Kunstenaar en schrijver Chaja Polak
‘Schrijven is altijd mijn grootste wens geweest. Al van kind zijn af’
Jarenlang schilderde ze, tekende ze en exposeerde ze. Chaja Polak (1941) was al eind veertig toen ze begon met schrijven. Dat ze zo laat in haar leven debuteerde, was, realiseerde ze zich nóg veel later, omdat ze toen pas de woorden had. Zojuist verscheen haar prachtige nieuwe verhalenbundel: De duif, het net en de dood.
Je weet in De duif, het net en de dood in weinig woorden gevoelens raak weer te geven. Hoe heb jij je literaire stem gevonden?
“Ik denk dat het Maria Dermoût was, die me de schoonheid van de Nederlandse taal heeft laten voelen en beleven. Ik was nog jong, kende alleen verhalen die om het verhaal zelf draaiden. De meerwaarde van taal, ontdekte ik bij haar. De schoonheid van taal. De stiltes. Het oproepen van beelden en gevoelens – vaak tussen de regels – en met weinig woorden. En dat het niet alleen gaat om wát je schrijft maar om hoé je iets schrijft. En nu moet ik me beheersen niet nog talloze auteurs te noemen wier werk ik ontzettend bewonder of liefheb en die me hebben geïnspireerd. Omdat ik niet kan kiezen en de lijst anders veel te lang zou worden.”
Je zet in even weinig woorden filmische situaties neer.
“Ja, dat filmische in mijn werk. Ik denk dat ik kijk als een schilder. Vaak zie ik de scènes in beelden voor me en die beelden beschrijf ik dan. Beelden die ik ook voel.”
Welk van de verhalen uit de bundel is extra bijzonder voor jou en waarom?
“Die vraag wordt me vaker gesteld, het is de moeilijkste vraag. De ene keer denk ik: dit verhaal vind ik het mooist, of raakt me het meest. De volgende keer is het weer een ander verhaal dat mijn voorkeur heeft. En toch, ik moet wel achter al mijn verhalen staan, want elk verhaal heeft een eigen ziel, is een eigen door het schrijven opgeroepen wereld. Alle verhalen zijn me dierbaar, anders zouden ze niet in deze bundel hebben gestaan.”
De titel van de bundel is ook de titel van een van de verhalen. Waarom koos je voor deze titel?
“Mijn uitgever, Eva Cossée, koos deze titel. De titel van een van de verhalen, inderdaad. Ik ben er blij mee.”
Wat een prachtig schilderij siert het omslag.
“Op de uitgeverij wordt het omslag altijd uitgekozen en vervolgens voorgelegd aan de schrijver. Ik vond het schilderij prachtig. Dromerig, teer, en ruimte latend voor de, in de verhalen, opgeroepen werelden.”
Je bent behalve schrijver ook kunstenaar. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar?
“Mijn opleiding aan de Rietveld Academie in Amsterdam leverde me inderdaad af als tekenaar/schilder. Jarenlang heb ik geschilderd, getekend en geëxposeerd. Tot ik begon te schrijven, ik was al eind veertig. Maar, schrijven is altijd al mijn grootste wens geweest. Al van kind zijn af. Dat ik zo laat in mijn leven dan toch eindelijk debuteerde met mijn eerste verhalenbundel Zomaar een vrijdagmiddag, was, realiseerde ik me nog veel later, omdat ik toen pas de woorden had.”
Kun je iets zeggen over het schrijfproces van de bundel?
“Het begint met een gevoel van noodzaak om over een bepaald onderwerp te schrijven. Soms wordt dat een verhaal, soms een roman of een novelle, et cetera. Ik put vrijwel altijd uit eigen ervaringen. In mijn lange leven heb ik zoveel gezien, gehoord, en meegemaakt. Dat blijkt een onuitputtelijke bron. Vervolgens gaat mijn verbeelding daarmee aan de haal, zo zou ik dat kunnen zeggen. Want vaak denk ik, lezende wat ik heb geschreven: waar haal ik het vandaan? En daar kan ik dan niet echt een antwoord op geven.
De verhalen in deze bundel zijn in de loop der jaren ontstaan. Ik bleef ze met me meedragen, veranderde iets, voegde iets toe. Verwijderde een verhaal, en schreef weer een nieuw.”
De verhalen gaan over mensen ‘op een kantelpunt in hun leven’. Wat fascineert jou daaraan?
