Ruim 35 miljoen toeristen trekken jaarlijks naar de witte stranden van Thailand. Goed voor de economie, maar slecht voor de natuur. Deze zomer is het Thaise strand Koh Phi Phi Leh zelfs gesloten voor toeristen omdat bootjes en zonnebrandcrèmes het koraal daar vernielen. Op naar Cheow Lan Lake: geen massatoerisme, rustiger en vele malen groener. Dit is de andere kant van Thailand.
Omweg
Het is een drukte van jewelste bij de pier van Cheow Lan Lake, in het zuiden van Thailand. Taxi- en shuttleboten varen af en aan in de brandende zon, maar als we eenmaal op onze langstaartboot het groenblauwe meer opvaren, wordt het snel rustig. De bootjes schieten allemaal een andere kant op, naar de verschillende resorts aan en op het meer (die regelen ook je vervoer). De schipper vraagt of we zin hebben in een omweg. Natuurlijk! Hij remt af en glijdt langs kalkstenen zuilen in alle soorten en maten, begroeid met bomen en bosjes die op peterselie lijken. Het bijzondere is dat Cheow Lan Lake (ook wel het Rajjaprabha Dam Reservoir genoemd) door mensen is aangelegd, om 240 megawatt aan stroom op te wekken. Om bij het meer te komen, vloog ik vanuit Bangkok een uur door naar het stadje Surat Thani. Vanuit daar was het nog zo’n twee uur rijden naar de pier.
Waanzinnig
Het damproject is tamelijk waanzinnig. In de jaren tachtig werd de Khlong Saeng River omgeleid, waarna het nog een jaar duurde voordat de vallei met water was gevuld. Honderden families moesten verhuizen, maar ze kregen een nieuw stuk land om te wonen, wat landbouwgrond en een maandelijkse toelage. Ook werd hen geleerd hoe ze rubber, fruit en groente konden verbouwen op de nu vruchtbare grond en hoe ze konden vissen in het nieuwe meer. “Maar de eerste jaren was het water nog donker en het stonk,” zegt onze schipper. Er zijn toen veel vissoorten gestorven in het stilstaande water. In achttien maanden tijd zijn ook 1364 dieren (116 soorten) verplaatst naar beschermde gebieden, maar 44 dieren overleefden de verhuizing niet. Het water kreeg wel langzaam een gezonde kleur – door de de kalk in de rotsen, denkt de schipper – en het leven keerde terug.
Rode zone
We varen verder richting het natuurgebied Khlong Saeng, dat wordt beschermd door de rangers van Khao Sok National Park (waar het meer onderdeel van is). Met wat geluk kun je hier apen, herten, everzwijnen, buffels en zeldzame vogelsoorten zien, zoals de neushoornvogel. Het natuurgebied wordt daarom nauwlettend in de gaten gehouden. Als we de zogenaamde ‘rode zone’ betreden, wordt vanuit een drijvend checkpoint onze boot en het aantal passagiers geregistreerd. Als je niet voor zes uur ’s avonds uit de rode zone bent teruggekeerd, komen de rangers je halen. Zo hopen ze de stropers in de kraag te grijpen. Tijdens onze watersafari zien we helaas geen wild – ik denk dat de luide motor van onze bootje de dieren afschrikt. Maar als de zon ondergaat, zien we in de verte nog wel even een familie buffels, die staat te drinken bij de rivier en daarna weer in de bosjes verdwijnt.
Meer lezen? Het complete reisverhaal vol prachtige foto’s staat in Zin 9. Dat nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier.
Tekst en beeld: Haroon Ali