Het 77ste boek van thrillerschrijver Tomas Ross (1944) speelt zich af in het Oost-Berlijn van de jaren 60. Zoals in veel van Ross’ boeken spelen geheime diensten en doofpotaffaires de hoofdrol. Dit keer moest Ross het doen met minder feiten en meer fictie. ‘Research voor dit boek was lastig: de meeste mensen uit die tijd zijn al dood’
Welke reacties krijgt u op het boek?
“Lezers vinden het spannend en het boek zit goed in elkaar maar: De man zonder gezicht is ook ingewikkeld. Ik hoor van sommigen dat ze er een blocnootje bij houden met alle personages. Over het algemeen staan mijn boeken erom bekend dat je bij de les moet blijven, dat is bij De man zonder gezicht niet anders. Het is geen simpel detectiveboekje, daar leent het onderwerp zich ook niet voor.”
De man zonder gezicht bevat meer fictie dan uw vorige werk. Was dit een bewuste keuze?
“Het gebeurde eigenlijk gaandeweg. Ik doe altijd uitgebreid research voor mijn boeken en dat bleek dit keer lastig te zijn. Over de Stasi, de Oost-Duitse Veiligheidsdienst, was nog maar weinig informatie beschikbaar. Een hoofdpersonage in De man zonder gezicht is Markus Wolf, een van de Stasi-kopstukken. Een schimmig figuur over wie ik nauwelijks iets over kon vinden. Over hem moest ik informatie invullen om het verhaal spannend te maken. Dat mag ook als romancier; ik wil geen documentaireboeken maken met enkel vaststaande feiten. En zolang het maar authentiek overkomt, vind ik dat het kan.
Ik bedenk altijd wel dingen bij mijn verhalen maar voor De man zonder gezicht moest ik dit meer doen dan anders. Veel mensen die ik had willen spreken zijn inmiddels overleden of dement, dat heb je met een onderwerp dat in het verleden afspeelt.”
‘Ik lees mijn verhalen altijd aan mijn vrouw voor, zij is heel kritisch’
U zult dus vaker meer richting fictie gaan schrijven?
“Voor nieuwe boeken met onderwerpen over de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog zal ik hier inderdaad opnieuw tegenaan lopen. Mijn volgende boek speelt in het heden, dat gaat over Oekraïne en Poetin. Qua research is dit makkelijker, ik kan mensen bevragen en je hoort er continu over. Dat is aan de ene kant prettig schrijven maar tegelijkertijd betekent het dat ik mij aan alle feiten moet houden. En ja, het is ook lastig dat ik het boek moet inleveren in september en er nu natuurlijk nog niet te zeggen valt wat er gaat gebeuren in Oekraïne en met Poetin.”
Lezers wijzen u er soms op dat feiten niet kloppen.
“Ik vind het fijn als lezers kritisch zijn, ik maak ook fouten. Prins Bernhard liet ik bijvoorbeeld in de oorlog een Lucky Strike roken – dat moest een Chesterfield zijn volgens een lezer. Bij het boek Koerier voor Sarajevo kreeg ik vijf pagina’s met opmerkingen van een lezer. Vaak gebruik ik die nieuwe informatie dan weer bij een herdruk. Mijn vrouw vindt dat ik te veel details gebruik maar ik geloof dat het een verhaal authentieker maakt. Ik lees mijn verhalen altijd aan haar voor, zij is heel kritisch. ‘Zo denkt een vrouw helemaal niet,’ zegt ze dan, of: ‘hoe kan het nu dat de lantarenpalen branden, het is zomer.’”
U verwerkte in De man zonder gezicht ook een autobiografisch element.
