Parels van Peru
Vrolijke indianen langs de Amazone, koloniale gebouwen in Lima, je tegemoet zwemmende zeeleeuwen bij Islas Balestas. En in heel Peru: de mooiste sterrenhemels denkbaar. Jurjen Drenth keek zijn ogen uit.
Het is de grootste stad ter wereld die niet via de weg te bereiken is: Iquitos. De stad vormt de toegangspoort tot de parel van Peru: de Amazone. Het mag dan afgelegen klinken maar Iquitos is een en al levendigheid waar voorbij tuffende tuktukjes – bromfietstaxi’s met een tweezitsbank op de bagagedrager – het straatbeeld bepalen. Een stadje waar ik best langer wil blijven maar ik stap over een houten plank aan boord van de MV Aria, een drijvend hotel met alle denkbare luxe aan boord. Het schip heeft ramen over de breedte en hoogte van de kamers en biedt onbelemmerd uitzicht over de Amazone rivier. Zodanig onbelemmerd dat je de eerste nacht diep onder de dekens kruipt omdat een nieuwsgierige krokodil wel eens z’n neus plat tegen jouw raam zou kunnen drukken. Maar zover komt het niet, alles wat we voorbij zien trekken zijn vredige taferelen en vriendelijk groetende indianen in kleine bootjes.
Robinson Crusoe-gevoel
Aan boord van de MV Aria is het niet te versmaden. Met zestien tweepersoonskamers is er net zoveel personeel als gasten. Het eten is verrukkelijk en menu’s met zes gangen zijn geen uitzondering. Boven op dekniveau is een heerlijke loungebar met zitbanken waar je bijna niet meer uit wilt komen. Over het voordek met zwembad is een tentdoek gespannen wat het schip iets avontuurlijks geeft. Beetje Robinson Crusoe-gevoel. Alles is erg stijlvol en met smaak gedaan. De Amazone glijdt langzaam aan je voorbij, je wilt bijna niet meer van boord. Maar de omgeving lokt en de glimlachende en zwaaiende indianen langs de oever ook. Zelden heb ik zulke blije kinderen gezien. Het is hier nog steeds een paradijs, maar wel eentje die verstoken is van luxe. Kinderen blootsvoets spelend in de modder aan de waterkant of even verderop een jongetje dat op de veranda van een houten huisje een kan met water over zichzelf heen giet. Geen indianen met leren lapjes voor hun edele delen of verentooien, maar gewoon locals met simpele korte broeken of boxers en T-shirts. Hun kleding ziet er niet uit alsof ze in een dure wasmachine met het beste wasmiddel is gewassen. Maar hun ‘Miele’ gaat echt nooit stuk; zij wassen in de rivier. Ook al het personeel van de boot komt uit de Amazone en veelal uit omliggende indianendorpjes. Niemand kan beter vertellen over de Amazone en haar gewoontes en dagelijks doen we een excursie waarbij we per boot de omliggende dorpjes verkennen. ’s Avonds in het donker gaan we op zoek naar krokodillen. Met een zaklantaarn lichten hun ogen op als vuurballetjes. Uiteraard onder begeleiding van een stoere gids (die af en toe een kleine krokodil uit het water pakt) en een stoere stuurman die de aluminium krokodillen-safariboot behendig bestuurt. Na drie dagen voelt de Amazone een beetje als een warme deken; een en al vriendelijkheid.
Lima, stad van contrasten
Ik zeg het maar meteen: Lima verdient niet de hoofdprijs voor mooiste stad. Zeker niet als je de stad vanaf het vliegveld komt binnenrijden. Te veel verkeer en de Peruaanse winter – van juni tot september – doet ook net haar intrede. Dat bekent: alle dagen grijs maar dan zonder regen. En toch heeft Lima veel interessants te bieden. Het hart van de stad vormt het Plaza Mayor plein, gesticht door de – zeg maar gerust – piraat Pizarro uit Spanje. Het plein is omgeven door koloniale gebouwen en veel mooie winkels. Maar het mooiste deel vind ik de wijk Barranco. Een wat ingetogen sfeervolle en Boheemse kunstenaarswijk op een soort van breuklijn in de vorm van een ravijn (barranco betekent ravijn), wat de wijk op een romantische wijze in tweeën splijt. Precies langs het ravijn loopt een mooi wandelpad met de Bridge of Sighs. Daar sprak ooit een jongen die verliefd was op een meisje uit Barranco met haar af, maar ze kwam niet opdraven en hij bleef maar wachten… Nu kan een ieder die over deze brug loopt een weg doen door z’n adem in te houden tijdens de oversteek. Lima wordt als culinaire hoofdstad van Zuid-Amerika genoemd en loungebar Ayahuesca, in de wijk Barranco, is dan ook een staaltje van modern Zuid-Amerikaanse interieurdesign. En prettig qua sfeer, zowel jong en oud komt er. Terwijl je hier een verrukkelijke Peruaanse cocktail – Pisco Sour – drinkt, springen de surfers niet veel verderop over de golven, het is hier een waar surfparadijs. Ook de wijk Miraflores, hoog gelegen aan de kust is zeer levendig. Deze moderne en hippe wijk contrasteert mooi met de binnenstad, met Parque del Amor als geweldig uitzichtpunt over de baai en kliffen waar met regelmaat paragliders naar beneden zweven. Niet goedkoop (kamers rond de 200 euro) maar een juweel van een koloniaal bouwwerk is het Country Club Lima Hotel dat fraai ligt ingebed in het Bank District tegen de wijk Miraflores aan. In ieder geval leuk om even koffie te drinken.
