Hee buurman, partytent lenen?
Delen = doen. De kracht van de deeleconomie.
Bedankt, internet. Consumenten zetten bedrijven buitenspel en doen steeds vaker zaken met elkáár. De deeleconomie rukt op. Een revolutie, zoals de pioniers zeggen, of een hippe variant van de aloude zwarte markt?
Je geeft een tuinfeestje maar vertrouwt het weer niet helemaal. Eigenlijk heb je een flinke partytent nodig. Gelukkig is er internet. Via sites als Ebay of Marktplaats kun je kijken of er ergens een tweedehands partytent wordt aangeboden voor een schappelijke prijs (die je na het feest weer kunt doorverkopen). Een nog voordeliger optie: via internet ook mensen vinden die in de buurt wonen en een partytent te léén hebben. Gratis! Er zijn al diverse sites die dit mogelijk maken – in Nederland is Peerby.com een bekende: je geeft aan wat je zoekt en de website (of de telefoon-app) laat zien wie er in de buurt woont en het je wil uitlenen.
Grootschalig & overal
Welkom in de sharing economy (of de ‘deeleconomie’). Door de pioniers beschouwd als niets minder dan een economische revolutie die het consumenten mogelijk maakt om direct met elkaar zaken te doen zonder tussenkomst van bedrijven, handelaren of intermediairs. Dat kon in het verleden natuurlijk ook wel, maar internet heeft ervoor gezorgd dat dit nu ook grootschalig en overal kan gebeuren. De oprukkende deeleconomie zet inmiddels veel traditionele businessmodellen op losse schroeven.
Neem de huizenverhuursite Airbnb.nl. Via die site kunnen huizenbezitters over de hele wereld hun huis of appartement aanbieden voor de verhuur. En vervolgens zelf zaken doen met de mensen die het willen huren, zonder tussenkomst van reisbureaus, touroperators of hotelketens. Airbnb groeit spectaculair. In het 8-jarige bestaan hebben 80 miljoen mensen een huis gehuurd op de site, en er vinden nu elke dag een miljoen Airbnb-overnachtingen plaats, verspreid over 191 landen.
Autodelen
In Nederland is een dienst als Snappcar in opkomst. Daarmee bieden mensen hun auto te huur aan op dagen waarop ze hem niet nodig hebben. Een uitkomst voor mensen die slechts af en toe in een auto willen rijden en een leuke extra inkomstenbron voor autobezitters die hun auto vaak ongebruikt voor de deur hebben staan. Het is, net als Airbnb, een perfect voorbeeld van de kracht van de deeleconomie: het benut de vaak omvangrijke ‘restcapaciteit’ in de markt. Capaciteit waar voorheen niets mee gebeurde, simpelweg omdat we geen contact hadden met de eigenaren van al die stilstaande auto’s en al die leegstaande appartementen.
Verbod
Voor traditionele aanbieders van de diensten die consumenten nu onderling verhandelen – hotels, busbedrijven, de NS, autodealers, partytentverhuurders – is de groeiende deeleconomie een zorgelijke ontwikkeling. Het wordt dan ook niet lijdzaam geaccepteerd; denk bijvoorbeeld aan de taxioorlog die nu in vele wereldsteden woedt tussen de ‘oude’ taxibedrijven en de nieuwe sharing-dienst Uber. Uber stelt gewone automobilisten in staat om wat bij te verdienen door op afroep als taxi te fungeren. Nu is Uberpop op veel plekken zoals in Nederland is verboden. Hier werkt Uber nu alleen nog met professionele chauffeurs. Je kunt er trouwens over twisten of Uber wel echt onderdeel is van de sharing economy. Een Uber-chauffeur deelt niet echt iets. Hij hoeft zelf nergens naartoe; hij rijdt ergens heen op verzoek van een klant en stelt daarvoor zijn auto beschikbaar. Dat doet een gewone taxichauffeur ook.
Oneerlijke concurrentie
Rondom sharing-diensten hangt een sfeer van duurzaamheid en hipheid: door bestaande producten beter te benutten wordt het milieu minder belast en het heeft ook nog eens de cool factor die bij internetsuccesverhalen hoort. Maar ondertussen mort de oude economie over oneerlijke concurrentie. Zo moeten hotels zich houden aan allerlei regels (denk aan brandweerverordeningen) en belasting betalen. De gemiddelde kamerverhuurder via internet doet daar niet aan. Airbnb zag zich eerder al gedwongen om met de gemeente Amsterdam afspraken te maken over de afdracht van toeristenbelasting. Maar andere diensten, zoals autodelen en andere sharing-websites, vallen nog buiten het zicht van de belastingdienst. Toch hoor je in principe belasting af te dragen als je bijverdiensten uit dit soort activiteiten haalt
Hippe zwarte markt
Omdat de meeste ‘delers’ dat nu niet doen, dreigt de deeleconomie een hippe versie van de aloude zwarte markt te worden. Ook zaken zoals consumentenbescherming zijn in de deeleconomie niet altijd even duidelijk. Wie draait er op voor de schade als de autohuurder een ongeluk krijgt? Wordt die partytent eigenlijk wel teruggebracht? De meer professionele aanbieders doen hun best om dat goed te regelen. Ze wijzen klanten op hun (fiscale) verplichtingen en een bedrijf als Snappcar biedt standaard een verzekering aan bij elke transactie.
Sociale controle
Consumenten zullen steeds beter gaan opletten hoe goed een platform dit soort zaken heeft geregeld. De belastingdienst is druk doende nieuwe richtlijnen op te stellen zodat ook de deeleconomie niet zal ontkomen aan belastingheffing. Zo wordt de deeleconomie langzaam volwassen en is het onvermijdelijk dat deze trekjes gaat vertonen van de oude economie, in plaats van zich ervan te onderscheiden. Al even onvermijdelijk is de verdere groei van deze manier van een-op-een zakendoen. Want het werkt.
Wantoestanden
Tegenstanders wijzen vaak op het gevaar van oplichterij en oncontroleerbare kwaliteit als er geen professionele partijen meer bij de handel zijn betrokken. Toch hebben succesvolle sites als Airbnb nog opvallend weinig last van wantoestanden. Wie een bouwval verhuurt of een appartement als ruïne achterlaat, krijgt slechte reviews op de site – of wordt er helemaal afgegooid – en kan in de toekomst veel moeilijker zakendoen. Het is een vorm van sociale controle die – tot nu toe in elk geval – goed lijkt te werken. Blijft dat zo? Laten we het hopen. Want dan haalt delen met anderen kennelijk het beste in mensen naar boven.
Tekst: Pieter Kort. Hij is hoofdredacteur van Platform IEX.nl