Susan wandelt het Pieterpad in 26 etappes in 16 afleveringen. Deze keer aflevering 8: Van Hardenberg naar Ommen.
Bankjes
Het is jullie vast ook opgevallen: Nederland staat vol bankjes. Bankjes in alle soorten en maten: degelijke houten picknickbankjes, moderne metalen bankjes, bankjes van steen. Bankjes geschonken door bedrijven die op die manier een bijdrage willen leveren aan de maatschappij. En bankjes met een naam erop, van mensen die speciaal genoten van die specifieke plek. Een plek waar ze net zo lang herinnerd zullen worden als het moment waarop de bankjes worden weggehaald.
Flierefluitend
Het probleem met bankjes is dat ze zelden staan waar ze nodig zijn. Althans: zo ervaren wij dat. Aan het begin van een etappe is er meestal een overvloed aan bankjes. Op elke hoek kom je er wel eentje tegen. Deze etappe ook weer. We zijn Hardenberg nog maar net uit, via de Molengoot, of hop, er staan bankjes. In Rheeze niet, maar daar maken we gebruik van een heel fijn rustpunt – natuurlijk nadat we de siermotieven van gevlochten stro op de schuren aan de Brink hebben bewonderd. We stappen flierefluitend door de bossen van Boswachterij Hardenberg, steken de stuw bij Junne over en zoeken nog even naar vissen op de vistrap – maar die springen hun weg naar de paaiplaatsen duidelijk niet in deze tijd van het jaar: geen vis te bekennen.
Geen rustpuntje
Daarna ook geen bankjes meer, trouwens. We krijgen honger, het wordt warm en onze benen zijn moe. Hoopvol slaan we bocht na bocht om. We zien veel moois. Maar geen bankjes om ons even op neer te vleien. Geen rustpuntje voor onze verkrampte spieren. Nou ja, nu overdrijf ik een beetje, maar even zitten voor de lunch zou wel lekker zijn.
Net als we echt een klein beetje wanhopig beginnen te worden, duikt er een bankje op, prachtig bij de stuifduinen langs de Vecht. Ommen is niet ver meer, maar wat is het fijn om de benen en de rug even wat rust te kunnen gunnen. Het drinkt en eet ook veel lekkerder als je zit.
Na de pauze laten we De Sahara, nog een restje stuifzand, letterlijk even links liggen. Na twintig kilometer is dat stukje om net teveel gevraagd. Om eerlijk te zijn, is de laatste twee kilometer naar het eindpunt dat ook. Het lijkt wel of Toos en Bertje het toen ook niet meer op konden brengen om een beetje creatief te zijn: we lopen gewoon heel saai, rechtuit, langs een provinciale weg. Niks an. Maar de Vecht die in de zon ligt te glinsteren en schitteren maakt een hoop goed. Net als het heerlijke terras op de oever. Met heerlijke stoeltjes. Die hebben we verdiend!
De wandelaar
Susan Haveman (1971) is getrouwd met Erik en moeder van Daan en Thomas. Ze woont in ’s-Graveland en is altijd op zoek naar het mooie in het leven. Samen met haar vriendin Jacoliene loopt ze het Pieterpad. Lees haar avonturen elke maand in Zin.