Ontmoeting tussen zee en woestijn
Mijn laatste bestemming is El Chaco, gelegen op de grens van woestijn en zee. Vanuit Lima nemen we de Panamarican Highway naar het zuiden. Vlak voor ons einddoel maken we een lunchstop in de Hacienda San Jose in Chincha. Een voormalige slavenplantage met een prachtige statige boerenhoeve uit de Spaanse koloniale tijd. Het is tevens een luxe hotel en eenmaal aan de tafel waar ik een uitgebreide lunch gebruik, in combinatie met een landelijk uitzicht, wil ik hier niet meer weg. Maar ik moet wel want ik ga naar El Chaco waar woestijn en zee elkaar ontmoeten. El Chaco is een vriendelijk kustplaatsje met veel locals en relatief nog weinig toeristen. Ik slaap in het luxe Paracas hotel dat naast moderne luxe ook veel sfeer heeft en pal naast de kust ligt. Een prettige plek om te verblijven.
Warm onthaal door zeeleeuwen
De volgende dag ga ik per luxe boot natuurlijk park Islas Ballestas bezoeken; een groepje eilanden in de volksmond ‘Galapos voor de armen’ genoemd. Het staat bekend om zijn vogelkolonies. ‘’Met een beetje geluk zien we een zeeleeuw,’’ laat de schipper vlak voor vertrek weten. Als ik de eilandjes in de verte zie liggen vraag ik me af wat toch al die bruine vlekjes zijn. Het blijken zo’n 10.000 zeeleeuwen te zijn. Een enorm aantal zwemt de boot al groetend tegemoet; zelden zo’n warm onthaal gehad. Maar als de boot naar het volgende eilandje vaart, verandert hun enthousiasme in een teleurstellende en klagende toon. De intonatie is duidelijk te horen; ze balen ervan. Ze vonden het net zo gezellig. Aandoenlijke dieren. Je zou er bijna eentje mee naar huis nemen, maar ze stinken enorm. Op de andere eilanden niets dan vogels; pelikanten, jan-van-genten, aalschovers maar ook pinguïns en zelfs Humboldtpinguïns. Sommigen lopen erbij of ze meneer Humboldt himself zijn, zo eigenwijs. Ook hiervan wil ik er wel eentje meenemen, maar ja, dan krijg ik mevrouw Humboldt op m’n dak. Kenmerkend voor deze eilandjes zijn hun grotten en boogvormige rotspartijen.
Iedereen is er stil van
De dag erna neem ik deel aan een excursie in de zandduinen van national park Paracas. Glooiende zandheuvels zover het oog reikt die we met een 4-wheel gaan ontdekken. De chauffeur scheurt erop los en komt sowieso helemaal los. Hier staan duidelijk geen flitspalen en dus vliegen we in hoog tempo zandheuvel op en af. Ben ik plots onderdeel van de beroemde Dakar-rally? Ja, dat ben ik zeker want onze chauffeur heeft deze rally hier in 2012 daadwerkelijk gereden. Maar we komen ook voor al het moois wat de natuur te bieden heeft en na een flink eind rijden stoppen we op een van de mooiste uitzichtpunten om in stilte en verwondering de zon onder te zien gaan. Iedereen is er stil van. Of dat nog niet genoeg is, wacht ons beneden in het dal nog een verrassing: in het schemerdonker staat een mooie tent opgesteld omgeven met brandende fakkels en een vriendelijke ober verwelkomt ons met een drankje. We ploffen neer op de zachte kussens onder de sterrenhemel die zich hier vanzelf opdringt en sprakeloosheid neemt alleen nog maar toe. Dan klinken er pannen en de geur van lekker eten dringt zich op. De goedlachse kok heeft ter plekke een heerlijk diner voor ons bereid. Smakkende geluiden en fonkelende sterren en zachtjes pratende mensen gaan hier zeer voldaan de avond in. In het pikkedonker tijden we terug naar ons hotel. Daar brengen we alweer onze laatste nacht door. Morgen vliegen we terug naar huis, maar misschien is er nog even tijd om in Lima de wijk Barranco in te duiken.
Peru praktisch
• ’s Zomers is het in Peru zeven uur vroeger dan in Nederland, ’s winters zes uur
• Munteenheid is de sol, maar je kunt ook met dollars betalen
• Paspoort moet na vertrek uit Peru nog zes maanden geldig zijn
• Vaccinaties tegen dtp en hepatitis A worden aangeraden en afhankelijk van de bestemming ook vaccinatie tegen gele koorts
• In het Amazonegebied is het aan te raden malariatabletten mee te nemen en te smeren met muggenspray. Ook bedekkende kleding wordt aangeraden. In het regenwoud heerst een tropisch klimaat; het is er warm en vochtig. De regentijd loopt van december tot april
• Het klimaat aan de kust is droog en mild
Reizen
KLM vliegt vanaf Amsterdam rechtstreeks in zo’n twaalf uur naar Lima, zie Klm.com. LAN Peru, Aerocondor en Star Perú verzorgen dagelijks binnenlandse vluchten binnen Peru. Vanaf Lima vlogen wij met Star Perú via Tarapoto naar Iquitos, het startpunt van de toch op de MV Aria. (Aquaexpeditions.com)
Uit Zin 117, Tekst en beeld door Jurjen Drenth.