“Klopt, over de Nederlandse Waffen-SS’er Jacques Philippa. In 1950 tot de doodstraf veroordeeld maar op dat moment was hij al verdwenen. Achteraf bleek dat hij jarenlang ondergedoken zat, op de zolderverdieping bij zijn ouders in de Haagse Vogelwijk. Dit was op een steenworp afstand van mijn ouderlijk huis, we liepen ‘s avonds vaker een wandelingetje door die buurt. Mijn vader werkte toen voor het Bureau Nationale Veiligheid (BNV), de voorloper van de AIVD, met als belangrijkste taak het opsporen van oorlogsmisdadigers. Mijn vader overleed in 1971 en Philippa werd gearresteerd in 1974. Het is krankzinnig om te bedenken dat mijn vader zo vaak voorbij hem is gelopen. Ik fiets nog wel eens langs dat huis en bedenk dan dat hij daar al die jaren verstopt zat. Het is een blunder dat BNV nooit verder is gaan zoeken in dat ouderlijk huis. Hij rookte wel eens een sigaretje in de tuin en kwam zelfs ‘s nachts in de duinen, goed recherchewerk had dat natuurlijk moeten ontdekken. In het boek speelt Philippa zijdelings een rol, hij is de buurjongen van de hoofdpersoon. Het heeft verder niks met het plot van het boek te maken maar ik vond het te mooi om het niet te gebruiken.”
Juni is traditioneel de Maand van het Spannende Boek. Dit jaar krijgen lezers in plaats van een thriller een bundel met verhalen gekozen door Matthijs van Nieuwkerk cadeau. Wat vindt u daarvan?
“Dat vind ik heel vervelend. Ik was destijds een van de initiatiefnemers van de Maand van het Spannende Boek om meer aandacht voor het genre te vragen. Die maand is ingekort tot een week en ondertussen is het een Avond van het Spannende Boek geworden. Vreselijk. Er is veel concurrentie van buitenlandse thrillerschrijvers en die maand was voor ons een mooie kans om in de schijnwerpers te staan. Het boekengeschenk werd enorm gewaardeerd, ik heb er zelf met plezier ook twee geschreven. Met Van Nieuwkerk gaat de aandacht weer naar de literatuur, terwijl het juist om het spannende boek moet gaan.”
U bent alweer bezig met uw 78ste boek, wel met een heel actueel onderwerp.
“Het is afwachten of het nog steeds actueel blijkt als het boek in januari 2023 uitkomt, niemand weet natuurlijk wat er gaat gebeuren. Het gaat in elk geval over de dochter van Poetin die weer in Nederland wil komen wonen. Onlangs is ze nog in Wassenaar gezien, vermomd met een hoed en een pruik op. Ik weet het plot en einde al maar verder ben ik nog aan het puzzelen.”
Interview: Marjolein Koens. Beeld: Iona Hoogendoorn
Win met Zin
Wij geven 3 exemplaren van het boek van Tomas weg. Laat hieronder in een reactie weten waarom jij de nieuwste Tomas Ross moet winnen.
DEZE WINACTIE IS AFGELOPEN. DE WINNAARS HEBBEN PER MAIL BERICHT ONTVANGEN.
Over het boek
De man zonder gezicht, het nieuwste boek van dé thrillerschrijver van Nederland zit ongekend goed in elkaar. Het is wel opletten geblazen: Ross is dol op het gebruik van heel veel verschillende personages, details en situaties. Het resultaat? Een meesterlijk verteld verhaal met een schokkende ontdekking over een van de grootste doofpotaffaires uit de oorlog.
Over de maker
Met 77 thrillers op zijn naam en drie keer de Gouden Strop winnen is Tomas Ross (1944) de grootmeester van het Nederlandse spannende boek. Binnen zijn ‘faction-genre’ zoekt hij de grens op tussen feiten en fictie. Dat maakt zijn boeken geloofwaardig en daarmee extra spannend. Ondertussen werkt Ross aan alweer zijn 78ste boek. “Vroeger schreef ik drie of vier boeken per jaar maar ik heb mijn vrouw beloofd het nu bij een te houden.”