BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Oregon: Het allerbeste leven

Oregon: Het allerbeste leven

Goede wijn, goed bier en goed eten, maar ook: skiën vanaf een vulkaan, véél natuur en relaxte yankees. Hoofdredacteur Nathan Vos ondervond zelf waarom Oregon de meest geliefde staat – en Portland de meest geliefde stad – van Amerika is.


Portland meest populaire stad van de States
Oregon? Als wij Nederlanders al naar de westkust van de Verenigde Staten gaan, dan eindigt de rit meestal in of net boven San Francisco. Maar als u nou eens doorreed op de 101, richting Canada, dan kwam u in Oregon. En daar zou u best eens kunnen blijven hangen, als u van goede wijn, goed bier, goed eten, skiën vanaf een vulkaan, luieren langs het strand, véél natuur en van frisse, vooruitstrevende en relaxte yankees houdt. Portland was vorig jaar de meest populaire stad (lees: verhuisbestemming) van de States. Waarom? Het is niet het weer, het is niet de economie, het is ook niet de ligging – hoewel je op anderhalf uur westwaarts in de Pacific kan poedelen en op anderhalf uur oostwaarts de lange latten kunt onderbinden op Mount Hood. Het geheim van Portland en Oregon is de mix van natuur en cultuur: het weer is er Europees gematigd, de aarde is er vruchtbaar. Wat ook helpt: de stad is al tientallen jaren een van de progressiefste van het land, met veel liefde voor milieu en gelijke kansen.

 

Old school filterkoffie
Er opent bijna elke week wel een restaurant in foody cuy, met lokale en verse producten, een inventieve keuken en lekker veel ruimte. De drankliefhebber vindt er zo’n 65 microbrouwerijen – het hoogste aantal ter wereld, flink wat destilleerderijen en de laatste jaren zijn er ook tientallen wijnmakers bij gekomen. We vinden ze met name in de Central Eastside, aan de rivier, inmiddels een culinaire rimboe waar het experiment en de ontdekking vrij baan krijgen. Dat geldt ook voor het befaamde duurzame koffiemerk Stumptown, inmiddels ook in Amsterdam gespot, dat de old school filterkoffie propageert als retro-vervanger van de snelle espresso. Daar begint het op te vallen dat Oregonians hun eten en – in dit geval koffie – drinken bijzonder serieus nemen. De bonen, het branden, het mengen, het malen, eindeloos proeven, experimenteren en verbeteren: koffie is een wetenschap bij Stumptown coffee roasters. In the cupping lab trainen ze barista’s in het zetten van het perfecte kopje.

Stadse wijnboeren
Wijn nemen ze al net zo serieus. ‘’Jullie Europeanen doen dat al lang, wijn met het bijbehorend voedsel combineren, maar wij Amerikanen leren het net,’’ vertelt Jeff Wetssler, die van patring – zoals het combineren van wijn en spijs daar heet – zijn beroep heeft gemaakt. In een stoomcursus in zijn wijn-‘klaslokaal’ Patrings Portland leren we hoe de smaak van wijn wordt bepaald door de hap die je ervóór hebt genomen. De gouden tip? ‘’U neemt een slok wijn en u vindt ‘m niet te drinken? Ga dan net zo lang in de ijskast op zoek naar iets wat die wijn wél lekker maakt!’’ We maken een toer langs wat wijnboeren in de stad. ‘’Het klinkt raar, een wijnboer in de stad, maar veel van die jonge gasten willen graag zijn waar het gebeurt en direct contact hebben met hun klanten. En het is maar een uurtje rijden van de wijngaarden in de Willamette Valley naar hier,‘’ legt wijnmaker Michael Claupool uit. De voormalig sommelier van verschillende New Yorkse toprestaurants trok naar Portland om zich met zijn vrouw, een kaas-expert, toe te leggen op het goede leven. En dat kreeg gestalte in de Clay Pigeon Winery en de bijbehorende bar Cyni’s.

oregon nathan

Culinaire parkeerplaats
Dat leven, dat pragmatisme, stemt ons vrolijk, helemaal als we op verdere lege parkeerplaatsen tegen Portlands foodcarts aanlopen. Voedselkarren waar de echte lekkerbekken ontbijten en lunches en diners uit alle windstreken kunnen halen. Complete maaltijden zijn het, van Grieks tot Pools en van veganistisch tot varken. Voor 2008 bouwden optimistische ontwikkelaars de stad vol parkeerplaatsen, het kon niet op. Toen kwam de crisis en konden ze die dure plekken niet meer verkopen. Tegelijkertijd trokken er allerlei culi’s naar Portland om hier te koken, maar niet iedereen had de middelen om een restaurant te beginnen. Één en één werd twee: de ontwikkelaars stelden hun terrein beschikbaar en de koks konden er een kar neerzetten.

Oregon als culinaire én wijn-hotspot van de Verenige Staten bestaat nog niet zo lang. Pas een halve eeuw geleden ontdekten een paar wijnliefhebbers dat de pinot noir-druif het erg goed deed in Willamette Valley. Geen wonder eigenlijk, want de streek ligt op dezelfde breedtegraad als de Bourgogne. Voorzichtig gingen de avonturiers planten, plukken, persen, proeven, op de heuvels waar tot dan toe vooral bessen en noten werden geplant. In 2014 is de vallei een volwassen wijnproducent, waar kleine en grote wijnboeren honderden verschillende soorten pinot noir, pinot gris en blanc, chardonnay en een enkele riesling en gewürztraminer maken. Van reserve, van één gaard, tot blends waarin allerlei druiven uit de vallei vermengd worden. Een enkeling waagt zich zelfs aan sparklings.

