De nieuwste trends op modegebied, de do’s maar ook de absolute don’ts voor ons: modejournalist Liddie Austin (1959) weet er wel raad mee.
Ik schrijf dit op een grijze, regenachtige dag. Ik weet het: inmiddels zijn we klimaattechnisch gezien zover dat we ‘s zomers blij moeten zijn met elke druppel regen maar toch: ik zag het liever anders. Ik droom van de zon, van een tuin in Frankrijk of Italië, van een lome lunch op een terras, van een wandeling bij zonsondergang…
Bloot, bloter, blootst
De zomermode dit jaar is bloot, bloter, blootst. Denk: crop tops, minijurken, micro-broekjes, slechts een bh als topje onder een groot colbert. Ik sta erbij en kijk ernaar. Als zestigplusser doe ik niet meer aan alle trends mee (als ik dat al gedaan heb), maar ik vind het leuk om te kijken wat er wordt gedragen en daar al dan niet mijn voordeel mee te doen. Kijk die S10 eens op het Songfestival, met haar blote buik! Of naar het Met Gala in New York dit voorjaar: niet bepaald representatief voor hoe mensen zich in het dagelijks leven kleden, maar toch.
Daar verscheen model Cara Delevingne met een naakt, goudgespoten bovenlichaam, haar borsten slechts bedekt door tepelhoedjes en ze was die avond beslist niet de enige die veel huid liet zien zoals dat heet. Deskundigen verklaren deze bijna bloottrend (natuurlijk) vanuit de pandemie. We zijn klaar met de joggingbroeken en grote truien die we de afgelopen twee jaar in lockdown droegen. En dan is er de theorie dat de rokken altijd korter worden na een crisis. De minitrend zou je kunnen zien als de uiting van de vorig jaar reeds aangekondigde slutty summer gecombineerd met de modegewijs weer populaire jaren 90. Ook gehoord: bijna-bloot-kleden is het ‘post #metoo powerdressen’ van deze tijd. Denk: het is mijn lichaam en ik doe ermee wat ik wil.
Zelf voel ik geen enkele impuls om mijn blote buik en laat staan mijn borsten op straat of op een feestje te vertonen hoezeer ik de vrouwen ook bewonder die dat wel doen. In mijn zonnige fantasie op deze grijze dag bedek ik mijn blote huid met linnen.
Een wijde linnen broek die om je benen wappert is heerlijk als de mussen van het dak vallen
Luchtig linnen
Linnen is een heel fijn materiaal: het ademt, waardoor het je zomers koel en ‘s winters warm houdt. ‘s Zomers houd ik van linnen blouses: chic getailleerd op een wijde rok, á la modeontwerper Carolina Herrera, oversized op een smal broekje of over mijn zwempak op het strand (in dat laatste geval leen ik stiekem een linnen exemplaar van de Man). Een wijde linnen broek die om je benen wappert is heerlijk als de mussen van het dak vallen (en beschermt ‘s avonds als het wat afkoelt goed tegen de muggen). Er zijn vrouwen die moeite hebben met linnen omdat het zo kreukt maar mij deert dat niet. Ik vind het juist mooi dat het materiaal getuigt van mijn activiteiten van de dag. Zie het als een soort dagboek.
Mooi meegenomen is dat linnen een duurzaam product is. Het wordt gemaakt van vlas dat op arme gronden groeit en weinig water nodig heeft, en wordt voor een heel groot deel in Europa geproduceerd dus zijn er ook weinig vervoerskosten voor nodig. Hoe vaker je linnen draagt, hoe soepeler en sterker het wordt. Als je voor het duurzame aspect gaat, moet je wel even opletten: tegen het kreuken wordt linnen vaak vermengd met een andere stof, zoals polyester of katoen. Polyester is een niet-afbreekbare stof die niet of nauwelijks te recyclen is. Een blend met katoen of viscose is dus milieutechnisch een betere keus. Bonustip: gewassen linnen krimpt niet meer en is dan weer de veiligste aankoop.
Linnen dus. Nu die zon nog.