Dotteren in de hersenen
Over hoopgevende behandelingen voor een herseninfarct.
Een herseninfarct is op dit moment de belangrijkste oorzaak van invaliditeit en staat in de top drie van doodsoorzaken. Nieuwe behandeltechnieken, afgekeken van de cardiologie, geven hoop.
Tekst: Matthijs Buikema
Een herseninfarct wordt net als een hartinfarct veroorzaakt door een bloedstolsel dat een bloedvat afsluit. Het achterliggende weefsel – in dit geval een deel van de hersenen – krijgt daardoor geen zuurstof en geen voeding. Dat kan catastrofale gevolgen hebben. Ongeveer een vijfde van de slachtoffers overlijdt binnen een jaar nadat ze zijn opgenomen in het ziekenhuis. Degenen die overleven kampen vaak met zowel lichamelijke als geestelijke stoornissen, zoals verlamming en gedragsverandering.
Om de gevolgen te beperken is het zaak om zo snel mogelijk het bloedvat weer vrij te krijgen. Daarvoor is op dit moment maar één ‘gouden standaard’ (een voor artsen wetenschappelijk bewezen voorkeursbehandeling, red.): intraveneuze trombolyse. Dit is een stolseloplossend middel dat met een infuus wordt toegediend. Dit moet binnen vierenhalf uur na het ontstaan van de eerste uitvalsverschijnselen gebeuren. Daarna wordt de kans op herstel kleiner, terwijl de kans op complicaties zoals bloedingen te groot wordt. In de praktijk komen veel patiënten niet eens in aanmerking voor trombolyse omdat zij al antistollingsmiddelen gebruiken of net een grote operatie hebben ondergaan.
Minder medicatie nodig
Om het arsenaal aan behandelingen bij een herseninfarct uit te breiden, is de afgelopen jaren geëxperimenteerd met katheters. Een katheter is een dunne draad die via een slagader in de lies naar het verstopte bloedvat in de hersenen wordt gebracht. Cardiologen hebben hier al langer goede ervaringen mee om dichtgeslibde kroonslagaders vrij te maken. Bij een herseninfarct kan de neuroloog met een katheter de trombolyse vlak bij de verstopping toedienen. Voordeel: het werkt sneller en er is minder medicatie nodig. Dit zou de kans op bloedingen door de trombolyse verminderen. Er is ook een soort kurkentrekker ontwikkeld dat zich door het stolsel boort, uitklapt en het stolsel meetrekt als de arts de katheter er weer uit haalt. Of de neuroloog kan via een katheter een stent plaatsen in het stolsel. Dit is een veertje dat het bloedvat open drukt zodat het bloed weer kan doorstromen. Vervolgens kan de neuroloog het stolsel met de stent uit het bloedvat ‘harken’. Voordeel van deze trombectomie-behandeling is dat er geen medicatie met kans op ernstige bijwerkingen nodig is. Daardoor kunnen meer patiënten worden geholpen. Bovendien is er meer tijd (zes uur) voordat de kans op herstel steeds kleiner wordt.
Niet zonder risico
Deze nieuwe behandeltechnieken hebben hun nut de afgelopen jaren bewezen. Toch lieten ze in onderzoeken nooit een duidelijk verschil in uitkomst zien ten opzichte van intraveneuze trombolyse, waardoor deze laatste de ‘gouden standaard’ bleef. De MR Clean-studie, een samenwerkingsverband tussen de academische ziekenhuizen in Amsterdam, Rotterdam en Maastricht, heeft dat verschil nu wel aangetoond, mede dankzij een nieuwe generatie katheterisatiemateriaal. De kans op zelfstandig functioneren na een herseninfarct verbetert volgens de studie van één op de vijf naar één op de drie patiënten. Vier buitenlandse onderzoeken hebben dit bevestigd. Artsenblad Medisch contact noemt dit succes een kleine revolutie in CVA-land. De richtlijnen voor de behandeling van een herseninfarct worden inmiddels bijgewerkt.
Hoewel trombectomie een waardevolle nieuwe behandeloptie is bij een herseninfarct, kleven er ook risico’s aan. Het kan altijd gebeuren dat de arts met de katheter een stukje van het stolsel losmaakt, dat vervolgens op een nog lastiger plek komt vast te zitten. Of er gaan vaatjes kapot waardoor een hersenbloeding kan ontstaan. Vandaar dat trombectomie niet voor iedere patiënt geschikt zal zijn.
Beroerte of CVA
Een beroerte of CVA (Cerebro Vasculair Accident) is de verzamelnaam voor een hersenbloeding en herseninfarct. Een herseninfarct komt het meeste voor. Vanwege een dichtgeslibde ader (trombose) of een bloedstolsel dat een hersenslagader verstopt (embolie), krijgt een deel van de hersenen te weinig bloed waardoor het hersenweefsel afsterft. Ongeveer tachtig procent van de beroertegevallen is een infarct. Een hersenbloeding is het gevolg van een lek in een hersenbloedvat. Zo’n lek kan ontstaan door een zwakke plek in de bloedvatwand waardoor bloed de hersenen in stroomt. Een voorbeeld is het knappen van een aneurysma (uitstulping in wand van een hersenslagader). In zo’n twintig procent van de beroertes gaat het om een hersenbloeding. Een TIA lijkt op een beroerte, maar de blokkade van een bloedvat duurt hierbij kort. Er zijn dan geen blijvende gevolgen.