De nieuwe arbeidersklasse
Twee tot drie miljoen Nederlandse banen kunnen verdwijnen door robotisering. Moeten we dat wel willen: de robots zó ver laten oprukken?
Sinds er robots bestaan hebben ze de fantasie geprikkeld. En vinden we het leuk om ze menselijke trekjes te geven. Probleem is alleen dat niet alle menselijke trekjes even schattig zijn. Daarom zijn robots in even zoveel verhalen juist de vijand. Het is kennelijk een van onze grote schrikbeelden: machines die zo goed zijn in de taak waarvoor we ze hebben uitgerust, dat ze mensen compleet overbodig maken – en zelfs onderwerpen.
Dag lantaarnopsteker
Zo onterecht is die angst ook niet, want het gebeurt al. Sinds het begin van de industriële revolutie blijken machines taken veel efficiënter en sneller te kunnen uitvoeren dan mensen ooit hebben gekund. Of maken machines technologische vooruitgang mogelijk waardoor sommige ambachten volledig overbodig worden. Datatypistes, zetters, wisselwachters, telegrafisten, lantaarnopstekers, beurshandelaren: beroepen die door technologische vooruitgang overbodig zijn geworden. Het is dus niet zo gek dat veel mensen de robotisering als een bedreiging zien. Zeker nu robots méér blijken te kunnen dan alleen hand- of fabriekswerk overnemen, maar ook steeds slimmer worden op andere gebieden. Zo wordt er in de media al geëxperimenteerd met machinaal geschreven nieuwsartikelen – de LA Times heeft al eens breaking news over een aardbeving gebracht, geschreven door een robot –, kunnen robots al meer en minder eenvoudige medische handelingen verrichten en kunnen binnen tien à twintig jaar auto’s, treinen en bussen waarschijnlijk veilig zonder bestuurder rijden.
Banen op de tocht
Kortom, in de toekomst gaan er zeker nog meer banen sneuvelen door de oprukkende robotisering. Adviesbureau Deloitte durfde er zelfs getallen aan te hangen: volgens onderzoek kunnen door robotisering twee tot drie miljoen Nederlandse banen gaan verdwijnen. Dat is een derde van de huidige beroepsbevolking. Volgens onderzoekers van de Universiteit van Oxford, die diepgaand onderzoek deden naar de impact van robotisering op de economie, gaan de komende tijd vooral kantoorbanen worden ingenomen door computers en robots. Denk aan administratieve functies, managementondersteuning, verkopers en tussenpersonen.
Volgens de Britse onderzoekers hebben maar liefst 47 procent van alle banen een grote kans om te worden geautomatiseerd – of om te verdwijnen dankzij automatisering van processen. Het minst kwetsbaar voor robotisering zijn, bijvoorbeeld, banen in de zorg, het onderwijs, cultuur, management en – ironisch genoeg – de IT. Die laatste sector spint juist garen bij de robotisering, want iemand moet die robots maken en de programma’s schrijven waaraan ze zich dienen te houden.
Nieuwe technologie schépt ook banen. Wie kon een halve eeuw geleden bedenken wat een websitebouwer, een 3D-programmeur, een social mediastrateeg of een bio-informaticus was? De media, de biochemie, de gaming-industrie, de IT; het zijn enorme bedrijfstakken die vijftig jaar geleden nog niet bestonden of stukken kleiner waren dan nu. Net zoals er nu veel minder mensen in de maakindustrie werken dan vroeger, en veel meer mensen in de dienstverlening, zo zal de arbeidsmarkt er over twintig, dertig jaar ook weer anders uitzien dan vandaag. En dan bestaan er banen die we ons nu nog niet kunnen voorstellen. Droneverkeersleider? Virtual reality-landschapsarchitect?
Altijd blijven groeien
Een ander prettige bijkomstigheid van robotisering is het gegeven dat robots over het algemeen sneller en efficiënter werken dan mensen. Dat is gunstig voor de productie. Dankzij melkrobots kan één boer vele malen meer melk per dag produceren dan honderd jaar geleden. In autofabrieken kan een handjevol mensen met behulp van een legertje robots veel meer bolides van de band laten rollen dan een hal vol fabrieksarbeiders uit de tijd van Henry Ford. Dat is de reden waarom onze welvaart in honderd jaar tijd enorm is toegenomen, terwijl we toch minder uren zijn gaan werken: dankzij technologie zijn we veel productiever geworden. (En dat heeft op zijn beurt óók weer gezorgd voor nieuwe werkgelegenheid, denk aan de vrijetijds- en entertainmentindustrie).
Positief
Robots dus. Wat op korte termijn bedreigend is, kan op lange termijn juist een zegen zijn. Maar dat is moeilijk uitleggen aan de portier die net is vervangen door een pasjessysteem of de heftruckchauffeur die zijn baan heeft verloren aan een zelfsturend karretje. Als je het door de onpersoonlijke ogen van een econoom beschouwt is het sommetje positief: de werkzaamheden die deze twee werknemers uitvoerden worden nog steeds uitgevoerd en de arbeidsmarkt heeft er twee verse krachten bij, die ook weer productief kunnen worden ingezet. Dat kost omscholing en vraagt flexibiliteit van werknemers. Maar het biedt wel degelijk kansen.
Hup Holland hup
Economen van ING Bank komen zelfs tot de conclusie dat Nederland, van alle landen op de wereld, juist als een van de beste in staat is om te profiteren van verdere robotisering. Nederland heeft een goed scholingsaanbod, een hoog gemiddeld opleidingsniveau en een van de beste digitale infrastructuren in de wereld. Oftewel, bijna nergens in de wereld zijn ze beter in staat zich aan te passen – en te profiteren – van het oprukken van de robots. Zolang die robots maar netjes blijven doen wat wij zeggen.
Pieter Kort is hoofdredacteur van platform IEX.nl