Franse wijn van Amerikaanse heuvel
De Willamette Valley begint al vlak onder Oregon en bestaat uit talloze heuvels en dorpjes als McMinnville en Dayton. We treffen op bijna elke hoek wel een wijnproeverij – als het geen restaurant is, van een kwaliteit die je op zo’n plek niet verwacht, ondervinden we tot ons genot. We zijn er eind februari, als de vallei niet op z’n drukst is. De druivenoogst was in september en oktober, nu is het wachten tot de wijn gebotteld kan worden. We zijn er getuige van bij Domaine Drougin, nota bene een klassiek Frans wijnhuis dat in Oregon een pracht van een heuvel heeft opgekocht. Waar ze enthousiast de flessenhalzen van de reserve ‘Louise’ in rode was aan het dopen zijn. Het meeste plezier hebben we bij Roco, het wijnhuis van Rollin en Corby Soles. De ruim besnorde ex-Texaan Rollin is, naast een van de meest gelauwerde wijnmakers uit de regiop, een hartelijke grappenmaker die graag folks uitnodigt voor een diner op zijn ranch. Bij elke fles een smakelijke anekdote, meestal ten koste van conservatieve en ter eer en meerdere glorie van het vrije denken.

 

(Hooi)bergen aan Zee
Naast de stad en de vallei mazzelt Oregon ook nog eens met die enorme kustlijn. We vallen voor de charmes van het rustieke Cannon Beach, een soort Bergen aan Zee, waar wat kunstenaars strandgezichten schilderen, galerietjes die proberen te verkopen en bezoekers zich vooral vergapen aan de Haystack (hooiberg) Rock – een enorme rots in de zee, en het al vijftig jaar onbewoonde vuurtoreneiland iets uit de kust. De route langs de kust leidt langs Ben Jacobsen, een mislukte ICT-er, die zich een paar jaar geleden tot doel had gesteld dat hij dan maar hét perfecte zout moest maken. Een obsessie werd het, jaren van zoeken, zeven, mengen en proeven. ‘’En toen dat gelukt was, moest ik nog een zoutfarm vinden om het te maken.’’ Dat lukte: Ben vond een oude oestervisserij aan Netarts Bay, een onuitputtelijke bron voor zijn zeezout. Dat, eenmaal onttrokken aan het water, handmatig wordt geselecteerd, gedroogd, eventueel met een smaakje wordt verrijkt en dat we later als Jacobsen Salt voor vijftien euro per potje terugzien in de schappen.

All year round skipiste
Mount Hood, een actieve vulkaan van 3250 meter hoog, bezorgt elke Oregonian een goed moment als hij te zien is: dan is het immers een heldere dag. Wij gaan er om twee redenen heen. De eerste is de prachtige Timberline Lodge. Gebouwd midden in de Great Depression, in nog geen anderhalf jaar, door honderden werklozen die door president Roosevelt aan het werk waren gezet. Een wonder van elegantie en volhardenheid, opgetrokken uit hout en vulkaansteen van de berg zelf en gerecycled materiaal van onder meer het leger en de spoorwegen. De tweede reden om er te willen zijn is de mooie ligging, want de Lodge is het begin en einde van een all year round skipiste, de enige van het land. Een tweetal uurtjes glijden we over verse sneeuw – die er dus het hele jaar kan vallen – in alle rust naar beneden. Om na een rit van een uur te belanden in de Hood River, een grappig stadje aan de overweldigende brede, serene en mystieke Columbia Riber. U moest er gewoon maar eens heen. Voor het goede leven in de vallei, om zee en de bergen, om de vrolijke inwoners. En dan hebben we het nóg mooiere oost-Oregon nog niet eens gezien.

 

Slapen 
The Black Walnut Inn, Dundee
Superieur boven de eigen wijngaard gelegen villa, waar de intens hartelijke Karen en Neil Utz dorstige reizigers graag ontvangen in ruime suites en met een heerlijk ontbijt.
Vintage Plaza, Portland
Een van de beste hotels ter wereld, volgens de lijstjes. Met een eigen wijn-conciërge en elke middag een (drukbezochte) proeverij. Midden in downtown Portland.
The Inn at Cape Kiwanda, Pacific City
Ideaal voor de kunstreiziger, want pal aan het schitterende strand, maar vooral: recht tegenover de Pelican Pub.
Columbia Gorge Hotel, Hood River
Een groot, statig, klassiek jaren 20 hotel, op de kliffen langs de rivier. Manager Paul Robinson neemt u op verzoek graag mee naar het beste uitzichtpunt.

Eten in Portland
Bamboo Sushi
Alle vis komt uit een goed net, het vlees is scharrel, interieur en bedrijfsvoering duurzaam. Maar vooral ook héél bijzondere sushi!
Bröder Nord
De Zweedse keuken: stevige omeletten, veel zalm, stoere groenten. Doet in niets denken aan Ikea. Gemene ontbijt-bloody mary.
Ava Gene’s
Van de eigenaar van Stumptown Coffee. Klassiek interieur – maar gloednieuw – met experimentele Italiaanse keuken en uiteraard lokaal lekkers. De notenragout is een feest.

Eten in Oregon
In Cannon Beach: The Wayfarer Restaurant
Favoriet van de strandbezoekers, met uitzicht op de hooiberg, maar vooral allerlei variaties op de Dungeness Crab, net om de hoek gevangen. Proef ook de clam chowder.
In McMinnville: Nick’s Italian Café
De minestrone (al vier generaties een geheim recept) met verse pesto zaligmakend, net als de mirakels goede groentegerechten. De favoriet in dit knusse stadje.

Nathan in Portland/Oregon

[youtube id=”waQ7ccHSg7o”width=”600″height=”315″]

Door Nathan Vos, uit Zin 113, mei 2014