Een best wel aardig en vlot geschreven verhaal met geen kop en geen staart en weinig inhoud. Ik had er graag meer van gevonden! – Twee sterren.
‘Het huis van de familie Turner’ is een met lichte pennenstreken geschreven boek over het wel en wee van de uitgebreide familie Turner in het zuiden van Amerika met als centraal thema wat te doen met het familiehuis dat zwaar in verval is geraakt en haast niets maar waard blijkt te zijn, nu de moeder als enige achtergeblevene bij haar oudste zoon Charles (Cha-Cha) is ondergebracht. Aan het begin van het boek is de stamboom van de familie weergegeven, maar dat bleek bij nader inzien een overbodige actie, aangezien slechts enkele personages in het boek nader omschreven worden. Vaak terugbladeren bleek dus niet nodig.
Er spelen twee verhaallijnen: die van de ouders Francis en Viola en die van enkele kinderen waarvan die van Cha-Cha en Lelah (het jongste kind van de 13) het meest behandeld worden. Cha-Cha wordt geplaagd door nachtspoken waarvoor hij onder behandeling is bij een psychiater, ene Alice. Hier vloeit iets amoureus uit voort, waar de vrouw van Cha-Cha Tina natuurlijk achter komt met alle narigheid van dien. Lelah lijdt aan een gokverslaving, wordt uit haar huis gezet en krijgt een verhouding met de vriend van haar broer Troy. Ook met deze romance loopt het niet goed af.
De vader van het stel Francis heeft een drankprobleem en in het begin van het huwelijk, wanneer hij naar het noorden verhuist om een baan te vinden, kan hij zijn vrouw niet trouw zijn. Dat het daarna toch nog goedkomt mag blijken uit de twaalf kinderen die zij samen na Cha-Cha nog krijgen. De moeder Viola die op haar ziekbed ligt komt niet goed uit de verf; zij wordt nog het meest liefdevol verzorgd door de vrouw van Cha-Cha. Cha-Cha zelf heeft zich inmiddels als een soort pater familias ontpopt en lijkt de problemen erg naar zich toe te trekken, waardoor hij de anderen tekort doet.
Al met al schetst het boek een periode vanaf midden jaren veertig tot en met de kredietcrisis die nog maar net achter de rug is. Het geeft een beeld van alle narigheid van die tijd en er is dan ook weinig vreugde te ontdekken ondanks het feit dat broers en zusters toch wel enigszins een hart voor elkaar lijken te hebben. Tevens is er geen boodschap die de schrijfster ons wil meegeven, althans ik heb deze niet gevonden. Al met al een best wel aardig en vlot geschreven verhaal met geen kop en geen staart en weinig inhoud. Ik had er graag meer van gevonden!
Yvonne Burgersdijk