Van knalgeel naar pikzwart
Hoe dichter bij de dood, hoe somberder zijn werk. Het vrolijke geel in de eerste schilderijen van Mark Rothko, maakt op het eind van zijn leven plaats voor zwart. Voor het eerst sinds veertig jaar is zijn werk weer in Nederland te bewonderen.
Rothko (1903-1970) is van Joods-Russische afkomst. Vanaf zijn tiende groeit hij op in Amerika. Hij komt toevallig tot de ontdekking dat schilderen iets voor hem zou kunnen zijn. In zijn familie spreken ze meerdere talen, zijn hoog opgeleid en vinden educatie dan ook belangrijk. Rothko kiest er toch voor om te gaan schilderen en tegen zijn zin van zijn familie, stopt hij met zijn opleiding.
Vanaf de jaren vijftig schildert Rothko in classic style. Hij verdiept zich in de abstracte kunst. Zijn abstracte werk zet hem als kunstenaar op de kaart. Hij liet zich inspireren door de emotie van de bezoeker. Zoals hij zelf zei: ‘Mensen staan voor mijn schilderijen te huilen, omdat ze dezelfde spirituele ervaring hebben als ik had, toen ik het schilderde’. De laatste jaren van zijn leven had hij last van depressies. Hij eindigde zijn leven in 1970.
In het Gemeentemuseum Den Haag hangt veel van de classic style van Mark Rothko. Daarnaast hangt er veel van zijn vroegere werk. De ontwikkeling van zijn schildertechniek is daardoor goed zichtbaar. Te zien is dat Mondriaan een van zijn grootste inspiratiebronnen was. Zijn kunstwerken werden dan ook wel ‘blurry Mondrians’ genoemd.
De tentoonstelling loopt van 20 september 2014 t/m 1 maart 2015 in Gemeentemuseum Den Haag.