bolivia, waar hij hard aan het werk was in een huis waar fietsers gratis mochten overnachten. Chepe moest onderweg nog geld verdienen om zijn fietsreis naar het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika te kunnen bekostigen. Het was alleen nog te koud om naar het zuiden te fietsen. “Waar ga jij eigenlijk heen?” vroeg hij aan mij. Ik was juist op weg naar het noorden. “Richting de Boliviaanse Amazone en dan naar Brazilië,” luidde mijn antwoord. “O, dan fiets ik een stukje met je mee,” meldde Chepe doodleuk. Het werden vijf fantastische weken.
Nu, vijf jaar later, staan we samen aan het begin van een enorm project. Behalve dat de wereld om ons heen steeds meer in brand staat, zijn er ook enorme cultuurverschillen tussen een Latino en een Friezin. En komt iemand met een paspoort uit El Salvador net zo gemakkelijk de grens over als een Nederlander?
Alle begin is moeilijk
Het moeilijkste moment is je huis verlaten, letterlijk je drempel overstappen en weggaan. Dus moet je een vertrekdatum hebben. Op 1 april 2024, klokslag 11.00 uur, fietsen we Workum uit. Familie en vrienden zijn gekomen om ons uit te zwaaien vanaf het marktplein. Een bevriende Argentijn, die een koffietentje heeft in Workum, komt nog achter ons aangereden, hij was te laat (cultuurverschil!) maar wilde ons niet missen. Voor de eerste twee nachten heb ik nog een warm bed kunnen regelen bij vrienden in Nederland, maar daarna fietsen we het land uit en staan we er alleen voor. Op weg naar Hannover stuitten we op een wegomlegging. Ik hou niet van omfietsen en zie dat er nog een heel klein weggetje op de kaart staat. Het blijkt niet meer dan een tractorspoor. Het is ongelooflijk nat en zo slepen we in Duitsland al met de fiets door de modder. Misschien de volgende keer toch maar de wegomlegging van de Duitsers volgen…
Ergens tussen Oost & West
Chepe is enorm geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en de tweedeling tussen het oosten en het westen van Europa. Hij weet wat een land in oorlog is, want op zijn 3de is hij met zijn hele familie de burgeroorlog in El Salvador ontvlucht. Vlak voor Marienborn passeren we de oude grens met Oost-Duitsland, de grenspost is nu een soort monument. De foto met een lange rij Trabantjes vol vrolijke mensen maakt op mij de meeste indruk. In Maagdenburg voor het Hundertwasser-haus raken we in gesprek met een oudere man. “Mijn vader had een kartonfabriek en die hebben ze van hem afgepakt.
Alles moest van de staat worden, er was geen privébezit meer,” vertelt de man. “Nadat de muur gevallen is, ik was toen 40, heb ik de fabriek weer terug kunnen krijgen. Mijn vader heeft dat gelukkig nog geweten,” vertelt hij trots. Toen ik elf jaar geleden van Nederland naar Australië fietste, kwam ik Ria Dambrowsky tegen in Oezbekistan. Zij was ook op de fiets onderweg. Nu mogen we bij haar logeren in Berlijn. Ria is geboren in het voormalige Oost-Berlijn. Ze was 13 toen de muur viel. Zelf heeft ze weinig last gehad van de muur, maar voor haar ouders was het enorm ingrijpend. Haar vader had een technische functie, en in West-Duitsland waren ze veel verder met de techniek. Dus hij liep enorm achter. Haar moeder vertaalde vanuit het Russisch en Pools documenten waar waarschijnlijk nooit iets mee werd gedaan, puur om bezig te zijn. In de DDR was namelijk niemand werkeloos. Nu konden mensen ontslagen worden, en werd het bestaan veel onzekerder.
De stad Dresden stond tijdens de Tweede Wereldoorlog een week lang in brand, na bombardementen van de Britten en de Amerikanen, maar is weer volledig opgebouwd. Na een bezoek aan het prachtige centrum gaan we richting het Boekenmuseum van de Universiteit. Hier is een Maya Codex, een van de best bewaarde documenten in het oude Mayaschrift ter wereld. Ik krijg Chepe niet de stad uit voordat hij die heeft gezien. Probleem: het museum is gesloten, omdat er een expositiewissel plaatsvindt. Ik moet praten als Brugman om Chepe naar binnen te krijgen, maar het lukt. En Chepe kon concluderen dat het document daar in het museum een prachtig plekje heeft.
Koud en kil
We steken de grens over naar Tsjechië en langs de Elbe en rivier de Moldau bereiken we de hoofdstad Praag. Enorm indrukwekkend. Helaas hebben de Tsjechen het fietspad langs de Moldau nog niet zo ver doorgetrokken. We moeten zelf een route zien te vinden door het heuvelachtige landschap. Met zo’n dertig kilo bagage aan de fiets, is het zwaar trappen. De Tsjechen hebben hun wegen ook behoorlijk steil aangelegd. Campings zijn er weinig, dus zoeken we zelf een plekje ergens verstopt in een bos. Ik zie op mijn telefoon dat het -2 is en voor de volgende ochtend wordt er regen voorspeld.
Als we de volgende morgen wakker worden, regent het niet. Het sneeuwt! Chepe is helemaal door het dolle heen. “Ik wilde graag sneeuw!” roept hij vrolijk van buiten de tent. Nou, ik niet. En draai mij nog een keer om in mijn warme donzen slaapzak. Als we aankomen in Oostenrijk, merk ik hoe verschillend de mensen eigenlijk allemaal zijn in de landen waar we doorheen fietsen. Tsjechen zijn behoorlijk stug en onbenaderbaar. Mensen begroeten ons niet echt. Misschien komt het door de taal; bijna niemand spreekt een woordje Engels of Duits. Maar ook als Chepe vraagt of ze zijn fles met water kunnen. We moeten zelf een route vinden door het gebied vullen, zijn mensen niet erg vriendelijk. Er zijn natuurlijk uitzonderingen en de Tsjechen die wel wat Engels spreken zijn dan weer heel behulpzaam. En er was een oudere man, die ons met pretoogjes stond na te kijken op een manier van ‘wat komt er nu door mijn dorp fietsen’. Zo leuk.
Nu dus Oostenrijk. Op het moment dat we in een van de eerste dorpen even pauzeren op een pleintje, worden we meteen aan- gesproken door een lokale man en komen er twee dames voorbij die ons vrolijk begroeten. Zo’n totaal andere sfeer! Er lijkt nog altijd een onzichtbaar IJzeren Gordijn te hangen tussen het voormalige Oosten en Westen. Vlak voor Wenen treffen we de prachtige o zo brede rivier de Donau. Het regent alweer. Ik heb geen zin om mijn warme donsjas te wisselen voor mijn veel dunnere regenjas dus laat mij maar gewoon natregenen. Nog één dagje moeten we de kou en regen trotseren want volgens de geleerden wordt het volgende week zomer, met temperaturen van rond de 25 graden. Yes, vanaf Wenen wordt alles beter! ■
Volgende keer: Van Wenen naar Istanbul
Nooit meer een column van Marcia missen?
Bekijk via deze link een wel heel voordeling abonnement.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief