Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt elke Zin uit waarom gedichten gelukkig maken of tot nadenken stemmen. Dit keer is het een gedicht van Hans Plomp.
Hollandse experimenten
Hans Plomp is bekend vanwege zijn experimenten met geestverruimende middelen en zijn succesvolle protest tegen de sloop van het NoordHollandse dorp Ruigoord. Ook is hij al bijna vijftig (!) jaar schrijver en dichter. De titel van dit gedicht is ook de beginregel – eerst dacht ik dat dat alles wakker is dat was. Wat ook opvalt, is dat alle zinnen met een punt eindigen behalve Niemand weet het zeker. Daar moet een bedoeling achter zitten, ik vermoed dat de dichter het wit rechts van het gedicht wilde laten spreken en dat gaat beter zonder leesteken.
Vage regels
‘Het wit laten spreken’ is wel heel vaag maar wat ik bedoel, is dat regels in een gedicht vaak snel worden afgebroken, soms al na twee of drie woorden. Bladzijden in een bundel zijn vaak meer onbedrukt dan bedrukt, gevolg is dat je het weinige wat er staat (dankzij het wit eromheen) met extra aandacht gaat lezen en herlezen.
Anjer in de woestijn
Het weinige kan heel veel zeggingskracht hebben. Vergelijk het met een anjer in de woestijn. Die ga je juist omdat alles verder uit zand bestaat van alle kanten bekijken. Of kijk naar de vraag die in dit gedicht wordt gesteld: is het ooit zo dat iedereen slaapt? Om daarachter te komen moet je zelf wakker zijn. Maar als je wakker bent, slaapt dus niet iedereen. Aaaaargh! Verder dan het antwoord ‘misschien’ kom je nooit – dat is een onbevredigende, maar toch ook geruststellende gedachte.