In elke Zin beantwoordt hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does (1960) je levensvragen. Groot, of klein. Voor iemand anders. Of gewoon fijn voor je zelf.
Ik speel al vier jaar badminton met dezelfde partner, bijna elke week. Hij was vanaf het begin duidelijk beter en is ook een stuk competitiever. Dat is: als we een game spelen, wint hij altijd – 100% tot nu toe – maar hij kan dermate niet tegen zijn verlies dat ik hem verdenk van valsspelen. Als de stand close is – wat de laatste tijd wel eens gebeurt, ik ben op les gegaan – vertrouw ik de calls (shuttle ‘in’ of ‘uit’, red.) niet meer aan zijn kant van het net. Een enkele keer ben ik vrij zeker dat hij liegt. In het begin was ik blij met zo’n sterke medespeler, maar nu baal ik ervan. Ik heb het te lang geslikt, hoe breng ik dit ter sprake?
Fred
Beste Fred,
Stop maar met malen, dit duo heeft zijn langste tijd gehad. Vier jaar, bijna elke week: wat is de stand inmiddels, 120-0? En dan toch moeite als hij een keer een game dreigt in te leveren. Als jij steeds beter wordt, is het moment nabij waarop hij een reden zal vinden om deze traditie te beëindigen. Het begint met steeds vaker afzeggen. Misschien neemt hij ook les om het dreigend onheil te keren, maar als dat onvoldoende werkt, zal hij aangeven dat het niet meer in zijn schema past. Als je geen heibel wilt in je kennissenkring, leg je er dan bij neer dat hij ongeslagen afscheid neemt. Zie zijn aftocht als je overwinning. Als je de laatste partij toch graag wilt winnen, begin dan met gelijke munt terug te betalen en gooi er ook een paar dubieuze calls uit – en houd net zo glashard vol. Dan eindigt het wel met een knaller, dus als je daarvoor terugdeinst kun je het beter laten verwateren. Als dit een patroon is in je relaties, wees er dan op voorbereid dat veel mensen het niet zomaar zullen pikken als je assertiever wordt en hen minder in de watten gaat leggen.
Prangende vraag? Mail hem naar redactie@zin.nl o.v.v. ‘Dr. Does’. Je kunt je vragen ook stellen op twitter: @drdoeszietlicht