Een bijzondere skivakantie? Op naar Livigno!
De 115 kilometer piste, verdeeld over twee bergen, lonkt naar zowel de ervaren skiër als de kluns.
Zo’n dorpje dat zich al honderden jaren nergens wat van aantrekt. Ze kunnen ook niet anders, zo afgelegen als het ligt. Dat maakt een skivakantie hier extra bijzonder.
Probeer er eerst maar eens te komen. Het is kiezen uit twee kwaden: of dat eenbaanstunneltje, Munt la Schera, vanaf het Zwitserse Sankt Moritz. Het is duur en smal, en je moet wachten totdat jouw rijrichting aan de buurt is. Of urenlang over de al dan niet besneeuwde bergpas vanaf Bormio. Voor het hooggelegen (1815 meter), geïsoleerde en daarom van nature exclusieve Livigno moet je wat over hebben. Maar dan krijg je ook wat: een dramatisch mooi berglandschap, sneeuwzekere skipistes, frisse lucht, een authentiek, knus bergdorpje, tevens belastingvrij koopwalhalla.
Een mooi prijsje
Livigno, een lintdorp van zo’n 22 kilometer lang, hoog in de Italiaanse alpen, is altijd al geïsoleerd geweest. Tot een halve eeuw geleden alleen bereikbaar per bergpas en in de winter onbereikbaar. Livigno is anno 2016 iets beter bereikbaar – al heeft de tunnel maar één (dure!) rijbaan. Ondanks de betere toegankelijkheid van het dorp, is de belastingvrijheid gebleven. En dat merk je snel genoeg als je door hoofdstraat Via Plan loopt. Vooral: kleding, juwelen, geurtjes, hightech en drank. Voor een mooi prijsje. Tussen de winkels in: het betere soort cafés en restaurants. Daarnaast heeft Livigno z’n charme. Hoogbouw is er verboden, dus zien we tussen de nieuwbouw nog talloze originele houten panden, is het hart van het dorp niet volgebouwd, maar een open gebied voor grazers en sporters. Mountainbiken in de zomer, langlaufen in de winter.
Bakkersjongen
Maar we komen hier om te skiën. We: dat zijn vooral Duitsers, Polen, Zwitsers (vanwege de dure franc) en langzamerhand ook wat Nederlanders. Voor Italianen is Livigno ofwel te ver rijden, in vergelijking met andere oorden, of te duur. De 115 kilometer piste, verdeeld over twee bergen, lonkt naar zowel de ervaren skiër als de kluns. Vanwege de hoogte, maximaal 3000 meter, valt er tussen december en april vaak genoeg sneeuw om lekker te kunnen afdalen. Ook offpiste bieden de bergen ruimte en veiligheid genoeg voor de avonturiers. Een van de aanstichters van het succes van Livigno is Sandro Mottini. De bakkersjongen droomde in de jaren 40 al van een carrière als skiër, nadat hij met zijn broer één setje latten had gevonden. “En die deelden we. Hij een ski, ik een ski.
Het is goed zo
Als geboren en getogen Livignees zag Sandro het dorp van een geïsoleerd bergdorpje veranderen in een mondain vakantieoord. Het liefst zit hij op het naar hem vernoemde Piazza Mottini, waaraan winkels en hotels liggen. Gelukkig kent hij ook méér plekken waar we gelukkig van worden. Costaccia bijvoorbeeld, een rifugio op 2360 meter hoogte, pal naast de piste op de berg Carosello. “Chef Giuliano kookt er vernieuwend en origineel. Als ik er ben, en ik ski nog elke dag, eet ik het liefst de nodino di vitello.” Kalf met bijgerechten, maar de kaart biedt het beste uit de wijde regio, ontdekte jouw verslaggever ter plaatse.