BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Paul van Beers – BluePump

Paul van Beers – BluePump

Ruim veertig procent van de waterpompen in Afrikaanse dorpjes is kapot. Dus trekken veel plattelanders naar de (nog uitzichtlozere) stad. Paul van Beers (1950) ontwikkelde dé oplossing: de BluePump, een degelijke duurzame handpomp.

In Afrika is er in de meeste steden wel een waterleiding, maar in de dorpen niet. Daar wordt het water nog steeds door de dorpelingen zelf uit de grond gehaald. Hydroloog Paul van Beers: “In de jaren tachtig vond de VN dat elk dorp minimaal één waterpomp moest hebben, om het water makkelijker naar boven te halen. Hulporganisaties uit westerse landen zijn toen aan de slag gegaan zodat sindsdien elk gehucht, hoe klein ook, een eigen dorpspomp kreeg. Meestal van Franse of Indiase makelij. Doordat ze massaal geproduceerd werden, waren ze goedkoop en overal verkrijgbaar. Zelf werkte ik toen als hydroloog (deskundige op het gebied van water, red.) in Burkina Faso en Mauritanië. Ik heb er enthousiast aan meegewerkt. Wel duizend van die pompen heb ik geplaatst. Ik zag overal blije mensen. We hebben water!”

Probleem opgelost…
“Was dat maar waar. In het begin dacht ik echt dat alles goed ging. Je leerde de mensen hoe ze de pompen moesten repareren. Als ik een pomp had geplaatst kwam ik ook nooit meer terug. Gewoon te druk. Tien jaar later ging ik uit nieuwsgierigheid eens kijken bij de pompen. Ik schrok me wild! Bijna alle pompen waren stuk. Ik heb toen onderzoek gedaan hoe het er met de rest voor stond en wat bleek: veertig procent van die waterpompen werkte al niet meer. Dat zijn er ruim 150.000. Ik vond dat we daar direct wat aan moesten doen. Organisaties als Unicef en Wereldbank wisten niet goed raad met de situatie. Studie na studie hebben ze eraan geweid. Heeft handenvol geld gekost, maar ze kwamen er niet uit. Daar zag ik de grote uitdaging. Als die oude pomp niet werkte, moest er dus een betere komen. Ik wilde die ontwikkelen.”

Maar de mensen konden de pompen toch zelf repareren?
“De man die het kon was vertrokken, of het kapotte onderdeel was nergens verkrijgbaar. Maar de belangrijkste reden was het ontwerp zelf, dat niet erg duurzaam is. Er zijn veel kwetsbare, bewegende onderdelen die makkelijk slijten. De stangen kunnen makkelijk breken, de rubbers slijten, de buizen roesten. De producenten willen alleen maar pompen verkopen, geen losse onderdelen. Als iets stuk gaat, zoek het maar uit. Nergens in Afri¬ka zijn losse onderdelen verkrijgbaar.”

Klinkt toch een beetje als Kuifje in Afrika: de blanke lost het wel op.
“Omdat maar heel weinig mensen in Afrika de specifieke kennis in huis hebben die ik door mijn opleiding heb. Maar ik was voor honderd procent afhankelijk van de aanwijzingen die de gebruikers van de pomp gaven. Zo is deze BluePump ontstaan. Bijna niet kapot te krijgen. Weinig bewegende, slijtbare onderdelen. Wat toch slijt is overal verkrijgbaar en makkelijk te vervangen. Je kunt hem gewoon over de oude, kapotte pomp plaatsen. Geen open put meer waar emmertjes in kunnen vallen, kinderen, beesten, ellende. Onze blauwe pomp heeft een deksel. Even zwengelen aan de hendel en er komt water uit.”

En nu wil iedereen in Afrika die pompen natuurlijk dolgraag hebben.
“De mensen in de dorpen zeker. Ze roepen vaak genoeg: we willen die oude rotpompen niet meer. We willen BluePumps. Maar helaas wordt er nauwelijks naar ze geluisterd. Voor de financiering zijn ze volledig afhankelijk van westerse hulp- en donor¬organisaties. Veruit de meeste willen er nog niet aan omdat ze die oude pompen gewend zijn en niet verder kunnen of durven kijken. Ze kijken alleen naar de kosten en vinden ons te duur. Het klopt dat onze pomp per stuk wat duurder is. Aan degelijkheid en kwaliteit hangt een prijskaartje. Koop je er bijvoorbeeld honderd dan wordt het al veel goedkoper. Maar de organisaties zijn niet de enigen die niet meewerken. Ook regeringen van Afrikaanse landen staan niet te trappelen vanwege hun goede relaties met handelaren en producenten van die oude Indiase en Franse pompen. De helft van alle Afrikaanse landen heeft inmiddels besloten hun markt te monopoliseren, zodat slechts één type pomp welkom is. Er wordt meer geld verdiend met het bouwen van nieuwe fragiele pompen dan met een duurzame pomp die nooit kapot gaat. Heel lang heb ik dat niet gezien, of niet willen zien. Cruijff heeft gelijk: je ziet het pas als je het ziet.”

Een gevecht tegen windmolens.
“Ja, vooral in het begin. Maar toch is dit niet tegen te houden omdat het zo goed is, zo uniek. En omdat de mensen in het land, en nu ook langzamerhand meer hulporganisaties zoals Oxfam en IRD, de voordelen van de BluePump ontdekken. Ze hebben er nu 150 geplaatst en willen er graag mee verder. Met de blauwe pomp kunnen we het grootste probleem in Afrika oplossen: de trek van mensen van het platteland naar de stad, waar ze in uitzichtloze sloppenwijken terecht¬komen. Als er zicht is op een goed bestaan op het platteland is er geen aanleiding meer om weg te gaan. Met goede pompen in de dorpen, schoon drinkwater, kan de rurale economie op gang komen. Landbouw en veeteelt kunnen dan in eigen behoeften voorzien.”

U houdt van Afrika.
“Ik ben er dol op. Op de mensen, het land, het klimaat. Afrikanen zijn vaak veel aardiger dan wij, vind ik. Makkelijker, ongedwongen. Mensen gaan soepeler met elkaar om, niet zo competitief als wij. En dan het leven daar: ’s ochtends, je staat vroeg op, weelderig zon-licht, het voelt al zwoel. Je gaat fris aan de gang, later zakt het wat in. Je wordt loom en geeft daaraan toe: siësta. Later op de dag doe je weer wat, ’s avonds zit je rustig nog even met een biertje. Een betere manier van leven dan werken van negen tot vijf elke dag en ’s avonds in de file staan. Maar áls ik er ben wil ik iets nuttigs doen. Momenteel kan ik me in Nederland voor Afrika nuttiger maken dan daar. Hoewel ik er nog vaak kom. Ik heb samen met mijn vrouw de non-profit organisatie FairWater opgericht waarmee we sponsors zoeken om kapotte pompen te vervangen door duurzame blauwe pompen. In meer dan zeventig dorpen is dat inmiddels gebeurd. In Afrika moeten meer blauwe zones komen. We willen Afrika blauw gaan kleuren. Dat is mijn missie.