En dat in verkiezingstijd. Klaas Dijkhoff (VVD), Léonie Sazias (50Plus), Alexander Pechtold (D66), Lilianne Ploumen (PvdA) en Sybrand Buma (CDA) vertellen in deze verkiezingsreportage hoe lastig dat is.
Partijleider Alexander Pechtold (1965) vindt het, als hij eerlijk is, comfortabel en veilig in zijn eigen bubbel. Toch stapt hij er vaak uit om in gesprek te gaan met de kiezers die niet alleen zijn partij D66, maar de hele politiek de rug toekeren.
Tanken
“Vanochtend stond ik te tanken bij zo’n zelfbetaalpaal. Er stond iemand naast me. Hij knikte, ik knikte. Daar sta je dan, een paar minuten tegenover elkaar met die slang in je hand. Dan kun je zwijgen of praten. We spraken, over politiek. We waren het niet met elkaar eens. Het was een leuk gesprekje, gewoon een leuke ontmoeting. Ik ben van nature niet de allerbeste in het stappen uit mijn eigen bubbel. Het is daar comfortabel en veilig. Toch is het juist daarbuiten heel verrassend. Hoe meer gelijkgestemden, hoe rustiger, maar ook saaier het wordt. ‘Geen schuwe apen’, was het motto waarmee mijn broer en ik zijn opgevoed.
Boos
Laatst hadden we hier, op de fractiekamer, 48 mensen uitgenodigd die hadden gereageerd op een uitzending van Pauw waarin ik met zogenaamd boze mensen zat. De mensen die reageerden wilden uitleggen waarom ze politiek dreigden af te haken. Het was een avond hard werken, maar ik heb er veel voor teruggekregen. Ik zal potentiële afhakers nooit boze, witte mannen noemen. Dat zijn ze niet. Het zijn betrokken mensen – vrouwen en ook niet allemaal blank. Sommigen haken wel sneller af. Het is ook wel een levenshouding. Of zoals ik grappende wijs zeg dat D66’ers nou eenmaal niet wakker worden met het idee: waar ga ik me vandaag weer aan ergeren? Dat is een verschil. Hoe ga je met problemen om? Denk je meteen aan het negatieve?
‘My big mouth’
Laatst liep ik over straat. Een jongen met een Noord-Afrikaans uiterlijk, zoals wij dat zo correct noemen, gooide een milkshakebeker op straat. Nou ja, hij liet hem de wet op de zwaartekracht volgen. Ik zei: ‘Joh, gooi dat even in de prullenbak.’ Drie meter verderop dacht ik: sufferd, je ben ’s avonds alleen op straat. Me and my big mouth. Ik draaide me om en zag hem staan, met een grote grijns en zijn duim omhoog en die beker boven de prullenbak. Het was voor mij een pijnlijke conclusie dat ik toch die split second had. Dat ik uitging van het negatieve stereotype. Terwijl ik dit vertel, denk ik: klinkt dit nou weeïg? Maar veranderen en anders denken, begint juist bij dit soort kleine, simpele dingen.
40+
Na mijn 40ste ben ik een andere debater geworden. Vroeger stopte ik niet tot mijn verbale tegenstander om genade smeek-te. Oké, tegenover oud-premier Balkenende was ik niet zachtzinnig. Van de een kun je nou eenmaal minder hebben dan van de ander. Ik ben ook maar een mens. Ik vond Ard van der Steur de klunzigste minister van Justitie die we ooit hebben gehad, toch kan ik geen persoonlijke aversie tegen hem ontwikkelen. Soms is er een gunfactor. Soms is er sprake van afkeer of jaloezie. Het is belangrijk dat je dat constateert. Politiek is keuzes maken, zoeken naar voorbeelden die het beste overkomen en dan hopen dat mensen naar je hele verhaal luisteren. Ik vertel veel over onderwijs, maar ik zou deze campagne meer over klimaat en energie willen praten. Alleen zijn dit niet de onderwerpen waarop veel mensen hun keuze baseren. Dan kies ik dus vaker voor onderwijs.”
Lees in Zin 4 de andere interviews met Klaas Dijkhoff (VVD), Léonie Sazias (50Plus), Lilianne Ploumen (PvdA) en Sybrand Buma (CDA).
Tekst Kim van Keken | Beeld Martijn Beekman