“Mensen fascineren mij überhaupt. Vooral dat wat ze níet doen en níet zeggen en níet durven. En ook de pijn die mensen met zich meedragen, hun eenzaamheid vaak. Twijfel ook. Daarover schrijf ik. Het is niet zozeer een kantelpunt in het leven van mensen dat mij bezighoudt. Wel in het verhaal Kantelpunt natuurlijk. En nu ik erover nadenk, misschien ook wel in De vlucht. Ja toch misschien wel in meer verhalen…”
Wist je van tevoren dat je een aantal verhalen binnen dit thema wilde gaan schrijven? Of bleek het thema achteraf?
“Uiteindelijk, zonder vooropgesteld doel, bleken de verhalen die ik al die jaren met me meedroeg, bij elkaar te passen. En min of meer over eenzelfde thema te gaan. De protagonisten (hoofdpersonen, red.) zijn allen vrouwen of meisjes, zelfs hele kleine meisjes nog. Hun worsteling met het leven, daarover gaat het steeds weer. En over de foute beslissingen die ze onbedoeld maken. De verkeerde wegen die ze inslaan met alle gevolgen van dien.”
Als schrijver schrijf je romans, verhalen en een dichtbundel. Naar welk genre gaat je hart uit? En vraagt elk genre een ander gemoed?
“Ik schreef inderdaad verhalen, gedichten, romans en non-fictie, recent nog Brief in de nacht. Het onderwerp – waarover ik wil of moet schrijven – kiest zelf zijn eigen vorm. Dat is onvermijdelijk. Het past alleen in de ene óf in de andere vorm. En wordt dan een verhaal, een roman, een novelle, gedicht of non-fictie. Ik heb geen voorkeur, mijn hart gaat naar alle genres uit.”
Wat is er zo aantrekkelijk aan het korte verhaal? Wat wil je dat de lezer ervaart?
“Het korte verhaal is in Engeland bijvoorbeeld zeer geliefd, in Nederland echter zo goed als verwaarloosd. Wat ik aantrekkelijk vind aan verhalen, zijn de werelden die zij in heel kort bestek oproepen. Elk verhaal is een afgerond geheel. En laat je achter, als het goed is, met het gevoel iemand te hebben ontmoet en een ander mens te hebben leren kennen. Kortom, je bent even ondergedompeld geweest in een andere werkelijkheid, een andere dan die van jezelf. Dat kan een verrijking zijn.”
Dan ben ik nog heel benieuwd of je alweer – wellicht pas in gedachten – met een nieuw schrijfproject bezig bent?
“In januari dit jaar liep ik door een val een fikse hersenschudding op. Pas nu, in oktober, gaat het langzaamaan beter. En kan ik zelfs lezen, waarmee ik ontzettend blij ben. Vóór mijn val was ik, heel aftastend nog, begonnen aan een – waarschijnlijk – novelle. Ik heb nu zin ermee verder te gaan, zonder te weten hoe het zal eindigen. Want of iets goed wordt of niet, weet je pas na de laatste zin.”
Over het boek
’s Avonds tijdens het afwassen zingen de zusjes meestal tweestemmig om aan de gespannen sfeer in huis te ontsnappen. Of ze kletsen over de toekomst. Terwijl vader na het eten onderuitgezakt in de leunstoel hangt, zoent moeder met de bovenbuurman in het trappenhuis. Sinds er voor het balkon een net is gespannen om te verhinderen dat de duiven alles onder poepen, kijken de familieleden niet meer door het raam naar buiten. Er is een duif in het net verstrikt geraakt. Aan de eettafel kun je dagenlang het klapwieken horen, voordat de duif het loodje legt. In tien delen vertelt Chaja Polak over mensen die zich op een kantelpunt in hun leven bevinden. Wachtende, eenzame vrouwen, gesloten mannen, kinderen die in hun fantasie proberen te ontsnappen. Net als in haar alom geroemde Brief in de nacht (ver)oordeelt Polak niet, maar laat met begrip en empathie zien wat mensen bezighoudt en voortdrijft. Door haar precieze en sprekende details leren wij de ander van binnenuit kennen en daardoor iets beter te begrijpen.
(Het net, de duif en de dood, Cossee, € 21,99)
Over de schrijver
Chaja Polak (1941) is kunstenaar en schrijver. Ze publiceerde veelgeprezen romans, verhalen en een dichtbundel. Haar laatste roman Het verdriet van de vrede verscheen in 2023. Haar bestseller-essay Brief in de nacht. Gedachten over Israël en Gaza (2024), waarin ze zoekt naar de nuance en menselijkheid, kreeg veel media-aandacht en is nu in vele talen vertaald.
Foto: Irwan Droog
Zin in?
Wij geven 3 exemplaren van Het net, de duif en de dood weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 30 oktober.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."