Waarom zou de dichter ‘dolle’’ hebben vervangen voor ‘natte’?
Poëzie voor beginners - Erik Jan Harmens licht een gedicht van Ruth Lasters toe.
Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen.
Maïs van Ruth Lasters Uit: Lichtmeters, uitgeverij Polis, 2015
Erik Jan legt uit:
Ik las op het internet een vier jaar oude versie van dit gedicht (ik googel gedichten die ik hier bespreek altijd eerst even, scheelt weer overtypen), waarin in plaats van ontgoochelingen als ‘logge, natte honden’ sprake was van ontgoochelingen als ‘logge, dolle honden’. Waarom zou de dichter ‘natte’ een mooier adjectief hebben gevonden dan ‘dolle’?
Ik denk dat de eerdere klankrijm haar niet beviel. Twee keer die ‘oh’ achter elkaar, het zal te voorspelbaar zijn bevonden. Maar er zal ook een inhoudelijke reden zijn geweest: ‘dol’ staat voor ‘ongecontroleerd’ en ‘alle kanten op’, terwijl zij de beesten als tanks rechtuit de planten wilde laten platwalsen. ‘Nat’ is dan beter, zeker omdat het beeld van honden in een maïsveld als metafoor voor teleurstellingen vooral werkt als je die honden ook kunt horen. En als dat maïsveld beregend is en de honden ook, klinkt in je hoofd al het geplens in de plassen.
Zeker als die beesten log zijn, zoals ook de herinneringen aan je eigen teleurstellingen zo zwaar kunnen voelen omdat ze niet meer zijn te herstellen: het heeft al plaatsgehad. Een hond kun je terugroepen (‘Apporte!’) of iets laten loslaten (‘Af! Lós!’), maar wij blijven maar oog in oog staan met onze decepties. Het gedicht biedt overigens ook troost, want nadat die logge, lompe hond de stengels in het maïsveld heeft platgewalst, veren ze terug zoals ook wij dat kunnen.