Een touchscreen beschrijven als Streelpaneel. Een suikerspin als Spookasem. En de vluchtstrook langs een snelweg wordt Die skouers van die pad.
Toen ik voor de eerste keer de Afrikaanse taal hoorde (wij noemen het dikwijls Zuid-Afrikaans maar dat is niet de officiële benaming), hoorde ik de klank van mijn moedertaal. Het was op een avond in Pretoria. Ik lag op een grasveld naar de sterren te kijken terwijl in de verte Johannes Kerkorrel en de Gereformeerde Bluesband speelden voor een uitzinnig publiek. Die avond hoorde ik, kijkend naar de Melkweg, overal die taal om me heen. Het voelde als thuiskomen qua klank al was ik meer dan 10.000 kilometer van huis. Ik was verkocht.
Vuurhoutje
Door het Afrikaans keek ik in de spiegel van mijn eigen taal… Hoorde de schoonheid van het woord Lucifer via de oren van iemand die het een Vuurhoutjie noemt. Het Afrikaans heeft mij een tweede leven in het zingen en schrijven in mijn eigen taal gegeven. Als je die taal induikt, ontdek je ook de schoonheid van een complexe geschiedenis. Ja, het heeft connecties met het oud-Nederlands. En voor iemand uit West-Vlaanderen (Brugge, Kortrijk) is de overgang niet te groot want zijn taal gaat qua wortels ook diep terug in de tijd. Maar misschien komt de belangrijkste impuls voor het ontstaan van het Afrikaans wel uit het 17de-eeuwse Indonesië. Als mijn vrouw wil vragen ‘Kun je dat eventjes doen’, zegt ze: ‘Kan jy dit nou nou doen’. Die herhaling van ‘nou’ komt uit het Bahasa. Daarin worden voortdurend woorden herhaald om er een betekenis aan te geven. Veel Afrikaanse woorden als Kampong, Pisang en Baie zijn ontleend aan de talen die de slaven meenamen uit Java en Sumatra. Zij hebben de basis gelegd voor die taal samen met de Duitse, Schotse, Zweedse, Franse en Nederlandse avonturiers die op de VOC-schepen kwamen. De taal werd vaak een ‘Kombuistaal’ genoemd omdat hij werd geboren in de keuken waar de slaven werkten.
Apartheid
Ten tijde van de Apartheid na de Tweede Wereldoorlog kreeg het Afrikaans een dominante status die haar bijna fataal werd. Want na 1994 zat de taal in het verdoemhoekje. Daarbij was de taal zijn oorsprong van straattaal kwijt. De taal had zichzelf te serieus genomen en de gekleurde mensen van welke oorsprong ook die aan de bakermat stonden, werden buitengesloten. Maar het overleven van de taal ligt meer dan ooit in hun handen. Dat zie je bij de gekleurde rappers die ongelofelijk met die taal aan de haal gaan. Omdat er een soort vrijheid in zit die een jonge taal heeft. In de Afrikaanse teksten die ik schrijf voel ik ook geen enkele druk om me ergens aan te houden. Ik gooi als het moet van alles door elkaar. Zo kan ik een lappendeken (Blokkieskombeers) bij elkaar zingen.
Afrikaanse taal
Wij zouden in Nederland en België die taal veel meer moeten omarmen. Omdat onze eigen taal soms een bloedtransfusie nodig heeft. Zodat we op een dag kunnen zeggen als er stront aan de knikker is: Daar is een drol in die drinkwater. Of als je met vuur speelt: Nou krab jij aan die Leeu se balle. En sommige dingen hoef je niet te vertalen. Als ik het thuis in de ogen van mijn vrouw te bont heb gemaakt en ze heeft het helemaal met mij gehad, dan volstaat één zin: Nee Fok… Jy maak my tiete lam.
Zin in meer?
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (5). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef speelt weer in Nederland en Vlaanderen.
Nooit meer een column van Stef missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.